‘Ze zeiden dat ik hier een superster kon worden en ik krijg nu al veel liefde’
Met de grote droom om voor de nationale ploeg van India uit te komen vloog de achttienjarige Belg Triman Ranvir vorige maand naar de hoofdstad New Dehli. De aanvaller speelde in België en Nederland nog in het amateurvoetbal, maar er lonkt door zijn roots nu een bijzondere mogelijkheid om in India als profvoetballer aan de slag te gaan. Een club vinden lijkt geen probleem te worden, maar om voor het land uit te komen moet hij echt een Indiaas paspoort hebben, en juist dat blijkt door alle bureaucratische rompslomp allesbehalve eenvoudig.
Door Jordi Tomasowa
Na het doen van de nodige research vloog Ranvir begin maart met zijn vader naar India om zijn droom na te jagen. Pas op zijn twaalfde begon hij met voetballen, op het allerlaagste amateurniveau van België. Ranvir klom in de jaren daarna langzaam maar zeker op, via het AFC Tubize waar de broers Eden, Thorgan en Kylian Hazard hun opleiding genoten naar KSK Londerzeel. Nadat hij op het hoogste amateurniveau van België kampioen én topscorer werd, achtte hij zich klaar voor een volgende stap. Na in Nederland getraind en gespeeld te hebben met de academie van SJC, ging hij op kamers in Vleuten, in de gemeente Utrecht om bij de VRS academie aan de slag te gaan. “Ik had via via van de academie gehoord en ben hen op Instagram gaan volgen. Het was voor mij interessant omdat zij tegen profclubs spelen.”
Ranvir reisde vaak van Vleuten naar Hilversum om daar bij de plaatselijke FC zijn wedstrijden te spelen. “Ik trainde vier, vijf keer per week en dan in het weekend een wedstrijd. Met de VRS academie heb ik tegen Roda JC en VVV-Venlo Onder 18 gespeeld. We zijn een paar maanden geleden ook een keer naar Spanje geweest. Dat was een mooie ervaring. We speelden tegen vijf Spaanse ploegen. Ik was zes keer trefzeker en gaf ook twee assists. Je leert iedereen dan ook echt beter kennen. Zo was telefoongebruik niet toegestaan wanneer de ploeg bij elkaar was.”
Na deze trip naar Spanje hakte Ranvir definitief de koop door om voor zijn kans in India te gaan. “Het was altijd interessant, al had ik enkele jaren geleden nog niet echt veel research gedaan. Ik speelde destijds in Nederland bij de academie van SJC en daar had ik veel contact met zaakwaarnemer Charlie Mena. Hij heeft mij enorm veel bijgeleerd en vertelde mij ook dat India een optie voor mij zou kunnen zijn. Hij is van mening dat ik hier echt een ster kan worden. Gwendell van Riemsdijk van de VRS academie gaf mij later hetzelfde advies. Daardoor dacht ik: dit kan misschien echt iets worden. Mensen met ervaring geven mij dit advies.”
Ranvir is vervolgens contact gaan leggen met mensen uit India door op Twitter berichten te plaatsen met hashtags als ‘Indianfootball’, waarna hij vele tips kreeg om contact op te nemen met Ranjit Bajaj “Hij is eigenaar van drie clubs in India. Veel spelers uit de nationale ploeg spelen ook voor zijn clubs”, legt Ranvir uit. “Sinds een kleine twee weken is hij mijn zaakwaarnemer. Ranjit is de reden dat ik in India ben. Hij nodigde mij en mijn vader in december uit om te zien hoe het hier is. Hij gaf aan dat ik de kwaliteiten heb om voor India Onder 20 uit te komen, maar wilde mij met eigen ogen aan het werk zien. Ik mocht een week meetrainen met de Minerva Academy in hun voorbereiding op de I-League Onder 17, wat het hoogste niveau van India is.”
