voetbalzone

‘Wim Jonk zag in mij de kwaliteiten die horen bij een Ajax-speler’

Gijs Freriks29 okt 2017, 21:41
Laatst bijgewerkt: 29 okt 2017, 21:41
Advertentie

TRENCÍN - Na het reguliere seizoen van de voetbaljaargang 2006/07 staat AS Trencín op degraderen. De club heeft na 22 speelronden slechts veertien punten verzameld, liefst tien punten minder dan nummer voorlaatst Spartak Trnava en staat dus stijf onderaan. Toch slaagt Trencín erin zich te handhaven. In de degradatiepoule die na het seizoen wordt afgewerkt, eindigt de club uit West-Slowakije op de vierde plaats en daarmee verzekert men zich van een extra jaar in de Fortuna Liga. De opluchting is groot, zo ook bij Tscheu La Ling. Als Trencín was gedegradeerd, dan was de nu 61-jarige Hagenaar nooit in Trencín gestapt en was dit stuk nooit geschreven.

Door Gijs Freriks

Jongensboek
“In de slotwedstrijd van het vorige seizoen hebben ze in de laatste vijf minuten gewonnen, terwijl de concurrent verloor. Eigenlijk had het dus niet zo mogen zijn”, zegt La Ling in november 2007 in een interview met de Volkskrant. De ondernemer, die officieel Tschen la Ling (‘hij die in het oosten van het bos is geboren bij gunstige wind’) heet, heeft in Slowakije al geïnvesteerd door kantoorpanden en winkelcentra op te kopen en wil zich nu dus wagen aan een voetbalclub in Trencín, 125 kilometer ten noordoosten van Bratislava in de vallei van de rivier de Váh. Als het lot Trencín in de degradatiepoule goedgezind blijkt te zijn, gaan La Ling en vriend Henk ter Braak overstag en stappen zij in de club. La Ling wil met Trencín binnen twee jaar kampioen worden om vervolgens de Champions League in te gaan.

“Dat is mijn zelfgeschreven jongensboek”, voegt hij eraan toe. Even lijkt het project te mislukken, want Trencín degradeert in het eerste seizoen waarin La Ling het voor het zeggen heeft. Na drie voetbaljaren keert men echter weer terug op het hoogste niveau. Trencín wordt in 2014/15 en 2015/16 kampioen en speelt Champions League-voorrondevoetbal tegen Steaua Boekarst, NK Olimpija en Legia Warschau. De poulefase wordt niet gehaald, maar Trencín mag zich inmiddels scharen tot van de grootste spelers in het Slowaakse voetbal en dat komt mede door het uitgekiende transferbeleid van de club. Trencín scout veel in onder meer Nigeria en Nederland en de spelers uit die landen blijken vaak een schot in de roos te zijn.

Rabiu Ibrahim, Kingsley Madu en Moses Simon doen het goed in Štadión na Sihoti en datzelfde geldt voor onder anderen Gino van Kessel en Ryan Koolwijk. In het lopende seizoen zijn zelfs bijna alle uitblinkers van Trencín van Nederlandse komaf: de geboren Rotterdammer Rangelo Janga scoorde al tien keer in elf competitiewedstrijden en op het middenveld blinken Ricky van Haaren (8 duels, 2 doelpunten, 2 assists), Aschraf El Mahdioui (13 duels, 1 doelpunt, 2 assists) en Desley Ubbink (10 duels, 1 doelpunt, 7 assists) vrijwel wekelijks uit. Voetbalzone spreekt met de twee laatstgenoemden: de 21-jarige El Mahdioui uit Amsterdam en de 24-jarige Ubbink uit Roosendaal. Een dubbelinterview:

voetbalzone

Hoe bevalt het bij AS Trencín?
Ubbink: “Prima. Er waren hier al een paar Nederlanders en dat maakte het natuurlijk een stuk makkelijker. Je kunt buiten het veld met elkaar communiceren en in het veld is de communicatie ook beter, al is de voetbalcommunicatie met de buitenlanders ook gewoon goed. De Nederlanders gaan veel met elkaar om, trekken met elkaar op en we gaan af en toe wat eten, enzovoort. Dat maakt het makkelijker dan wanneer je hier alleen zou zitten.”

