‘Ze zeiden dat dan mijn voet geamputeerd had moeten worden’
Michael Keane liep vorig jaar in het Carabao Cup-duel met Sunderland een horrorblessure op. Door een charge van James Vaughan ontstond er een diepe wond in de voet van de verdediger van Everton. Het scheelde niet veel, of het incident had het einde van de loopbaan van de 25-jarige Keane kunnen betekenen.
“Ik speelde door, maar ik wist dat er iets niet goed was. Er zat een gat in mijn schoen, die was ontstaan door zijn noppen. Mijn voet deed pijn in de rust, maar ik deed er niks aan en speelde gewoon de tweede helft. Toen ik na de wedstrijd mijn schoen uittrok, zat er overal bloed”, zegt Keane in gesprek met The Times. De wond werd gehecht, maar de volgende ochtend werd de verdediger angstig wakker.
“Ik kon niks met de voet, het kostte me tien minuten om naar het einde van mijn bed te komen”, aldus de Engelsman. Hij kreeg het advies om drie weken rust te nemen, maar keerde tien dagen later alweer terug in het elftal van Everton. Hij moest wel grotere schoenen gebruiken, omdat zijn voet nog dik was. “Ik kon een bal trappen, maar het gevoel was niet hetzelfde. Ik speelde best aardig tegen Burnley, alleen werd alles daarna nog erger.”
Na het duel met Arsenal begon de voet te zwellen en ontstond er een ontsteking, waarna Keane met spoed naar een privé-ziekenhuis in Liverpool gebracht werd en antibiotica kreeg. “Als ik was blijven doorlopen, was het pas echt erg geworden. Ze zeiden dat dan mijn voet geamputeerd had moeten worden.”