voetbalzone

Wytse van der Goot wijst beste sportpresentator van Nederland aan

Justus Dingemanse27 mei 2022, 21:10
Laatst bijgewerkt: 27 mei 2022, 21:10
Advertentie

In het tweede seizoen van Kopstukken ontvangt presentator Justus Dingemanse bekende gezichten uit de vaderlandse voetbaljournalistiek in Restaurant & Bar NOLA te Utrecht. Aan de hand van interessante anekdotes geven ze een kijkje in de mediawereld vol perskamers, zenderbazen en strakke deadlines. In deze aflevering neemt presentator Wytse van der Goot plaats in de stoel naast Justus, om zijn eigen tak van sport eens van commentaar te voorzien. Hij vertelt onder meer over zijn onzekerheid, de geweldige kanten aan zijn werk en waarom het niet verkeerd is om een ‘hoer van Hilversum’ te zijn.

Door Justus Dingemanse & Kevin van Buuren

Ondanks een verleden bij de toneelschool, doet Van der Goot niet meer aan generale repetities. Zodra hij tijdens het interview een kleine verspreking maakt, verbetert hij zich direct. “Het is ook irritant. Dan merk ik dat ik iets minder scherp ben en denk ik: corrigeren!”, zegt hij terwijl hij streng met zijn vingers knipt. In zijn werk als presentator en commentator is er regelmatig script en moet alles in een keer perfect: “Met mijn drukke schema kan ik niet altijd honderd procent zijn, maar dat wil ik wel.”

Als Van der Goot een foutje maakt, horen potentieel miljoenen mensen dat. Zo noemde de Ziggo-commentator ooit Ajax-trainer Erik ten Hag per abuis Jan van Halst, tijdens de Champions League-wedstrijd tegen Juventus. “Dat is uit mijn jeugd met Panini-plaatjes. Die twee kale Twentenaren, die zitten bij mij in één hersencel”, verklaart hij. “Ik neem aan dat mensen weten dat ik niet dacht dat Jan van Halst daar stond. Het was gewoon een menselijke fout, op een enorm klotemoment. Ik voelde me een paar dagen zó klote daarover.”

voetbalzone

Van der Goot is in het gesprek open over zijn onzekerheden. Tijdens zijn werk als commentator, presentator en verslaggever eist hij altijd het een foutloos optreden van zichzelf. Hij kan zich er dan ook mee identificeren als Justus naar het imposter syndrome verwijst. “Dat heb ik heel vaak. Je hebt continu het gevoel dat er iemand binnen kan stormen en zegt: ‘Zie je nou wel. We hebben het altijd al geweten. Je kan er echt geen zak van! Denk je nou echt dat mensen jou goed vinden?’” De sportverslaggever geeft aan dat ‘niet goed genoeg zijn’ zijn grootste angst is.

Hoer van Hilversum
Toch blijft Van der Goot ja zeggen tegen nieuwe klussen en uitdagingen. “Of ik dat allemaal kan omdat ik zoveel talent heb? Dat moet het wel zijn, ja”, grapt hij. De vergelijking met Wilfred Genee, die zichzelf ‘de hoer van Hilversum’ noemde, maakt hem niets uit. “Ik vind alles ook leuk om te doen. Al werk ik al lang voor dezelfde werkgever, Southfields. Die verhuurt mij, of verhoert mij, haha.” Tegenwoordig is Van der Goot het gezicht van Ziggo Sport, maar hij onderschat zijn tijd als beginnend beeldbandredacteur niet.

voetbalzone

“Ik weet wat een bandredacteur doet. Ik ben ook nog productieassistent geweest, dus ik weet wat die moet doen om mij mijn werk goed te laten doen.” Zo klom hij op tot verslaggever bij wielerprogramma Tour du Jour en groeide door naar andere sportprogramma’s. Van der Goot weet niet of hij de kans tot dit alles had gekregen als zijn vader niet al werkzaam in Hilversum was. “Maar dat is niet de reden dat ik hier nu zit. Dat is omdat ik het beste van mezelf eis.” Dankzij die instelling zit de presentator vandaag de dag zelf aan het hoofd van de praattafels. Een plek die soms best intimiderend is.

Zo nam hij het praatprogramma Rondo over van icoon Jack van Gelder en zit hij daar vaak tussen voetbalgrootheden als Marco van Basten en Ruud Gullit, een positie die hij soms even moet relativeren. “Ga jij Marco van Basten even interrumperen? Dat is best lastig hoor. Dat zijn wel momenten dat ik heel goed besef hoe klein ik ben als presentatortje. Dan denk ik: dit klopt toch niet?” De gespreksleider geeft aan dat hij zich soms naar het einde ploetert: “Ik ben altijd opgelucht als ik weer goed door een programma ben gekomen. Ik geniet er wel van, maar ik wil het zo graag goed doen en ben er onzeker van of ik het dan wel goed doe.”

voetbalzone

Liefhebber aan het woord
Genieten doet hij nog altijd enorm van het spelletje. Hij omschrijft zichzelf als ‘een liefhebber aan het woord’. Een kijker en luisteraar die toevallig bekeken en beluisterd wordt. “Ik vind juist alles om het voetbal heen zo mooi. Mij hoor je niet snel over half spaces, daar heb ik niet genoeg verstand van. Maar wel wat er gezongen wordt, of over de nieuwe tribune.”

De liefhebber laat dan bijvoorbeeld een stilte vallen, wanneer het Liverpool-publiek You’ll never walk alone zingt. Voor zijn presentatie heeft hij een aantal regels: “Veel praten tot de aftrap, daarna stil. Eerst wat vette feitjes vertellen, maar wanneer die bal rolt wil ik zo min mogelijk zeggen.” Van der Goot kwam erachter dat deze vorm het beste werkt voor hem. “Ik heb ook wel eens de stijl van Sierd geprobeerd, met grappen en Spaanse zinnetjes, maar dat was niks voor mij.” Verder staat de presentator bekend om zijn zuivere stem en rijk gevulde zinnen.


Wytse van der Goot wijst de beste sportpresentator van Nederland aan

“Op de toneelschool leerde ik ademen, rust nemen, gronden – dus er echt staan. En een Engels woord dat belangrijk is: composure.” Collega-analist Rafael van der Vaart sprak ooit tijdens een uitzending bewondering uit voor de technieken van Van der Goot. “Wat praat jij toch goed. Jouw ademhaling, dat vind ik heel mooi”, zei de oud-international. “Ik vind het zo heerlijk om met Rafael te werken. Hij is goud, hè? Fantastisch.” Maar, de twee zijn het niet altijd eens, getuige het moment dat Van der Vaart eens dreigde weg te lopen tijdens een uitzending waarin Van der Goot een compliment gaf aan Timo Werner.

“Ik weet ook wel dat Werner niet Robin van Persie is. Alleen ik vond die afronding...” Hij haalt het doelpunt zich nog eens voor de geest. “Omdat Raf daar staat, zeg ik: ‘Hij lijkt wel een beetje op Van Persie, hè?’” Van der Vaart was het daar duidelijk niet mee eens. “Als je hem nog één keer met Robin van Persie vergelijkt, loop ik weg!” Het zijn de momenten waardoor de gastheer zijn werk nog jaren wil doen. Werk waar hij, ondanks zijn onzekerheden, door een breed publiek om geroemd wordt. Al blijft hij daarin relativeren: “Dit is wat ik doe. En wat ik goed kan, maar bekend worden is totaal geen drijfveer voor me.”