‘Wij moesten ons omkleden in de publieke kleedkamers van een sportschool’
Dorus de Vries nadert het einde van zijn carrière. De 37-jarige doelman van Celtic, die eerder actief was voor Telstar, ADO Den Haag, Dunfermline, Swansea City, Wolverhampton Wanderers en Nottingham Forest, zegt in gesprek met de NOS dat vooral zijn tijd in Wales memorabel was, zeker in de turbulente beginperiode: "We hadden geen eigen trainingsfaciliteiten."
De Vries vertelt dat Roberto Martinez, de huidige bondscoach van België, hem overtuigde om te tekenen voor Swansea. "Het bleek een geweldige keus. Ik speelde in volgepakte, oudere stadions waarin de tribunes dicht tegen de lijnen aan staan en kreeg zo de echte Engelse sfeer mee. Ik heb in de loop der jaren ook veel Nederlandse liefhebbers zien langskomen."
In de beginperiode was alles echter niet optimaal geregeld, laat de Nederlander weten: "Wij moesten ons omkleden in de publieke kleedkamers van een sportschool. Dan zat ik na een training helemaal onder de modder en stond ik gewoon tussen andere mensen die net uit de sportschool of het zwembad kwamen. Nou, dan voelde je je wel bekeken. Andere spelers kleedden zich om in de auto. Vlak voordat we het veld opgingen, zag je overal auto's staan met de achterklep open."
Ook het trainingsveld waarop Swansea speelde was slecht. "Maar dat was het terrein van het plaatselijke rugbyteam. Dan stonden we daar allemaal klaar voor een training, maar moesten we wachten totdat de rugbyers klaar waren. Nu denk je: hoe was dat mogelijk?", aldus De Vries, die zijn eerste twee jaar bij Swansea ook zijn eigen spullen moest wassen. "Maar dat deed je toen allemaal zonder te morren, want het had ook zeker zijn charme."