El Mahdioui: “Er zijn hier vijf Nederlanders met wie ik het goed kan vinden, we zijn heel hecht met elkaar. Ik ben goed opgevangen bij de club en zie dit als de ideale stap om mij verder te ontwikkelen. Ik had in het begin wel twijfels, wist niet wat ik precies kon verwachten, ook omdat ik natuurlijk alleen in eigen land heb gespeeld. Daarom heb ik hier in de voorbereiding een weekje meegedaan om te kijken hoe het hier is. Ik wilde niet direct een contract tekenen, want stel dat ik het helemaal niks zou vinden… maar na die week had ik een heel goed gevoel. De faciliteiten zijn goed, er wordt keihard getraind en er zit kwaliteit in de groep. Er wordt veel op balbezit getraind en we spelen weinig met lange ballen. Wij voetballen van achteruit en dat vind ik belangrijk. Dat ligt mij als voetballer meer.”

“Ik heb al meer wedstrijden gespeeld dan vorig seizoen, dus persoonlijk heb ik niets te klagen. In het begin waren de resultaten niet best, maar we hebben nu vijf keer achter elkaar gewonnen. Iedereen in het team begrijpt het spelletje en als middenvelders zorgen we voor kansen en goals. De samenwerking verloopt heel goed. We staan ook maar vier punten achter de nummer twee, het ligt heel dicht bij elkaar. En zondag spelen we tegen de koploper (Spartak Trnava, red.)”

voetbalzone

El Mahdioui ruilde de jeugdopleiding van AVV Zeeburgia in de zomer van 2013 in voor de A2 van Ajax en werd in zijn eerste seizoen verkozen tot Talent van de Toekomst. “Aschraf kwam van een heel ander niveau, maar heeft zich in een heel korte fase weten te ontwikkelen tot de speler die hij nu is”, zei Wim Jonk toen op de website van de Amsterdammers. El Mahdioui trainde ook een paar keer mee met de selectie van Frank de Boer, maar zou zijn debuut in het eerste elftal nooit maken. Na drie jaar vertrok hij naar ADO Den Haag.

Aschraf, hoe kijk je terug op je periode bij Ajax?
“De voorbereiding op mijn eerste seizoen was moeizaam, wennen. Maar daarna is het heel snel gegaan. Ik werd in november overgeheveld naar de A1 en dat ging heel goed; ik kreeg een vaste basisplaats. In het seizoen erna speelde ik in Jong Ajax bij Jaap Stam en Andries Ulderink, maar toen heb ik niet zoveel gespeeld als verwacht. Dat was vaak wel lastig. Ik heb niet het gevoel dat ik een eerlijke kans heb gekregen bij Jong, maar bleef wel keihard trainen om beter te worden. Als je niet veel minuten maakt, moet je je toch blijven ontwikkelen en daarom heb ik veel extra trainingsuren gemaakt. Later in het seizoen kreeg ik meer minuten en hoewel ik veel heb geleerd van Stam, is het seizoen niet verlopen zoals ik graag gezien had.”

Hoe verklaar je dat?
“De concurrentie bij Ajax is heel groot en bij Jong doen ook vaak spelers mee uit het eerste elftal. Die moeten dan spelen. Uiteindelijk zijn het de trainers die bepalen. Ik vind het jammer dat ik het eerste niet heb gehaald, want dat was een droom van mij.”

voetbalzone

Heb je die droom inmiddels laten varen?
“Nee, ik ben 21 jaar, profvoetballer en sta in de basis bij een hele mooie club in het buitenland. Daarnaast ontwikkel ik mezelf elke dag, train hard en wordt steeds beter! Ajax is en blijft een fantastische club, het blijft hoe dan ook mijn cluppie. Wie weet hoe mijn ontwikkeling verloopt. Ik probeer dit seizoen alles te spelen en we zullen zien wat er in de toekomst gebeurt.”

