voetbalzone

Wetenschap verklaart voortdurend Champions League-echec PSG

Kevin van Buuren13 jun 2023, 16:45
Laatst bijgewerkt: 13 jun 2023, 16:45
Advertentie

De finale van de Champions League is voor voetbalminnend Europa de kroon op het seizoen. Nadat de nationale prijzen vergeven zijn en de mindere goden hun finale mochten spelen, strijden de twee beste Europese clubs van dit jaar om de cup met de grote oren. Daarachter schuilen echter de verhalen van ‘weer net niet’, ‘gebrek aan ervaring’ of ‘kwaliteit tekort’. Een van die verhalen noemt Paris Saint-Germain, dat bodemloze investeringen van de afgelopen jaren het liefst uitbetaald ziet worden in gouden Champions League-medailles. De logische vraag: waarom lijkt het toch steeds maar niet te lukken? Het minder logische antwoord: superkippen.

Door Kevin van Buuren

Het ambitieuze Qatar Sports Investments start in de zomer van 2011 de samenwerking met Paris Saint-Germain, onder leiding van Nasser Al-Khelaïfi. De vereniging is dan even glamorous als haar stad. De naam schetst verwachtingen van een sprookjesachtige wereld waarin iedere liefde perfect is; dat beeld verandert wanneer je rommelige straten en de koude Eiffeltoren van dichtbij ziet. Ook bij PSG is het geen rozengeur en maneschijn. De laatste landstitel dateert uit 1994. De Qatari beloven PSG groter dan ooit te maken. Ten eerste met transfers als megatalent Javier Pastore van Palermo en Blaise Matuidi van Saint-Étienne, maar slechts één prins moet de schone slaapster wakker kussen: David Beckham, die uiteindelijk in 2013 tekent.

voetbalzone

Beckham, dan al 36 jaar, belichaamt de doelen van QSI en PSG. Zijn fluwelen rechterbeen is niet de hoofdreden van zijn komst, geeft ook Al-Khelaïfi toe. “Beckham gaat verder dan de sport. Hij is een ambassadeur, een merk, een voorbeeld. Maar ook nog steeds een hele goede voetballer.” Zijn laatste zin moet de aandacht afleiden van de voornaamste reden tot kopen: Beckham is een superster. Alhoewel, ook sportief succes volgt. PSG wint tussen 2013 en 2023 negen landstitels en zes bekers. In 2015 is het de eerste Franse club ooit die alle vier de nationale prijzen pakt. Ondertussen passeren namen als Zlatan Ibrahimovic, Edinson Cavani, Thiago Silva en Ángel Di María, Lionel Messi en Sergio Ramos. En de grootste kersen op de taart: Neymar, die in 2017 overkomt van Barcelona voor 222 miljoen euro, en Kylian Mbappé, waarvoor Monaco 180 miljoen euro betaald krijgt in 2018. Toch blijft er één prijs missen.

Met de bodemloze middelen en grootse voetbalnamen waarmee Parijs prijkt, lijkt ook de Champions League een kwestie van tijd. De club geeft sinds 2011 nog net geen 1,6 miljard euro uit. Daarmee staat het liefst op een zesde plaats op de Europese ranglijst, maar met slechts iets meer dan een half miljard aan inkomsten, is alleen het saldo van Manchester United slechter. Desondanks blijft het gereserveerde plekje in de prijzenkast opnieuw een seizoen leeg. Les Parisiens bereiken vrijwel ieder seizoen de knock-outfase van het begeerde toernooi, maar stranden telkens. Het grootste drama voltrekt zich in 2017, wanneer Barcelona aan de hand van Neymar een 4-0 verlies ombuigt door thuis met 6-1 te winnen. If you can’t beat them, make them join you, dachten de Qatari, maar ook met Neymar lukt het niet. Het dichtst bij komt PSG in 2020. Dan is Bayern München in het Estádio da Luz in Lissabon met 1-0 te sterk.

voetbalzone

Te veel superkippen
Zo veel sterspelers, maar nooit die hemelse prijs, hoe kan dat toch? Evolutiebioloog William Muir bootste in de jaren negentig het haantjesachtige transferbeleid van het huidige Paris Saint-Germain na in een kippenren. Hij liet twee soorten kippen apart van elkaar leven. Muir nam alle toppresteerders, die meer eieren legden dan hun soortgenoten, apart en creëerde een groep ‘superkippen’. Daartegenover stelde hij een toom gemiddelde ei-leggers samen met de vraag: welk team werkt het productiefst? De maatstaaf was simpel. Muir hoefde alleen de eieren te tellen.

