voetbalzone

‘Zelfs de De Ligts en De Jongs hebben hier een serie duels gespeeld’

Robin Bruggeman30 nov 2018, 19:40
Laatst bijgewerkt: 30 nov 2018, 19:40
Advertentie

UTRECHT - Jong Ajax en Jong PSV bevinden zich inmiddels in hun zesde seizoen op het tweede Nederlandse profniveau en de beloftenelftallen van de twee topclubs beginnen bij het meubilair van de Keuken Kampioen Divisie te horen. Jong FC Utrecht voegde zich drie jaar later bij de deelnemers aan de toenmalige Jupiler League en de Domstedelingen zijn sindsdien druk bezig met plukken van de vruchten die de toegenomen weerstand tegen de vaak meer ervaren profs van de Eerste Divisie opleveren. Onder leiding van trainer Robin Pronk worden nog altijd flinke stappen gezet in Utrecht en als het aan de oefenmeester ligt, blijft zijn elftal zich in de komende seizoenen op eenzelfde tempo ontwikkelen.

Door Robin Bruggeman

“Voor ons is dit podium ideaal om de jonge spelers alvast in aanraking te laten komen met volwassen voetbal. Het is gewoon profvoetbal en dan weet je dat je in heel veel wedstrijden toch net aan het kortste eind zal trekken. We hebben dit seizoen alweer een aantal keer gezien dat je in een slotfase op slimmigheid, op volwassenheid toch nog een goal binnenkrijgt waardoor je net verliest of net gelijkspeelt. Je ziet het ook terug bij andere clubs. Zelfs de Frenkie de Jongs en de Matthijs de Ligts van deze wereld hebben een hele serie wedstrijden in de Eerste Divisie gespeeld”, vertelt Pronk op een waterkoude novemberdag op Sportpark Zoudenbalch aan Voetbalzone, de officiële mediapartner van de Keuken Kampioen Divisie. De afgelopen jaren is er de nodige kritiek geweest op de deelname van de beloftenelftallen aan de competitie. De Jong-teams van de Eredivisie-clubs zouden onder meer te weinig bezoekers meenemen naar uitwedstrijden en vanwege het grote verloop bij de teams stond er het ene weekend soms een half elftal aan andere namen op het wedstrijdformulier dan de week ervoor.

Met de regel dat er geen spelers van boven de 23 jaar in de Jong-elftallen mogen spelen heeft de KNVB dit seizoen een eerste handreiking gedaan en ook talenten die in dezelfde speelronde op het wedstrijdformulier hebben gestaan bij de hoofdmacht, moeten een week overslaan bij de beloftenteams. Pronk is minder te spreken over die laatste maatregel: “Dat vind ik dus te ver gaan. Het kan nu voorkomen dat ons eerste elftal op zaterdagavond speelt en wij een jonge speler ervaring op willen laten doen bij het eerste. Dan zet je hem dus op de bank en laat je hem misschien tien minuten invallen. Als ik dan op maandag tegen bijvoorbeeld Go Ahead Eagles speel, mag ik hem niet bij het team pakken. Dat vind ik niet goed”, legt hij uit. De 46-jarige oefenmeester wijst erop dat het zo goed mogelijk opleiden van talenten in het belang van het Nederlandse voetbal in het algemeen is.

voetbalzone

“Dus dan moet je ze ook bij het eerste kunnen betrekken. Al is het maar als invaller. Dat vind ik in het huidige systeem een mindere regel, niet ouder dan 23 kan ik in komen. Je ziet nu dat wij gewoon met een vast team spelen. Dat heeft ook weer z’n voordelen, want je merkt daardoor dat de jongens groeien en zich ontwikkelen doordat ze veel samen spelen.” Pronk krijgt het commentaar dat ten grondslag lag aan de regelwijzigingen als trainer van een van de betreffende teams ook mee, maar is van mening dat de rest van de clubs niet alleen aan hun eigen belangen zouden moeten denken: “Dat is typisch Nederlands, iedereen kijkt in zijn eigen tuin. Maar kijk nou ook eens een tuin verder en kijk ook eens wat andere clubs kunnen betekenen, wat hun inbreng is.”

