‘Wij willen dat de Barcelona- en Real-fans voor ons gaan juichen’
Dit artikel verscheen eerder deze maand al op Voetbalzone. Omdat Dalkurd FF zich zaterdagavond heeft verzekerd van promotie naar het hoogste niveau in Zweden, valt onderstaand verhaal nu te herlezen.
BORLÄNGE - “Het was erger dan ik gedacht had. Sommige dingen die ik gezien heb, kan ik niet eens onder woorden brengen en zal ik ook nooit vergeten. Er waren momenten waarbij je gewoon door de grond wilde zakken. Ik heb de oorlog met eigen ogen gezien, heb gezien hoe IS Kobani heeft platgebombardeerd. Ik heb kinderen op straat zien liggen zonder kleren aan. Het waren er niet één, twee of tien, maar wel honderden.” Ramazan Kizil keerde in het voorjaar van 2014 voor even terug naar Kobani, een stad die door de gevechten tussen Koerdische strijders en terreurbeweging Islamitische Staat is veranderd in een spookstad. Weinig is er ongeschonden gebleven.
Door Gijs Freriks
Champions League
Ramazan Kizil is geen oorlogsverslaggever of waaghalzige toerist die Kobani tweeënhalf jaar geleden besloot aan te doen. Hij is ‘gewoon’ de voorzitter van voetbalclub Dalkurd FF. Een paar jaar geleden hadden nog maar weinigen van deze vereniging gehoord, maar Dalkurd staat op het punt te promoveren naar de Zweedse eredivisie en heeft grootse plannen. “We willen winnen en zo snel mogelijk naar de hoogste afdeling. Ik wil Dalkurd graag in de Champions League zien en dat moet ons binnen drie tot vijf jaar lukken”, zei Sarkat Junad in februari 2016. Deze miljardair kocht in die maand samen met zijn broer Kawa 49 procent van de aandelen van Dalkurd op en samen met voorzitter Kizil stippelen zij nu het beleid uit.
“Over het algemeen is de helft van de voetbalgeïnteresseerde Koerden voor Real Madrid of Barcelona, maar wij willen dat zeventig procent als eerste voor Dalkurd gaat juichen. We zijn niet naar de Superettan (de Zweedse Jupiler League, red.) gekomen als toeristen. Wij willen de club verbeteren om groot te worden. Wij willen groot worden en niet alleen in Borlänge, maar in heel Zweden”, aldus Sarkat Junad, die studeerde in onder meer Swansea en rijk werd op de telecommarkt. “Mijn broer en ik volgden Dalkurd al een paar jaar en vinden het een geweldige club. Dalkurd moet de brug vormen tussen Zweden en Koerden.”
Integratie
Dat laatste is ook een van de redenen waarom Dalkurd is opgericht. De club streeft als vanzelfsprekend sportief succes na, maar Ramazan Kizil begon zijn project ooit vooral omdat hij de integratie van Koerden in Zweden wil bevorderen. “Door voetbal kunnen immigranten sneller integreren in een gemeenschap, dat hebben wij inmiddels wel aangetoond”, zei hij onlangs in een interview met the Guardian. “Je moet de dialoog met elkaar aangaan, je moet elkaar leren begrijpen. Toen ik Dalkurd oprichtte, kon ik ook geen Zweeds praten, maar inmiddels lukt dat wél en bovendien hebben we moeite gedaan om Zweden toe te voegen aan ons bestand. De helft van onze directie is nu Zweeds. Dat heet samenwerken.”
Algemeen directeur Cego Heskali van Dalkurd vult in gesprek met deze website aan: “Borlänge had in de late negentiger jaren te maken met sociale problemen. Naast jeugdwerkloosheid vormden drugs- en jeugdcriminaliteit steeds meer een probleem. Ramazan Kizil vertrok ooit naar Zweden om zijn gezin een beter leven te geven en wilde direct wat aan de problemen in de stad doen. Hij richtte de club op en zijn visie was om jonge mensen daarmee iets te geven waarmee ze hun tijd nuttig konden besteden, zodat ze uit de problemen en criminaliteit zouden blijven”, aldus Heskali.
