voetbalzone

Quincy Promes gaat in op bijrol in Sevilla: ‘Ik kwam de laatste transferdag’

Yanick Vos07 jan 2019, 06:23
Laatst bijgewerkt: 07 jan 2019, 06:23
Advertentie

Quincy Promes heeft het moeilijk met zijn reserverol bij Sevilla. De Oranje-international maakte afgelopen zomer voor een bedrag van twintig miljoen euro de overstap van Spartak Moskou naar de Spaanse topclub. Bij zijn huidige werkgever startte hij dit seizoen slechts driemaal vanuit de basis en moet genoegen nemen met invalbeurten. Zondag kwam hij in de kraker tegen Atlético Madrid (1-1) weer als invaller binnen de lijnen. Promes probeert positief te blijven.

Zondag moest Promes het doen met een invalbeurt van tien minuten. Hij weet zijn bijrol in Sevilla wel te verklaren. “Ik kwam de laatste transferdag. Toen was het team al een beetje gebouwd en zoals je hebt kunnen zien draaien we aardig goed, dus speel je daar maar eventjes in”, vertelt de aanvaller in een interview met Ziggo Sport. Op voorhand had Promes niet verwacht dat hij op de bank zou belanden in de ploeg van trainer Pablo Machín. “Ik ben het ook niet gewend om zo vaak in te vallen. Ik heb het er wel moeilijk mee, maar iedereen die me kent weet dat ik hier weer bovenop kom. De fans kunnen ook niet wachten tot ik me hier in de basis speel. Ik krijg zoveel berichtjes. De fans zijn geweldig, ik voel me heel welkom hier.”

Sevilla speelt in een 3-4-3-systeem en daardoor kan Promes op verschillende posities uit de voeten. Soms komt hij in actie op de rechterflank als rechtervleugelverdediger. “Dat is heel zwaar, ook nieuw voor mij, je moet verdedigend wat meer helpen. Maar de aanvoerder (Jesús Navas, red.) staat op die positie. Ik ga gewoon keihard aan de slag en blijf positief”, vertelt de aanvaller, die door de derde plaats in LaLiga durft de dromen van de landstitel. “We doen niet onder voor de andere topteams, hebben alleen verloren van Barcelona. We mogen wel een beetje dromen. We geloven dat we wonderen kunnen verrichten met dit team. Ik zal niet zeggen dat we kampioen worden, want de concurrentie is moordend. Maar als je er niet in gelooft, lukt het sowieso niet.”