‘Ze hebben allemaal vrienden die vermoord zijn of in de gevangenis zitten’
De ‘jongens uit de banlieues’ vormden afgelopen zomer de kern van het Franse elftal dat zich tot wereldkampioen wist te kronen. Als Engeland in de toekomst tot gelijke hoogten weet te stijgen zal zich mogelijk een soortgelijk fenomeen voordoen, aangezien er momenteel een generatie spelers aankomt die is opgegroeid onder vergelijkbare omstandigheden als die in de Parijse voorsteden. In Zuid-Londen bevindt zich namelijk een gebied van vijftien à twintig vierkante kilometer dat zich ontpopt tot een van de meest talentrijke regio’s van Europa.
Door Robin Bruggeman
Kylian Mbappé, Paul Pogba, N’Golo Kanté, Benjamin Mendy, Blaise Matuidi, Alphonse Areola, Presnel Kimpembe en Steven Nzonzi waren de acht spelers in de selectie van bondscoach Didier Deschamps wier roots in de banlieues liggen. Hoewel het woord in eerste instantie werd gebruikt om buitenwijken en voorsteden in het algemeen te beschrijven, waaronder bijvoorbeeld ook het rijke Versailles, Maisons Laffitte en Neuilly-sur-Seine, veranderde de betekenis in de jaren zeventig. Na veel onrust en opstootjes in de minder welvarende buitengebieden van Parijs kwam ‘banlieue’ uiteindelijk synoniem te staan voor de armere wijken van de stad, die vooral werden bevolkt door immigranten en waar de politie niet altijd de bovenliggende partij leek.
Dit is geen ontwikkeling die alleen in Frankrijk valt waar te nemen. Net als in alle grote steden ter wereld kent Londen vergelijkbare gebieden en in het verleden was het niet ongewoon om van een taxichauffeur te horen dat een rit niet ten zuiden van de Thames mocht leiden. Voor de mensen die in wijken als Southwark, Lewisham, Croydon en Lambeth woonden betekende dit in het dagelijks leven dat zij waarschijnlijk minder middelen tot hun beschikking hadden om vooruit te komen in de samenleving, een grotere kans maakten om in aanraking te komen met criminaliteit en moesten vechten tegen de vooroordelen die hun woonomgeving met zich meebracht.
Een van de manieren om hieraan te ontsnappen ligt op het voetbalveld en in de afgelopen decennia vonden verschillende spelers hun weg vanuit deze buurten naar het grote podium van de Premier League. Ian Wright en Rio Ferdinand zijn vooralsnog de meest aansprekende namen die een arme buurt in Zuid-Londen wisten in te ruilen voor de toppen van de Engelse competitie, maar zij zullen mogelijk in de komende jaren van de troon gestoten worden. Met onder meer Jadon Sancho, Reiss Nelson, Joe Gomez, Ryan Sessegnon, Callum Hudson-Odoi en Ademola Lookman zit er namelijk een zeer talentvolle generatie aan te komen die hun wieg in het gebied onder de Thames had staan en de verwachting is dat zij op niet al te lange termijn de kern van de Engelse nationale ploeg gaan vormen.
Van deze spelers zijn Gomez, Sancho en Nelson op dit moment het verst in hun ontwikkeling. Eerstgenoemde beleeft dit seizoen zijn grote doorbraak bij Liverpool en was tot zijn blessure de vaste partner van Virgil van Dijk in het hart van de verdediging van the Reds. Sancho en Nelson komen allebei uit Southwark, kennen elkaar al van jongs af aan en kunnen praktisch worden omschreven als schoolvoorbeelden van spelers uit armere, achtergestelde, stedelijke buurten. Doordat jongens die in deze contreien opgroeien weinig groen en weinig ruimte om zich heen hebben wordt er gevoetbald op alle open plekken die voorhanden zijn; van de straat en stoep tot parkeerplaatsen en kleine betonnen trapveldjes. Door het gebrek aan ruimte komen de technische spelers zo al snel bovendrijven en het weinige beschikbare oppervlakte dwingt jonge voetballers ertoe om snel te handelen, een manier te vinden om meteen van een tegenstander af te komen en beide voeten te gebruiken.
Hoewel Sancho en Nelson niet de enige handige dribbelaars uit hun buurt waren hadden de twee al van jongs af aan iets extra’s, zo merkte coach Ahmet Akdag al vroeg op. De oefenmeester won in 2011 als trainer van het team van de buurt Southwark de London Youth Games met Borussia Dortmund-revelatie Sancho en de op dit moment door Arsenal aan TSG 1899 Hoffenheim verhuurde Nelson: “Ze waren allebei vlijmscherp met hun geest en met hun voeten. Ze waren van een compleet ander niveau dan de anderen. Zij hadden de kwaliteit om langs tegenstanders te glijden alsof ze er helemaal niet waren, de kwaliteit om beide voeten te gebruiken. De snelheid aan de bal en ook de snelheid van denken. De kwaliteiten om spelers te verslaan die net zo snel waren als zij, omdat ze een paar stappen vooruitdachten”, blikt Akdag terug in gesprek met The Independent.