Tijdens deze trainingsweek maakte Ranvir de nodige indruk op Ranjit, die genoeg potentie in hem zag. Toch was er één groot obstakel waar de jongeling al enkele jaren van op de hoogte was: om daadwerkelijk kans te maken om voor India uit te komen, moet hij een Indiaas paspoort verkrijgen en afstand doen van zijn Belgische nationaliteit. “Dat laatste was voor mij geen probleem. Het is niet dat ik nooit meer naar België kan. Ik heb mijn scholing daar gehad en mijn diploma en rijbewijs eveneens daar gehaald. Ik spreek Nederlands en Frans, dus ik zie geen reden dat ik later niet opnieuw de Belgische nationaliteit kan krijgen. Vandaar dat ik tot de beslissing ben gekomen dat ik mijn nationaliteit wil veranderen.”
“Ik ben eerst naar de ambassade van India in Brussel gegaan, maar ze wisten daar niet wat ze met mij aan moesten. Niemand wil een Indiaas paspoort aanvragen, meestal is het omgekeerde het geval.” In Brussel kreeg Ranvir te horen dat hij beter naar India zelf kon gaan om daar een paspoort aan te vragen. Eenmaal aangekomen in het Aziatische land, werd al snel duidelijk dat hij telkens van A naar B werd gestuurd.
“Er is niemand die je echt helpt, dat is wel irritant. Ik ben van de ambassade naar de District Magistrate - wat een soort burgemeester is - in Nawanshahr gegaan. Hij stuurde me naar een Indian Passport Office, waar ik te horen kreeg dat ik mijn Indiase nationaliteit online moest aanvragen via Home Affairs, alleen die site werkte niet… Mijn zaakwaarnemer Ranji zorgt gelukkig goed voor me. Hij regelde een verblijf voor mij. Ik krijg hier eten, drinken en kan meetrainen bij Delhi FC, dat uitkomt in de I-League 2, het derde niveau van India.”
Ranvir loopt vooralsnog tegen het probleem aan dat spelers met een dubbele nationaliteit niet voor India uit mogen komen. “Maar laat dan spelers die een nationaliteit willen opgeven een sneller proces krijgen”, zegt hij lichtelijk geïrriteerd. “Op de traditionele manier kan het echt vijf tot zeven jaar duren. Ik heb er geen moeite mee om zes maanden te wachten, maar stel dat een speler uit de Premier League met Indiase roots zo lang moet wachten… Waarom zou hij dat doen? Er leven 1,4 miljard mensen in India, maar het land heeft nog nooit een WK gespeeld.”
In India zijn er volgens Ranvir nauwelijks goede velden te vinden. “Enkel twee of drie van de veertig staten nemen voetbal serieus. Van de 1,4 miljard mensen kun je negentig procent wegstrepen. Hoeveel jongens krijgen een goede jeugdopleiding op goede velden en letten op hun voedsel? Dan zijn er misschien nog maar tweehonderd voetballers waar je een selectie uit kunt maken.” Ranvir is dan ook van mening dat de beste spelers van India in Europa actief zouden moeten zijn. “Dat kan enkel alleen als het land in de top zeventig op de FIFA-ranking staat, anders hebben ze een visum nodig. Ik ben pas de tweede speler die de Indiase nationaliteit probeert te krijgen. Arata Izumi ging me meer dan tien jaar geleden voor. Hij was Japans, getrouwd met een Indiase vrouw en zelfs voor hem heeft het vijf of zes jaar geduurd.”
Een ander mooi voorbeeld is Sunil Chettri. De inmiddels 38-jarige spits hoeft met zijn 84 interlandgoals voor India alleen Cristiano Ronaldo (122) en Lionel Messi (102) voor zich te dulden. De doelpuntenmachine tekende in 2009 een driejarig contract bij Championship-club Queens Park Rangers, maar kreeg geen werkvergunning omdat India te laag op de FIFA-ranking stond.
“Als ze van mij het goede voorbeeld kunnen maken, kunnen alle andere spelers met Indiase roots proberen voor het land uit te komen. Dan kunnen we in de top zeventig raken. Met vier of vijf van zulke spelers kun je iets bewerkstelligen. Doe je dat niet, dan moet je wachten tot er betere velden gerealiseerd worden. Om je een voorbeeld te geven van de situatie: In Afghanistan is het een bende, maar dat land wint gewoon van India. Afghaanse spelers spelen niet in het binnenland, maar bijvoorbeeld in Duitsland in de derde of vierde klasse.”
