Wijnaldum: ‘Het ging er hier hard aan toe, maar dat heeft me gevormd’
Georginio Wijnaldum sloot zondag met de verloren finale van de Nations League een lang seizoen af, waarin hij onder meer met Liverpool de Champions League won en tot de tweede plek in de Premier League reikte. Voordat hij op vakantie kon, keerde de middenvelder echter terug naar Rotterdam voor een officiële aangelegenheid. Het Cruyff Court in Schiemond, de wijk waar hij opgroeide, werd dinsdag naar hem vernoemd en Wijnaldum nam voor de gelegenheid de Champions League-beker mee naar zijn oude buurt.
“Dat ik de mensen zie die mij hebben zien opgroeien, maakt dit extra bijzonder”, vertelt hij in gesprek met De Telegraaf. “De kinderen van de mensen die ik ken spelen hier nu ook. Het is voor mij mooi dat de kinderen van mijn oude school hier zijn. Dit is mijn eigen wijk, de plek waar ik zelf ook heb gevoetbald. Het ging er hier hard aan toe, in een moeilijke buurt, maar dat heeft me gevormd tot wie ik ben. Als dan zo’n plek naar mij vernoemd wordt, is dat speciaal.”
Wijnaldum dacht in de aanloop naar de finale in het Wanda Metropolitano tegen Tottenham Hotspur nog even terug aan zijn oude buurt en aan de jaren die kwamen nadat hij uit Schiemond vertrok: “Hoe je er gekomen bent, wat je allemaal hebt moeten doen om de Champions League te kunnen winnen. De verloren finale van het seizoen ervoor en dat je toch de stappen hebt kunnen zetten alsnog die beker te kunnen winnen. Dat is niet voor veel spelers weggelegd. Ik ben gezegend dat ik ’m wel heb mogen winnen.”
De Oranje-international was overigens niet de enige (oud-)voetballer van naam die dinsdag van de partij was in Schiemond. Op uitnodiging van Wijnaldum gaf ook Feyenoord-icoon Willem van Hanegem acte de présence: “Hij stuurde me een bericht om te zeggen dat hij het geweldig zou vinden als ik aanwezig zou zijn, zodat we samen met de beker op de foto zouden kunnen”, vertelt Van Hanegem, die zelf in 1970 met de Rotterdammers de Europa Cup I won. “Want u was de eerste en ik voorlopig de laatste, zei Wijnaldum.”