Zwak Denemarken maakt in jacht op EK-ticket bijzonder slechte beurt
Denemarken was al zeker van een plek bij de eerste drie in EK-kwalificatiegroep I, maar van de drie topploegen in die poule stond het team van bondscoach Morten Olsen er met elf punten uit zes duels het minst goed voor. Portugal stond op twaalf uit vijf en Albanië op elf uit vijf. De Denen moesten maandag, ook met het oog op de laatste groepswedstrijd bij Portugal, dan ook winnen van het armetierige Armenië. Dat lukte de zwaar teleurstellende Denen niet: 0-0.
Armenië, met Henrikh Mkhitaryan van Borussia Dortmund als de absolute sterspeler in de basis, hield knap stand tegen Denemarken. De Denen werkten zonder ‘Nederlandse' inbreng (spelers als Lasse Schöne, Viktor Fischer, Simon Poulsen en Lucas Andersen werden niet geselecteerd door Olsen) een zeer matige eerste helft af. In het eerste bedrijf kreeg alleen aanvoerder Daniel Agger een goede kans, maar de verdediger volleerde niet raak bij de tweede paal.
In de tweede helft was Armenië, dat nog maar een punt pakte in de kwalificatiereeks, de betere ploeg. Yura Movsisyan (die acht minuten voor tijd plaats moest maken voor Aras Özbiliz) kreeg bij een doorbraak over links de kans om zijn land op voorsprong te schieten, maar hij kreeg de bal niet verder dan het zijnet. Vlak voor tijd verprutste Armenië nog twee grote kansen in de counter, Artem Simonyan gleed uit en Mkhitaryan gaf een pass te diep, waardoor het 0-0 bleef. Armenië hield in ieder geval ‘de nul’ en dat was voor het eerst sinds 11 juni 2013, ook in een wedstrijd tegen Denemarken (WK-kwalificatie).