Denswil, Groeneveld en Vormer hebben eerste prijs van 2018/19 binnen
Voor de vijftiende keer in de clubhistorie heeft Club Brugge beslag gelegd op de Belgische Supercup. De regerend landskampioen was zondagavond voor eigen publiek met 2-1 te sterk voor bekerwinnaar Standard Luik. Doelpunten in de eerste helft maakten het verschil voor Club, dat de Supercup vaker won dan elke andere club. De Belgische Jupiler Pro League begint vrijdag al.
Drie Nederlanders hadden een basisplaats bij Club: Stefano Denswil, Arnaut Groeneveld en Ruud Vormer. De landskampioen leidde bij rust met 2-0, zonder groots te voetballen. Groeneveld was wel een doorn in het oog voor Standard aan de linkerflank en speelde ook een belangrijke rol bij het openingsdoelpunt in minuut 39. De ex-speler van NEC dolde rechtsback Luis Pedro Cavanda en bracht de bal voor het doel. Aanvaller Jelle Vossen miste de bal bij een poging tot een hakbal, maar Hans Vanaken wist wel raad met de kans: 1-0.
Even daarna verdubbelde Club de marge. Een fraaie lange bal van Vanaken bereikte de Braziliaan Wesley, die in het strafschopgebied tussen twee Standard-verdedigers raak schoot. De laatste keer dat een club de Belgische Supercup won na een 2-0 achterstand was in 1990: toen won Club na strafschoppen van FC Luik. Standard geloofde in een klein wonder en vijf minuten na rust stond het al 2-1, doordat Edmilson Junior scoorde in een leeg doel nadat een eerste inzet van Duje Cop werd gekeerd door keeper Karlo Letica.
Standard wist echter niet door te drukken. De bezoekers hadden het initiatief in het Jan Breydelstadion, maar wisten weinig kansen te creëren. Als doelman Letica moest ingrijpen, deed hij dat naar behoren. Club kwam vijf minuten voor tijd wel goed weg toen Denswil bijna een eigen doelpunt maakte: na een voorzet van Edmilson werkte de Nederlander de bal maar net naast zijn eigen doel. Daardoor kwam er geen verlenging aan te pas.