El Mahdioui koos zoals gezegd eieren voor zijn geld en tekende voor drie jaar bij ADO. Wim Jonk, de man die El Mahdioui bij Zeeburgia had weggehaald, voorspelde in het Algemeen Dagblad een gouden samenwerking: “Aschraf is een echte ouderwetse spelverdeler, een type Andrea Pirlo. Met snelle ogen, een goede pass die hij ook op tijd kan geven. Daardoor kan hij anderen één op één voor de keeper zetten.” De controleur speelde echter slechts zestien wedstrijden in het eerste elftal. Toen El Mahdioui was vertrokken naar Trencín, zei manager voetbalzaken Jeffrey van As: “Achraf is onmiskenbaar een uitstekende speler, maar hij kon het afgelopen seizoen nooit volledig tot wasdom komen bij ADO Den Haag.”

Hoe komt het dat het bij ADO niet gelukt is?
“ADO is een heel mooie volksclub met een fantastisch publiek. Ik had ook een goed gesprek met Zeljko Petrovic gehad, maar het type voetbal lag mij niet. Ik ben gewend om van achteruit te voetballen, maar ADO koos geregeld voor de lange bal en dan heb je een ander type ‘nummer zes’ nodig. De tactiek van ADO kwam mijn spel namelijk niet ten goede. Op een gegeven moment zette Alfons Groenendijk ook iemand anders neer op mijn positie. Ik kon het goed met hem vinden en heb een leerzaam en mooi jaar gehad, maar ben na één seizoen toch gaan evalueren of ik en ADO wel bij elkaar pasten.”

Net als El Mahdioui kreeg ook Ubbink geen voet aan de grond in de Eredivisie. Bij RKC Waalwijk zat hij bij zes wedstrijden in de Eredivisie op de reservebank, maar viel hij niet in. Hij speelde één wedstrijd in het eerste elftal: in 2013 deed Ubbink in de bekerwedstrijd tegen Heracles Almelo (0-1 verlies) 68 minuten mee. Nog geen half jaar later was de aanvallende middenvelder vertrokken, want na een succesvolle proefperiode van twee weken op een trainingskamp in Turkije tekende Ubbink een contract bij FK Taraz.

Hoe kwam die transfer naar Kazachstan tot stand?
“Bij RKC Waalwijk zat ik iedere week op de bank. Ik haalde het niveau wel, maar op een gegeven moment kwamen er veel spelers terug van blessures en zag Erwin Koeman het voor mijn gevoel niet meer in mij zitten. Ik speelde mijn wedstrijden in het tweede, zag er weinig perspectief meer. Als je dan een uitdaging aan kan gaan, dan doe je dat. Arno Pijpers (destijds de trainer van Taraz, red.) vroeg of ik eens wilde komen kijken en het trainingskamp in Turkije beviel goed. Ik moest natuurlijk wel goed nadenken, want ik zou mijn familie en vrienden achterlaten. Ik vond het echter een mooi avontuur om aan te gaan en tekende in februari een contract. Vervolgens ben ik in maart naar Kazachstan gevlogen.”

Hoe was het om iedereen achter te laten?
“Ik was in Kazachstan alleen, maar ben daar wel echt volwassen geworden. Het eerste jaar was lastig, maar het heeft mijn ontwikkeling zeker goed gedaan. Je moet opeens alles zelf doen; thuis heb je je ouders die voor je koken, die de boodschappen doen, enzovoort. Dat moet je nu allemaal zelf doen en daardoor neem je automatisch ook meer verantwoordelijkheid mee het veld op. Inmiddels ben ik helemaal gewend, ben ook alweer vijf jaar weg van huis. Slowakije is dichterbij dan Kazachstan, dus ze (ouders en vriendin, red.) komen vaker deze kant op. Het kost allemaal minder moeite dan in mijn eerste jaar.”

