Zesde gelijkspel in zeven wedstrijden voor kemphanen uit Liverpool

In Engeland zijn de messen geslepen als het gaat om manager Brendan Rodgers van Liverpool. De ambitieuze Reds willen graag meedoen om de bovenste plekken, maar voorlopig is de voetbalgrootmacht niet meer dan middenmoter in de Premier League. Een overwinning op rivaal en stadsgenoot Everton had Rodgers flink kunnen helpen, maar het werd het zesde gelijkspel in de laatste zeven ontmoetingen tussen de kemphanen: 1-1.

De wedstrijd begon zoals een wedstrijd in de Premier League hoort te beginnen: in een moordend tempo. De beste kansen in de openingsfase waren voor Liverpool: Phil Jagielka was bij de les toen Daniel Sturridge gevaarlijk werd, Martin Skrtel kopte bijna raak, Danny Ings schoot rakelings over en James Milner volleerde de bal in de handen van Tim Howard.

Langzaam maar zeker nam Everton het initiatief over met kansen voor Steven Naismith en James McCarthy, maar net als zijn collega aan de andere kant was Liverpool-keeper Simon Mignolet bij de les. Vlak voor rust kwam de wedstrijd dan toch helemaal tot ontbranding qua doelpunten. Ings kopte binnen uit een hoekschop voor de 0-1 en daardoor leek Liverpool met een voorsprong te gaan rusten, maar dat was buiten Romelu Lukaku gerekend.

Een fout van Emre Can stelde Lukaku in staat te profiteren: met een hard schot met zijn linker vond de international van België de onderhoek. Dat zou later ook de eindstand zijn, het zesde gelijkspel in de laatste zeven ontmoetingen. Liverpool heeft nu al tien competitiewedstrijden op rij niet meer verloren van Everton, de langste reeks sinds een rij van elf tussen 1979 en 1984.