voetbalzone

Waterreus verwacht breuk: ‘Jeroen kan nooit meer keepen bij PSV’

Yanick Vos12 nov 2019, 08:33
Laatst bijgewerkt: 12 nov 2019, 08:33
Advertentie

Ronald Waterreus verwacht dat Jeroen Zoet zijn laatste wedstrijd voor PSV heeft gespeeld. De sluitpost raakte zondag tegen Willem II zijn basisplaats kwijt ten faveure van Lars Unnerstall. Vlak voor de aftrap kreeg Zoet te horen dat hij niet tweede, maar derde keeper was in Tilburg. Van Bommel zei na afloop van de 2-1 nederlaag dat hij Zoet wilde beschermen en hem daarom niet op de bank liet zitten. Een dag later bood hij zijn excuses aan de Oranje-international aan, zo maakte PSV bekend. Waterreus denkt dat het zal leiden tot een breuk tussen beide partijen.

Van Bommel slachtofferde Zoet na de nederlagen van de afgelopen weken. Waterreus denkt dat de trainer wel meer wijzigingen door had kunnen voeren. “Je speelt zo’n dramatische wedstrijd in Linz en dan zeg je eigenlijk tegen die tien andere spelers dat het aan Jeroen lag”, aldus de oud-doelman, die het vermoeden heeft dat Zoet niet meer in actie komt namens PSV. “Jeroen kan nooit meer keepen bij PSV want als trainer ben je dus schijnbaar bang dat hij op de bank een keer in beeld genomen wordt. Als je hem de volgende keer opstelt, wil je dan achter gesloten deuren spelen ofzo, want dan komt hij ook in beeld."

Freek Jansen, verslaggever van het Algemeen Dagblad, noemt het gênant hoe Van Bommel is omgegaan met Zoet. “Hij is de enige speler, dus zorg dan dat het goed gaat. Bij een plaatselijke vierdeklasser wordt dit beter gedaan dan bij het grote PSV. Na afloop hoop je op een goede verklaring, maar dan krijg je zo’n riedeltje te horen dat hij anders in beeld zou worden gebracht. Maar dat werkte averechts, want iedereen had het erover", zo vertelt hij bij Sportforum van Langs de Lijn En Omstreken van de NOS.

Waterreus vindt dat Van Bommel op meerdere posities in had moeten grjipen en dat al veel eerder had moeten doen. “Ik heb wel het idee dat hij te veel en te lang aan bepaalde spelers vasthoudt. Ik kan me voorstellen dat er binnen de spelersgroep een gevoel leeft waarom Rosario zo nodig aanvoerder moet zijn en waarom hij elke week negentig minuten moet spelen. Het is te makkelijk om die jongen de schuld te geven, want dat is helemaal niet eerlijk. Je doet hem geen plezier door hem aanvoerder te maken. Hij staat met knikkende knieën voor de camera. Je moet daar een speler voor hebben die dat kan en daar gevoel voor heeft.”