Je hebt in 2014 in een interview met BN De Stem gezegd dat toen jij bij FK Taraz op de tribune terechtkwam, dat niet alleen met sportieve redenen te maken had. Je zei dat ‘andere zaken’ ook een rol speelden. Welke?
“We kregen een nieuwe trainer uit Oekraïne (Evgeni Yarovenko, red.) en die nam zijn zoon (Oleksandr, red.) en twee vrienden van zijn zoon mee naar de club. Zijn zoon speelde op mijn positie. Hij gaf steeds vaker de voorkeur aan zijn zoon en toen het seizoen ten einde liep, wilde ik weg. De trainer zou blijven en ik had dus een weinig goed vooruitzicht. Ik heb in een gesprek gezegd dat ik het niet meer zag zitten, maar de trainer zei dat iedereen weer op nul zou beginnen en dat iedereen de kans zou krijgen in de voorbereiding. In de voorbereiding deed ik het vervolgens goed, met negen doelpunten en zeven assists. Bij het begin van de competitie zat ik echter weer op de bank, drie wedstrijden achter elkaar. Toen dacht ik: ‘dit klopt niet’. Ik zei dat ik niet zou blijven als het zo moest, maar de coach had mij nodig, zei hij. Na vijf verloren wedstrijden stelde hij me eindelijk op en wonnen we met 1-0. In de nabespreking ging hij vervolgens uit het niets helemaal tegen mij tekeer. De volgende wedstrijd zat ik op de tribune en toen was ik er klaar mee.”

voetbalzone

Je vertrok na anderhalf jaar naar Shakhter Karagandy en daar groeide je uit tot een publiekslieveling. Bepaalde fans wilden zelfs dat jij je zou laten naturaliseren om voor de nationale ploeg uit te kunnen komen. In hoeverre is dat een serieuze optie geweest?
“Er is over gesproken, zowel met de bond als met de clubleiding. Er is mij gevraagd wat ik zou doen als ik zo’n aanbieding zou krijgen. Ik weet niet of ik er op ingegaan zou zijn, maar zou er zeker wel over hebben nagedacht. Maar die aanbieding is nooit gekomen, dus ik heb de keuze nooit hoeven maken.”

Je koos in januari voor Trencín, maar ik begreep dat je ook in de belangstelling stond van FK Tosno uit Rusland.
“Eind vorig seizoen werd ik gebeld door een zaakwaarnemer in Rusland die een optie voor me had: FK Tosno. Ik ben daar een week geweest en ze deden me een aanbieding, maar ik heb ze even in de wacht gezet. Ik mocht toen ook niet weg bij Karagandy, want had er nog een doorlopend contract. Karagandy wilde nog verlengen, maar dat wilde ik niet. Tosno was in ieder geval een leuke club met leuke mensen, niets mis mee.”

Desley, tot slot: toen je bij Trencín tekende, zei je niet voor het geld te hebben gekozen, maar dat je vooral sportieve redenen had voor deze stap. Kun je dat toelichten?
“Ik ben een paar jaar geleden uit Europa vertrokken, maar wel met het doel om mezelf nog een keer te laten zien in Europa. Trencín is een grote club in het Oostblok, die op niveau traint en waar ik mezelf kan ontwikkelen tot de speler die ik voor mezelf voor ogen heb. Tevens heb ik er goede verhalen over gehoord, dus vandaar dat ik hiervoor heb gekozen. Als ik voor het geld was gegaan, dan had ik nu misschien nog in Kazachstan of in Rusland gespeeld. Wat betreft de toekomst houd ik alles open. De Eredivisie? Ja, dat zou kunnen. Als er iets komt, ga ik er met mijn management naar kijken. Mijn ultieme droom? Dat is Spanje.”

voetbalzone

Waar het Ubbinks droom is om in Spanje te spelen, daar vertelde El Mahdioui eerder in dit interview al dat het zijn hartenwens blijft om in Ajax 1 te spelen. Toen El Mahdioui werd verkozen tot Talent van de Toekomst, leek hij voorbestemd om net als generatiegenoten Frenkie de Jong, Donny van de Beek en Abdelhak Nouri het eerste te halen. Maar waar die drie het eerste bereikten, daar maakt El Mahdioui zijn minuten nu in de relatief bescheiden Slowaakse competitie. “Maar zo kijk ik er niet naar”, reageert hij. “Donny doet het goed en speelde tegen Feyenoord sterk. En Frenkie doet dit seizoen ook geregeld mee.”

