Zwoegend Arsenal loopt zich stuk op promovendus en morst punten
Arsenal heeft wederom dure punten laten liggen. Na de moeizame remise van vorige week bij Everton, kwam het elftal van Arsène Wenger zondag niet verder dan een 1-1 gelijkspel bij promovendus Leicester City. De Londenaren hadden negentig minuten lang de overhand, maar moeten zich toch achter de oren krabben: het ontbrak de titelpretendent aan stootkracht en de beste kansen waren zelfs voor de thuisploeg.
Vanaf het eerste balcontact werd al duidelijk dat Arsenal een lastige middag tegemoet zou gaan. De thuisploeg mocht in kwaliteit dan wel onderdoen voor de gasten, dat probeerde het te compenseren door vechtlust en mentaliteit. Laurent Koscielny ondervond dat na twaalf minuten aan den lijve: de Arsenal-stopper kwam keihard met zijn hoofd in aanraking met Jeffrey Schlupp en moest zich enige tijd laten behandelen. Het zou later gevolgen hebben, al keerde de Fransman nog wel even terug in de wedstrijd.
Zo was hij er getuige van dat Alexis Sánchez na twintig minuten met een raak schot de score opende, maar twee minuten later ging het mis. Overduidelijk gehinderd door zijn kwetsuur was Koscielny niet bij machte om het kopduel aan te gaan met uitmuntend spelende Leonardo Ulloa, die eenvoudig kon inkoppen en Wojciech Szczesny volledig kansloos liet. Wenger, die Koscielny daarna wél wisselde, zag vervolgens dat zijn ploeg veel moeite had om door de hechte defensie van the Foxes heen te breken.
Aan dat spelbeeld veranderde ook na rust weinig. Arsenal had meestentijds de bal, maar wist zich geen raad met de tactiek van de thuisploeg, die met zijn uitstekende organisatie nauwelijks iets weggaf. Terwijl the Gunners bleven zoeken naar openingen, speelde het meeste gevaar zich ook nog eens af aan de overkant. Zo was Ulloa na wederom een knappe actie dicht bij de 2-1, maar hij raakte het zijnet. Arsenal kwam lange tijd niet verder dan een knal van Nacho Monreal en een inzet van Yaya Sanogo, die echter knap werd gekeerd door Kasper Schmeichel.
Arsenals grootste euvel kwam daarmee weer eens aan het licht: de ploeg bleef het 'voetballend' proberen, waar een plan B, zoals het inzetten van een breekijzer, waarschijnlijk meer effect zou hebben gehad. De defensie van Leicester bleef namelijk simpel overeind en met iets meer fortuin had thuisploeg de verrassing in de slotfase nog groter kunnen maken. Na een snelle tegenstoot kreeg invaller Jamie Vardy namelijk nog een uitstekende mogelijkheid om te scoren, maar Szcszesny voorkwam met een snelle reflex erger leed voor zijn ploeg.