Kizil ziet Dalkurd dan ook niet alleen als voetbalclub, maar ook als sociaal project. Hij emigreerde in november 1989 naar Zweden en prijsde zich gelukkig dat hij in het Scandinavische land een leven kon opbouwen, maar dacht ook vaak terug aan de mensen die achterbleven. “We (Kizil en zes vrienden, red.) dachten: wat kunnen wij als Koerden, mensen en ouders doen voor een gemeenschap die ons ook zoveel gegeven heeft?”, vroeg hij zich af. Het oprichten van een club vormde het antwoord op die vraag: Dalkurd zag in september 2004 het levenslicht en werkte zich op van het zevende naar het tweede niveau. Het succes van Dalkurd is een hot item onder de voetbalgeïnteresseerden in ‘Koerdistan’, weet Kizil.
Soldaat
De clubvoorzitter keerde tweeënhalf jaar geleden voor twee weken terug naar de Syrische stad Kobani, dat was verworden tot een spookstad. Hij zocht de mensen op die de strijd aangingen met IS; mogelijk vertegenwoordigers van de Koerdische volksverdedigingseenheden YPG en YPJ. “Ik heb de wapens nooit opgepakt, maar heb wel mijn solidariteit getoond en op andere manieren mijn hulp aangeboden.” Hij sprak er met hen over Dalkurd FF en aanvoerder Peshraw Azizi deed eens hetzelfde. De 29-jarige verdediger speelt nu zes jaar voor Dalkurd en kwam erachter dat de ontwikkelingen van de club zelfs aan de frontlinie op de voet worden gevolgd. Op een militaire basis bij Mosul sprak hij een peshmerga-strijder.
“Die soldaat herkende me en vroeg: ‘wat doe je hier?’ Ik was geschokt. Kende ik hem? ‘Wat doe je hier, Pasha? Ik volg je al drie jaar. Je bent de beste voetballer van de ploeg. Je moet hier niet zijn. Ga naar huis en maak ons gelukkig met jouw spel’, zei hij. Toen realiseerde ik mij dat de mensen aldaar ons volgen en van ons houden”, aldus de in Iraaks-Koerdistan geboren Azizi. “Mensen in Koerdistan zijn vandaag de dag fan van Real, Barcelona of Dalkurd. Ik vecht voor hen, voor hen die mij energie geven. Het maakt je sterker als je zo’n soldaat zo over je hoort spreken en het is belangrijk dat zij zich niet vergeten voelen. Ook al woon ik hier en zij daar: ze maken deel uit van ons bestaan.”
Daar sluit preses Kizil zich, in gesprek met the Guardian, bij aan: “Mijn lichaam bevindt zich in Zweden, maar mijn gedachten en dromen zijn nog altijd in mijn thuisland, want ik ben niet uit vrije wil vertrokken. Het gevoel dat je zonder angst kan slapen, dat kenden we helemaal niet totdat we in Zweden kwamen. Je kon namelijk gearresteerd, vermoord of gemarteld worden. We wilden in Zweden vooral een goed leven hebben en veilig zijn, maar de mensen die zijn achtergebleven, mag je nooit de rug toekeren. Dat zou erg zijn”, besluit Kizil. Ondanks dat er slechts een paar spelers met Koerdische roots bij Dalkurd spelen, wordt het team ook wel gezien als de nationale ploeg van Koerdistan.