“Ja, soms vind ik het wel jammer dat ik daar niet sta, maar carrières lopen gewoon verschillend. De ander komt direct in Ajax 1 terecht en een ander heeft daar misschien een omweg voor nodig. Meerdere wegen leiden naar Rome. Ik ben in ieder geval blij dat ik hier zit (…) Wim Jonk was de man die mij naar Ajax haalde. Hij zag mij met Zeeburgia een oefenwedstrijd spelen in Volendam en ik viel blijkbaar positief op. Ik ontving daarna een brief dat ik op proef mocht komen bij Ajax en dat ging goed, waarna ik werd aangenomen. Jonk zag in mij de kwaliteiten die horen bij een Ajax-speler”, aldus El Mahdioui.

Hij vergeleek je zelfs met Andrea Pirlo.
“Het is heel mooi dat zo’n gerespecteerde oud-voetballer, die zo’n mooie carrière heeft gehad, zoiets zegt. Daar ben je op zo’n moment heel blij mee. Het was een mooi compliment. Maar er moet nog veel gebeuren wil ik überhaupt in de buurt komen van Pirlo. Ik moest het eerst nog maar bij ADO Den Haag laten zien.”

Toen je naar ADO vertrok, had je toen wel bij Ajax kunnen blijven?
“Marc Overmars kwam aan het einde van het seizoen (2015/16) naar mij toe en vertelde dat ik mocht blijven. Ik koos echter voor een transfervrij vertrek en toen kwam ADO langs. Overmars kon mij namelijk geen garantie op speelminuten geven en die kon hij natuurlijk aan niemand geven. Het gevoel dat ik overhield aan ons gesprek, deed mij tot de conclusie komen dat ik niet veel aan de bak zou komen bij Ajax.”

voetbalzone

We hadden het al even over Abdelhak Nouri. Hoe volg jij zijn situatie?
“Ik ben verschrikkelijk goed bevriend met hem en toen ik het nieuws hoorde, had ik het heel moeilijk. Het waren emotionele dagen. Appie was altijd een heel lieve, zorgzame en behulpzame jongen en daarom vind ik het des te erger dat juist hem dit is overkomen. Ik keek die wedstrijd toevallig live en schrok me rot. Aanvankelijk denk je nog dat het zo erg wel niet zal zijn, maar dan zie je helikopters en de schrik bij iedereen. Dat komt het besef.”

Hoe is het dan om in Slowakije te zitten, ver weg van Nouri en zijn familie?
“Je voelt je onmachtig, je wil die jongen en de familie helpen. Ik zou ze zo graag willen steunen. Daar heb ik het soms moeilijk mee, met name na trainingen en wedstrijden is het heel zwaar. Tijdens het voetballen heb ik mijn hoofd leeg en denk ik niet zoveel aan andere dingen. Ik kan er inmiddels wel beter mee omgaan, maar denk nog altijd elke dag aan hem en doe iedere dag smeekbedes. Het belangrijkste in mijn geloof is dat ik denk dat alleen God hem kan helpen en genezen en daar geloof ik in. Zelf besef ik dat ik dankbaar mag zijn dat ik elke dag mag trainen. Ik ben meer gaan waarderen dat ik gezond ben en wedstrijden kan voetballen. Ik hoop echt dat Appie beter wordt.”

El Mahdioui en Ubbink komen zondag om 17.00 uur weer met AS Trencín in actie. Het team van trainer Vladimir Cifranic neemt het thuis op tegen Spartak Trnava, dat het klassement aanvoert en twaalf punten meer heeft dan Trencín. In het seizoen 2006/07 speelden die ploegen tegen degradatie en wisten ze de degradatiedans op het laatste moment te ontspringen, waarna Tscheu La Ling besloot om in AS Trencín te investeren. Tien jaar later ziet de wereld er voor Trencín heel anders uit: men pakte diverse prijzen en als er gewonnen wordt van Trnava, haakt men weer aan bij de top in de Fortuna Liga. het middenveld zal waarschijnlijk weer bevolkt gaan worden door de drie Nederlanders: Van Haaren, El Mahdioui en Ubbink.