Sancho en Nelson groeiden op in een van de armste wijken van Londen, die vorig jaar en het jaar ervoor nog bovenaan het lijstje stond met de buurten waarin de meeste steekpartijen plaatsvonden. Het is dan ook geen toeval dat Sancho ervoor koos om zijn profloopbaan te beginnen bij Watford in plaats van bij het eveneens geïnteresseerde Arsenal of Chelsea. De dribbelaar kon bij the Hornets namelijk meteen instromen in het internaat van de club, waardoor hij in plaats van heen en weer te reizen naar een van de Londense clubs zijn oude buurt kon verlaten en zich alleen maar op voetbal hoefde te focussen: “Als ik geen voetballer was geworden zou het leven niet goed voor mij zijn geweest, er waren veel slechte mensen in mijn buurt. Wat er had kunnen gebeuren als ik niet had gevoetbald, is iets wat ik altijd bij me draag”, blikte hij vorig jaar tegenover de BBC terug op de plek waar hij opgroeide.
Sancho gebruikte de buurt waar hij vandaan kwam dus als motivatie om het verder te schoppen op het voetbalveld en Gavin Rose, trainer van het plaatselijke Dulwich Hamlet, merkt dat dit vaker voorkomt. De Engelsman denkt dat spelers uit deze gebieden een mentale voorsprong hebben op leeftijdsgenoten die een jeugd met minder tegenslagen door hebben gemaakt: “Steekpartijen en bendes kunnen ervoor zorgen dat een getalenteerde voetballer gefocust blijft. Het kan op een negatieve manier een afleiding zijn, maar ook op een positieve manier. Als je talent hebt, heb je een uitweg, een manier om er niet bij betrokken te raken. Ze hebben allemaal vrienden die neergestoken zijn, vermoord zijn of in de gevangenis zitten en dat vormt een enorme motivatie om het goed te doen”, was hij duidelijk.
De buurt waar Sancho opgroeide dwong hem ertoe om in sneltreinvaart op te groeien en die volwassenheid etaleerde de kersvers international in de zomer van 2017 opnieuw. Manchester City deed er destijds alles aan om de groeibriljant, die in 2015 over was gekomen van Watford, aan boord te houden en bood hem zelfs een weeksalaris van 33 duizend euro. Sancho zag bij the Citizens echter weinig perspectief op speelminuten in het eerste elftal en maakte vervolgens de overstap naar Borussia Dortmund, waar hij is uitgegroeid tot een van de meeste begeerde talenten op de Europese velden. Gomez schopte het in tegenstelling tot zijn generatiegenoot wel tot de hoofdmacht van een grote Engelse club en maakte een soortgelijke jeugd door als de dribbelaar. De verdediger begon zijn loopbaan bij Charlton Athletic en moest dagelijks met de beruchte bus 160 naar het trainingscomplex van the Addicks: “We noemden het altijd het front. Het was niet altijd veilig en soms was ik heel gespannen. Het kon voorkomen dat iemand je telefoon wilde stelen. Het was niet idioot, je werd niet bedreigd met een mes of zoiets, maar het was ook niet altijd leuk”, vertelde hij eerder aan de Daily Mirror.
Met Sancho als blikvanger en verder onder meer Gomez, Nelson, Lookman, de talenten Emile Smith-Rowe, Eddie Nketiah (beiden Arsenal), Tammy Abraham, Hudson-Odoi, Trevor Chalobah (allen Chelsea), Ebere Eze (Queens Park Rangers) en meer gearriveerde spelers als Chris Smalling, Wilfried Zaha, Nathaniel Clyne, Victor Moses en Jordon Ibe kan er een heel aardige selectie worden gemaakt met spelers afkomstig uit de culturele melting pot van de armere buurten van Zuid-Londen en The Guardian omschreef het gebied vorig jaar enigszins gekscherend al als een ‘betonnen Catalonië’. Met een bevolking van 2,8 miljoen inwoners zijn de wijken dit seizoen bijzonder goed vertegenwoordigd in de Premier League: ruim 10 procent van de Engelse spelers die minuten hebben gemaakt bij een van de twintig clubs op het Engelse hoogste niveau was afkomstig uit Zuid-Londen, terwijl het gebied ‘slechts’ 5,2 procent van de totale Engelse bevolking herbergt.
Lokale clubs als Crystal Palace, Charlton Athletic, Millwall en Wimbledon profiteren tot op zekere hoogte van het enorme aanbod dat in de omgeving van hun stadions voorhanden is, maar in tegenstelling tot de tijd van Wright en Ferdinand weten scouts van de grote clubs uit het noorden en de rest van Londen ook steeds vaker de andere kant van de Thames te vinden. Liverpool had in het verleden met Ibe en nu Gomez twee van de grootste talenten onder contract staan, terwijl ook Manchester City graag vist in het gebied. Een scout van een van de clubs uit de Engelse top zes die anoniem wil blijven gaf onlangs in gesprek met The Guardian aan te verwachten dat dit in de toekomst alleen maar vaker voor zal komen: “Ik denk dat het gebied op hetzelfde niveau staat als Parijs. Ik ga daar vaak heen en ik denk dat het enige verschil is dat die spelers uit een land komen waar de clubs jonge voetballers wel een kans geven. Als Crystal Palace en Charlton Athletic het moeilijk hebben en ze geen andere keuze hebben dan het met jonge spelers te doen, produceren ze Wilfried Zaha en Joe Gomez. Dat is geen toeval, dat soort dingen gebeuren altijd als spelers een kans krijgen. Er loopt daar zoveel talent rond, maar soms heb je ook een beetje geluk nodig om een kans te krijgen van de trainer. Er wonen meer Zaha’s in Croydon, dat kan ik je verzekeren.”