“Wij kunnen goed opleiden, dat blijf ik maar steeds zeggen. Wij leiden daarin ook op voor een aantal andere clubs. Wij hebben spelers die nu in de Keuken Kampioen Divisie spelen of die uiteindelijk misschien in de Eredivisie terecht zullen komen, nadat ze zich eerst een aantal jaar hebben kunnen ontwikkelen bij Jong FC Utrecht. Wij dienen ook een hoger doel dan alleen FC Utrecht. De Keuken Kampioen Divisie is een uitstekende competitie binnen het Nederlandse model van opleiden. Daar kunnen beloftenteams een rol in spelen, maar daar kunnen andere clubs ook weer een rol in spelen. Met elkaar moet je ervoor zorgen dat het Nederlandse voetbal naar voren wordt gestuwd. En dat is weleens moeilijk, want iedereen kijkt voornamelijk naar zijn eigen belang”, vervolgt hij zijn verhaal.

Jong FC Utrecht eindigde zijn eerste seizoen bij de profs als achttiende van de twintig, sloot de afgelopen voetbaljaargang af als hekkensluiter en bezet momenteel de achttiende plek in de Keuken Kampioen Divisie. De positie op de ranglijst is echter niet zaligmakend voor Pronk en zijn antwoord op de vraag of hij liever op de vijftiende plek of hoger zou eindigen, of na dit seizoen juist drie of vier spelers af wil leveren aan de hoofdmacht, is duidelijk: “Ik moet zorgen dat ik jongens aandraag bij Dick Advocaat, of in het verleden bij Erik ten Hag. Zoals gebeurd is met bijvoorbeeld Sofyan Amrabat, Giovanni Troupée, Bart Ramselaar en Gyrano Kerk. Kerk is daar een mooi voorbeeld van. Hij heeft bij ons twee jaar geleden een hele serie wedstrijden in de Jupiler League gespeeld en als zo iemand dan de overstap maakt, is de missie geslaagd. Dat dat in het huidige seizoen gepaard gaat met een mooie wedstrijd tegen Jong Ajax (4-3 overwinning, red.) is super en dat we daarin uitblinkers hebben als Nick Venema en Tim Brinkman, die een hele belangrijke rol speelde en nu ook tegen het eerste aanzit, ook. Maar het gaat er primair om dat wij dat soort jongens gedurende het seizoen aan laten haken bij het eerste.”

voetbalzone

De Utrechtse beloften staan door hun deelname aan de Keuken Kampioen Divisie een stuk meer in de schijnwerpers dan vroeger en Pronk merkt dit dan ook goed in de transferperiodes: “Je wil niet weten hoeveel spelers er, zeker in de zomer, worden aangeboden. In eerste instantie gebeurt dat dan vooral voor Jong FC Utrecht en voor Onder-19, voor onze opleiding. Maar het geeft wel aan dat men weet wat hier gebeurt. En Utrecht behoort ook tot een van de zes internationaal gecertificeerde opleidingen in Nederland. Wij worden niet zo vaak genoemd, maar het is wel een feit en ik mag hopen dat het iets zegt over het niveau en de kwaliteit hier. Er wordt dan al gauw over Ajax, Feyenoord en PSV gesproken, maar Utrecht hoort daar ook bij. Dat geeft wel aan op welke manier er hier gewerkt wordt, want zoiets krijg je niet zomaar vanuit de KNVB.”