Rewan Amin
Koerden wonen over een groot gebied in het Midden-Oosten en willen al bijna honderd jaar een eigen, onafhankelijke staat. Sinds 2005 hebben de Koerden in het noorden van Irak wel een de-facto eigen staat, maar ook die regio staat vanwege allerlei (politieke) ontwikkelingen onder hoogspanning. Wat het voetbal betreft heeft Koerdistan wel een eigen nationale ploeg (Iraaks-Koerdistan), maar die wordt door de FIFA niet erkend en veel Koerden zijn Dalkurd FF dan ook gaan beschouwen als hun eigen landenploeg. “Met de Koerdische vlag op onze borst is dit steeds meer de nationale ploeg van Koerdistan geworden”, liet aanvoerder Azizi optekenen. “Als je de Koerdische vlag ziet, word je nóg gemotiveerder.”
“Het was geen moeilijke keuze voor mij om bij Dalkurd te komen voetballen, want mijn familie heeft haar hele leven lang voor de Koerdische zaak gevochten. Mijn vader heeft in de oorlog gevochten en ik wil zijn gevecht voortzetten, maar dan op het voetbalveld. We hebben met z’n allen hard gevochten om de club te laten groeien en zijn nog lang niet klaar”, aldus de stopper. “De Koerden voeren een zware strijd voor hun onafhankelijkheid”, vult algemeen directeur Cego Heskali aan. “Dit komt allemaal doordat de Koerden moe zijn dat ze worden gecontroleerd door andere staten en ze zijn dan ook bereid om voor hun onafhankelijkheid te vechten. Alles wat we bij Dalkurd kunnen doen, is hen steunen en hen een positief signaal afgeven met ons voetbal. Ik hoop dat de Koerden kracht halen uit onze strijd in Zweden.”
“Iemand uit Zweden of Nederland is eraan gewend dat je een nationale ploeg hebt, zoiets beschouwen jullie als vanzelfsprekend. Jullie gaan door Zweden niet naar het WK en ik denk dat veel Nederlanders daar teleurgesteld over zijn”, gaat bestuurder Heskali van Dalkurd verder. “Maar bedenk je nu eens dat je niet eens een nationale ploeg hebt die zich kan kwalificeren voor het WK. Koerden vormen de grootste minderheid die geen land en nationale ploeg hebben in welke sport dan ook. Het maakt mij erg trots dat wij de Koerden iets geven waarvoor ze kunnen juichen. Het gaat niet alleen om het hebben van een nationale ploeg, maar ook om het bieden van hoop voor de mensen uit Koerdistan”, aldus Heskali.
Bij Dalkurd staan logischerwijs meerdere spelers van Koerdische origine onder contract en Rewan Amin is er daar één van. Deze 21-jarige middenvelder werd geboren in Duhok, een stad in Iraaks-Koerdistan, en komt uit de jeugdopleiding van sc Heerenveen. Hij speelde 32 wedstrijden voor het tweede elftal van de Friezen, maar wist zijn debuut in het eerste nooit te maken. Amin tekende in februari 2017 een contract voor een kleine drie jaar in het Domnarvsvallen-stadion van Dalkurd. “We willen Rewan bedanken voor zijn geweldige inzet voor onze club en gunnen hem deze kans om een langdurig contract in Zweden te tekenen”, zei technisch manager Gerry Hamstra op de website van Heerenveen.
Bij Dalkurd bewijst Amin nu belangrijk te kunnen zijn, want als middenvelder vervult hij een belangrijke rol in het team van trainer Andreas Brännström en bovendien gaf hij al zes assists. “Ik licht er niet graag één speler uit, want het is uiteindelijk een teamprestatie. Maar natuurlijk: Rewan is onze maestro op het middenveld. Hij is een slimme speler die altijd rustig blijft. Hij heeft een winnaarsmentaliteit en geeft ieder duel 110 procent”, is CEO Heskali complimenteus. “Ondanks zijn jonge leeftijd dicteert hij met zijn techniek en inzicht al onze wedstrijden, een beetje zoals Xabi Alonso dat vroeger deed bij Bayern München.”