Met zijn droom om als geboren Belg voor de nationale ploeg in India uit te komen heeft Ranvir in het Aziatische land inmiddels al heel wat aandacht getrokken. “Dat is bijna niet voor te stellen. Als je mijn naam op Google intypt, zie je dat ik van niemand iemand ben geworden. Er is een Wikipedia-pagina over mij gemaakt en een profiel op Transfermarkt. Het enige verschil is dat ik nu in India ben. Er is voor de rest niks veranderd, ik ben nog steeds dezelfde persoon.”
Ranvir geeft aan voor zijn gevoel ‘een soort van beroemd’ te zijn geworden. “Mensen maken foto’s van mij, vragen om handtekeningen. Dat waardeer ik natuurlijk. Zonder al die liefde had ik kunnen denken: ik blijf toch in Europa en vertrek misschien later naar India. Maar ik heb zoveel liefde gekregen, waardoor ik dit een kans wil geven. Proberen kan geen kwaad. Als zij het niet willen, dan is het geen probleem. De deur in Europa is voor mij niet gesloten, maar ik zie het als een kans om het voor India en voor de mensen te doen.”
Door de bureaucratische rompslomp omtrent zijn paspoortaanvraag, kan hij nu alleen nog maar wachten. “Het is buiten mijn macht, de regering en de Indiase voetbalbond AIFF moeten in actie komen. We moeten zien hoeveel zij willen investeren in het land en hoeveel succes zij met de Indiase voetbalploeg willen boeken.” Volgens Ranvir lopen er heel wat getalenteerde voetballers in India rond, maar kunnen zij zich nauwelijks ontwikkelen, mede doordat de coaching van een laag niveau is. “De trainers hebben geen diploma’s, er zijn geen goede velden. De spelers hebben talent, maar kunnen er niks mee doen. India is een groot sportland. We zijn een van de besten in hockey, cricket, badminton en gewichtheffen. Alleen omdat India niet goed is in voetbal, wordt het niet als een sportland gezien.”
Ranvir hoopt binnenkort zijn wedstrijden te kunnen spelen bij een club die actief is in de Reliance Development League "Dat is een privé competitie georganiseerd door de Reliance Group. In elke staat spelen vijf tot tien ploegen. Drie of vier teams kwalificeren zich om naar de volgende ronde te gaan, op nationaal niveau, en uiteindelijk mogen de vier beste landelijke ploegen naar Engeland om mee te doen aan de Next Gen Cup tegen Premier League-clubs.” Kerala Blasters, een van de grootste clubs uit Azië qua volgers, toonde in een eerder stadium ook interesse in Ranvir. Een contract zat er echter uiteindelijk niet in. "Ik had graag iets van zekerheid gewild, maar zij wilden mij enkel op proef laten komen tot het einde van het seizoen."
Ondanks dat zijn paspoortaanvraag verre van soepel verloopt, heeft Ranvir het wel naar zijn zin in India. In de eerste weken moest hij er vooral wennen aan de temperatuur en het verkeer. “De manier hoe ze hier in India rijden, dat is echt een gekkenhuis”, zegt hij lachend. “Je bent hier verplicht om links te rijden, dat is voor mij geen probleem. Je moet alleen niet echt naar de regels kijken, maar vooral oppassen voor andere chauffeurs. Het is ieder voor zich op de weg. Het is echt niet normaal, je moet het zien om te geloven.”
“Overdag kan het hier 35 tot 40 graden worden. Maar het is hier anders warm dan in België of Nederland, dus je kunt het niet met elkaar vergelijken. De huizen zijn hier hittebestendig. Als het dan een keer koud is, dan voel je het direct. Ik woon in de provincie Punjab en ben in Mohali, Chandigarh. Het is hier in India zo divers. Het is een wereld in een wereld. De mensen spreken hier abnormaal veel talen en er zijn enorm veel verschillende culturen. Je kunt zo veel van elkaar leren. Je hebt hier woestijn, regenwouden, platteland en de Himalaya. Het acclimatiseren gaat nog wel even duren, maar de mensen zijn hier aardig en de aandacht die ik krijg is echt te gek.”