Zeventienjarige Nederlander sluit aan bij Atlético Madrid: ‘Ik stond te shaken’
John Heitinga heeft na dertien jaar eindelijk een opvolger als laatste Nederlander bij Atlético Madrid. De zeventienjarige doelman Mert Demirci Nijmeijer heeft namelijk een toptransfer gemaakt naar de Spaanse titelkandidaat. De jonge keeper is afkomstig van Valencia, waar hij al geregeld mee mocht trainen bij het eerste elftal. In Madrid sluit hij in eerste instantie aan bij de Onder-19, maar in gesprek met Voetbalzone geeft hij aan dat de club veel doorgroeimogelijkheden ziet.
Door Thijs Verhaar
Stel je voor dat Jan Oblak jouw grote idool is en je dan een telefoontje van je zaakwaarnemer krijgt dat Atlético Madrid interesse in je toont. “Pff, ja. Ik kan het nog steeds bijna niet geloven”, grinnikt de zeventienjarige portero. Inmiddels is het iets meer dan een maand geleden sinds hij zich bij los Colchoneros heeft gevoegd en hij begint langzaam te wennen aan het idee dat hij nu bij een van de grootste clubs ter wereld speelt. “Mijn zaakwaarnemer belde me en het enige wat ik kon zeggen was ‘oh’. Ik stond gewoon te shaken, was echt even in shock. Daarna is het allemaal heel snel gegaan.”
De bij Oranje Onder-17 aangesloten keeper werd als zoon van een Spaanse vader en een Nederlandse moeder geboren in een voorstadje van Madrid, waar hij al snel de droom opvatte om voor een van de drie topclubs uit de LaLiga uit te mogen komen. In 2019 was het echter Valencia dat hem als vijftienjarige overnam van tweededivisionist CF Rayo Majadahonda. In de Sinaasappelstad klom hij al snel op tot eerste doelman van de Onder-18 en hij dwong zelfs af dat hij bij het eerste elftal mocht trainen met Jasper Cillessen. “Hij heeft me altijd heel goed geholpen”, prijst Demirci, die zichzelf prima verstaanbaar kan maken in het Nederlands en dat ook veelvuldig sprak met de Oranje-doelman.
Tot zijn spijt heeft hij echter niet persoonlijk afscheid kunnen nemen van zijn mentor bij Valencia. “Nee, het ging te snel. De ene dag wist ik nog van niets en de volgende ochtend was ik mijn spullen al aan het pakken.” Demirci legt uit dat hij het telefoontje van zijn zaakwaarnemer ‘s middags kreeg en ‘s avonds al met zijn moeder Monique de knoop doorhakte om ‘ja’ te zeggen tegen het aanbod. “Ik dacht twee jaar lang dat ik voor mijn kans zou gaan bij Valencia, maar hoefde niet te twijfelen toen Atlético zich meldde. Of nja, een klein beetje. Ik heb heel goede vrienden gemaakt in Valencia en er een mooie tijd gekend, maar ik heb toch het gevoel dat ik mezelf bij Atlético sneller kan ontwikkelen.”
Voor Demirci speelde het ook mee dat een transfer naar Atletico Madrid een hereniging met zijn familie zou opleveren. Twee jaar geleden verhuisde hij met moeder naar Valencia, terwijl zijn vader alleen achterbleef in het ouderlijk huis in Madrid. “Door de coronamaatregelen had ik hem ook al meer dan een half jaar niet gezien, dus ja... Het is heel fijn dat we nu weer bij elkaar kunnen zijn”, glundert de jongeling. “Hij was ook heel blij toen hij het hoorde. Net als mijn vrienden trouwens. Iedereen vindt het stoer dat ik nu bij zo’n grote club mag spelen.”
Bij Atlético komt hij nu uit voor de Onder-19, waar hij de concurrentiestrijd moet aangaan met een kind van de club en jeugdinternational van Spanje: Antonio Gomis. “Hij is heel goed, maar ik mag ook mijn wedstrijden spelen. Tot nu toe heb ik al vier keer meegedaan en dat terwijl ik het team eigenlijk nog moet leren kennen en mijn plekje moet zien te vinden. Dat gaat steeds beter, dus we zullen zien hoe de situatie aan het einde van het seizoen is”, aldus de strijdvaardige Demirci. “Het is mijn doel om zoveel mogelijk te spelen.”
Demirci heeft in principe een contract tot het einde van het seizoen, waarna een evaluatiemoment volgt. Dan wordt besloten of hij een langdurige verbintenis krijgt, dus er is hem veel aan gelegen om snel progressie te boeken. “Ik leer ook heel veel. Hier wordt veel zwaarder getraind dan bij Valencia. Ook heb ik er veel aan dat ik nu al soms mee mag trainen bij het tweede team. Ik hoop snel voor dat team te gaan keepen, maar die kans moet ik wel zelf afdwingen. Ik moet me dus eerst hier bewijzen en dan zien we wel wat daarna komt”, aldus de sluitpost, die onlangs een groot compliment ontving van clublegende Fernando Torres.
De 110-voudig Spaans international is bezig om zijn trainerspapieren te halen en loopt daarvoor stage bij verschillende jeugdteams van Atlético. Ook adviseert hij de grootste aanvallende talenten uit de hogere leeftijdsklasses, dus was hij toevalligerwijs als specialistentrainer aanwezig bij het debuut van Demirci. “Na afloop kwam hij naar me toe om te zeggen dat ik heel goed had gespeeld. Ik vind het echt een eer dat zo iemand dat tegen me zegt, want hij heeft alles bereikt en is echt een voorbeeld voor de mensen hier.”
Zelf kijkt Demirci als doelman het meest op tegen Oblak, die hij al jaren als zijn ultieme voorbeeld ziet. “Hij is misschien wel de beste keeper ter wereld en heeft ondanks zijn lengte heel goede reflexen. Daar moet ik zelf nog aan werken”, aldus de zelfbewuste sluitpost, die hoge ballen en meevoetballen zijn grootste kwaliteiten noemt. Hij zou dolgraag met zijn Sloveense idool praten over zijn verbeterpunten, maar heeft hem tot nu toe nog niet ontmoet. “Hopelijk komt dat later als ik mezelf blijf ontwikkelen en de stap naar het eerste elftal kan maken.”
Dat zou hem ook helpen om zijn andere grote doelstelling waar te maken. Demirci wil dolgraag Nederlands international worden, zelfs als dat betekent dat hij zijn vroegere mentor Cillessen van zijn troon moet stoten. De jonge sluitpost meldde zich in 2019 al eens bij Oranje Onder-17, maar speelde toen niet in het oefentweeluik met Jong Frankrijk. Nadien werd hij niet meer opgeroepen en inmiddels ligt het jeugdvoetbal al meer dan een jaar stil. “Ik heb de afgelopen maand nog niets van de KNVB gehoord, maar ik hoop dat het extra waarde geeft dat ik nu bij Atlético zit.”
Demirci heeft als geboren Madrileen natuurlijk ook het volste recht om een interlandloopbaan bij Spanje te ambiëren, maar heeft tot nu toe altijd de voorkeur gegeven aan het land van zijn moeder, waar hij jaarlijks de zomermaanden doorbrengt bij zijn opa en oma in Assen. “De keuze zou wel moeilijker worden als de Spaanse bond zich voor mij meldt, maar dat is nog nooit gebeurd. Als het wel zover zou komen, kan ik gelukkig altijd bij mijn ouders terecht voor goede raad. Ik voel me in ieder geval heel goed bij Nederland, dus ik hoop dat ik weer in beeld kom als er weer jeugdinterlands gespeeld mogen worden.”