Pronk is in zijn loopbaan als opleider, die inmiddels bijna 25 jaar bestrijkt, met FC Utrecht bezig aan zijn derde werkgever. De trainer begon op woensdagmiddagen als jeugdtrainer bij FC Abcoude en werkte daar samen met latere profs als Serginho Greene, Gijs Luirink en Edson Braafheid. Zijn prestaties bij de gerenommeerde amateurclub leidden vervolgens tot een overstap naar Ajax en Pronk stapte in 1998 in bij de Amsterdamse D-pupillen, om zich in de daaropvolgende dertien jaar op te werken tot trainer van Ajax Onder-17: “Daar heb ik gewerkt met de lichting Daley Blind, Davy Klaassen en Christian Eriksen, hij begon toen bij mij in de B1. Dat was harstikke leuk, ik heb er enorm veel geleerd en samengewerkt met andere trainers en hoofd opleidingen als Danny Blind, Frank de Boer en John van den Brom. Uiteindelijk kwam bij Ajax alleen een andere wind te waaien, de bekende fluwelen revolutie, die niet zo fluweel was als ‘ie misschien lijkt. Na mijn vertrek bij Ajax stond FC Utrecht vrij snel op de stoep en er was hier veel te ontwikkelen. Ik heb een hele leuke beginperiode gehad bij Onder-19 met jongens als Sean Klaiber, Kerk, Ramselaar en Rodney Antwi, die nu bij FC Volendam speelt. Daarna ben ik naar de beloften gegaan en daar zit ik nu voor het vijfde seizoen.”

voetbalzone

De trainer zag in zijn periodes bij Ajax en FC Utrecht veel talenten uitvliegen richting nieuwe bestemmingen en uitdagingen. Dat hij hun voorbeeld in de nabije toekomst zelf ook zal volgen, sluit Pronk niet uit: “Ik ben in de afgelopen twee à drie seizoenen wel op een punt gekomen waarop ik zeg dat ik mijn manier van werken weleens zou willen projecteren op een volwassen team, om te kijken hoe dingen daar werken. Heel veel zal ook hetzelfde zijn, het gaat bij een eerste elftal ook om het ontwikkelen van een team en spelers. Als opleider is het vaak toch ook jongens doorsturen, met een Jong-team heb je minder te maken met vaste situaties. Ik denk dat dit mij al heel lang aardig afgaat, dus je merkt dan bij jezelf ook dat je geprikkeld wil worden in nieuwe situaties”, maakt Pronk duidelijk. De oefenmeester werd de afgelopen jaren een paar keer benaderd om elders aan de slag te gaan als coach, terwijl er ook geïnformeerd is of hij ergens wilde instappen als hoofd opleiding. Een dergelijke functie sluit hij voor de toekomst niet uit, maar op korte termijn liggen zijn ambities nog op het veld: “Neem bijvoorbeeld Ernest Faber bij PSV. Hij heeft bij NEC en FC Groningen getraind en is nu hoofd opleiding geworden bij PSV. Zo’n scenario zou ik voor mezelf ook wel zien in de komende tien jaar.”

“Ik plan niet te ver vooruit, maar mijn eerste ambitie ligt nog bij het zetten van een stap in het trainersvak. Ik heb inmiddels heel veel bagage en ik merk bij mezelf dat ik wel weer toe ben aan een nieuwe prikkel, aan nieuwe processen. Daar heb ik verder geen termijn voor in mijn hoofd, want dat soort dingen laten zich moeilijk plannen. Het had in de afgelopen jaren al twee keer kunnen gebeuren, met twee situaties die heel concreet waren. Maar één keer heb ik het zelf afgehouden en één keer was het voor mij prima en maakte de betreffende club een andere keuze. Dat kan”, legt Pronk, die ook niet uitsluit dat hij in de toekomst de overstap van Zoudenbalch naar Stadion Galgenwaard kan maken, uit. “Hier hebben ze ook een eerste elftal, ik ken de club goed en ik weet wat er allemaal aankomt vanuit de opleiding. Ik weet wat er in de selectie rondloopt, met heel veel van die jongens heb ik ook samengewerkt. Maar het is niet aan mij om daarover te beslissen, het wordt pas een keuze als die vraag zou komen.”