“Hij is nog altijd erg jong en zijn potentie is groot”, gaat Heskali verder. “Hij is het type speler dat zich als voetballer wil blijven ontwikkelen en als hij zo doorgaat, zou het mij niet verbazen dat hij over een paar jaar in een van de topcompetities van Europa speelt. Er zijn al topclubs in de hoogste afdeling van Zweden die geïnteresseerd in hem zijn.” In gesprek met deze website vertelt Amin, voormalig international van alle jeugdelftallen van Oranje tot en met de Onder-19,, over Dalkurd:
Rewan, je vertrok in februari van sc Heerenveen naar Dalkurd. Waarom deze stap?
"De twee eigenaren van Dalkurd, twee broers, schotelden mij een heel duidelijk plan voor met waar ze naartoe wilden met de club en welke rol ze voor mij in gedachten hadden. Ze toonden veel vertrouwen en ambitie. We willen dit jaar promoveren en van daaruit toegroeien naar Europees voetbal. Bij Heerenveen had ik nog wel een contract voor een half jaar, maar ik had niet echt het gevoel dat er meer in zat en toen kwam Dalkurd met een goed verhaal. Dat lag voornamelijk aan mezelf en bovendien heb ik doorlopend hinder ondervonden van een blessure. Ik heb Heerenveen veel te danken, maar aan de andere kant heb ik er ook nooit echt de kans gekregen. Dan ga je nadenken over wat het beste is voor je carrière. Na overleg met mijn zaakwaarnemer en familie hebben we toen besloten voor deze stap te gaan. En dat heeft tot nu toe goed uitgepakt. Ik ben hier heel gelukkig."
Een van de broers over wie je het hebt, Sarkat Junad, zei in februari 2016 dat Dalkurd binnen drie tot vijf jaar Champions League-voetbal moet spelen. Hoe realistisch is dat?
“Dat is wel realistisch. Als je ziet hoe de club er vorig jaar voorstond en nu, dat is al een groot verschil. De club is iedere maand groeiende en als we zo door blijven groeien, dan kunnen we veel bereiken.”
Je bent bezig aan een sterk seizoen en ik begreep van jouw zaakwaarnemer Daan Kramp van Forza Sports Group dat Dalkurd jou absoluut niet kwijt wil.
“Ik ben bezig aan een goed seizoen, ben belangrijk voor het team geweest. Ik speel voor een Koerdische club en ben een Koerdische jongen. Dat is belangrijk voor de club, als uithangbord, ook naar de rest van de wereld toe. Dat speelt ook wel mee. Ik wil nu eerst nog langer belangrijk zijn voor deze club en samen een mooie toekomst meemaken."
In hoeverre voelt Dalkurd als de nationale ploeg van Koerdistan voor jou?
“Ik heb niet heel veel verstand van politiek, maar ik voel mij Koerdisch en als ik voetbal met de Koerdische vlag op mijn borst, dan maakt dat mij trots. Ik speel niet voor een officieel nationaal team, maar het voelt bij Dalkurd wel alsof ik voor mijn land speel. We willen als Koerdische club groot worden, maar we hebben natuurlijk niet alleen maar Koerdische jongens in dienst. We spelen met dertien verschillende nationaliteiten. Het is belangrijk dat er Koerdische jongens in de selectie zitten, maar kwaliteit gaat altijd voor.”
Promotie
Dalkurd FF kan volgende week zondag vanaf 17.00 uur een grote stap zetten richting het kampioenschap, want de groenhemden nemen het dan op tegen Brommapojkarna IF, de nummer twee van de Superettan. Als Dalkurd in de komende drie speelronden nog twee keer wint, dan is men zeker van een plekje in de top twee en dus van promotie naar de Allsvenskan. Toen voorzitter Ramazan Kizil in 1989 naar Zweden emigreerde en dertien jaar geleden Dalkurd FF oprichtte, had hij waarschijnlijk nooit durven dromen dat zijn ‘sociaal project’ zou uitmonden in zo’n sportief succes. Nog zes punten en dan is het Zweeds-Koerdische sprookje compleet.