Het was echter een andere factor van die telling die zijn bevindingen kracht bijzette. Ten eerste was de gemiddelde groep in topvorm. Gezond, welgevoed en een flink aantal eieren. Hoeveel dat er precies waren, werd een overbodige statistiek door de groep ‘superkippen’. Daar waren namelijk nog maar drie kippen in leven. De rest was meedogenloos doodgepikt. De conclusie van het onderzoek was niet alleen dat ‘gebalanceerde samenwerking de beste manier is’, deze zogenaamde ‘superkippen’ presteren vaak ook beter omdat zij uit egoïsme de productiviteit van anderen de kop indrukken.

Onderneemster, CEO en professor Margeret Heffernan gebruikt de kippenanalogie in haar TED-talk Forget the pecking order at work. “De afgelopen veertig jaar runnen we bedrijven en samenlevingen volgens het superkippenmodel: we denken dat success bereikt wordt door de supersterren alle macht en middelen te geven. Het resultaat is hetzelfde als in Muirs onderzoek: agressie, disfunctie en verspilling.” Ook ondernemersgoeroe Simon Sinek besprak in zijn toespraak Performance vs Trust een soortgelijke teamindeling. “De Navy SEALs selecteren hun allerbelangrijkste team op performance en vertrouwen. Ze hebben liever iemand die torenhoog scoort op vertrouwen, en gemiddeld of zelfs lager op performance, dan andersom. De high performance-low trust-persoon is een toxische leider en teamgenoot.

voetbalzone

Op naar de sterren…
Te veel haantjes, te veel sterren, te veel high performance-low trust… het zou de reden kunnen zijn dat PSG zich niet redt in een elite toernooi. Daarin moet het misschien een voorbeeld nemen aan een atypisch rolmodel; de grondlegger van het ‘superkippensysteem’: Real Madrid. Bij die club belooft ondernemer Florentino Pérez dat hij het de grootste club ter wereld zal maken, mits hij voorzitter wordt. Na zijn verlies van de verkiezingen in 1995 haalt hij de socios del Real Madrid over. “Luis Figo (van Barcelona, red.) zal mijn eerste aankoop zijn. Lukt dat niet, dan betaal ik alle tickets van de socios dit seizoen.” Pérez wint de verkiezingen en haalt in juli 2000 Figo over de omstreden transfer te maken. Daarmee luidt hij het begin in van het Galáctico-tijdperk.

De jaren daarop volgen spelers als Zinédine Zidane, de Braziliaan Ronaldo en David Beckham, vreemd genoeg sterren waarmee Real Madrid te weinig presteert. Later, wanneer Peréz na zijn aftreden in 2006 in 2009 herkozen wordt, poogt Real opnieuw met Ballon d’Or-winnaars Kaká en Cristiano Ronaldo. Allen spelers die, om met Al-Khelaïfi te spreken, ‘verder gaan dan de sport’. Buitenaards veel verder. Los Galácticos. De legendarische reeks Champions League-titels van 2014, 2016, 2017 en 2018 kwam mede dankzij Galácticos als Ronaldo, Gareth Bale, Karim Benzema, Toni Kroos en Luka Modric, waardoor PSG er goed aan lijkt te doen een dergelijk voorbeeld te volgen. Echter is het recentste Champions League-succes van Real Madrid, in 2022, resultaat van een non-Galáctico-beleid, eentje die volgens de theorieën van Muir, Heffernan en Sinek betrouwbaarder is om bij een andere club te implementeren.

voetbalzone

Wanneer we een selectie-analyse van Michael Cox van The Athletic vertalen naar bovenstaande theorieën, dan bezit de Koninklijke een uitgebalanceerd team. Natuurlijk zijn er nog galactische ‘superkippen’ als Benzema, Kroos en Modric, maar gezien hun bewezen loyaliteit en mentorschap naar jonge sterren zouden zij uitstekend scoren op de trust-performance-barometer. Die betreffende jonge sterren behoren nu tot de topaankopen van Real Madrid. Spelers als Rodrygo, Edouardo Camavinga, Aurélien Tchouaméni, Éder Militão en Vinícius kwamen niet binnen als spelers die verder zijn dan de sport, maar juist jongens die de sport verder moeten brengen. Zij worden gestructureerd klaargestoomd voor het volgende tijdperk. Daarbij zitten nog de trouwe dienaars, spelers die alles doen voor het team en de club, zonder zelf te hoeven opvallen. Nacho, Dani Carvajal, Lucas Vázquez en Marco Asensio. Aangevuld met een trainer die bij Bayern München als ‘gedateerd’ werd beschouwd, maar bij Madrid als lijm tussen de lagen dient: Carlo Ancelotti. “De enige Galáctico”, analyseert Cox, “is eigenlijk Eden Hazard. Niets symboliseert het anti-galáctico-beleid meer dan de duidelijkste galáctico die de vergeten man van de club wordt.”

Het saldo van Real Madrid komt sinds 2011 uit op om en nabij -300 miljoen euro, met uitgaves van 1,3 miljard en een miljard aan inkomsten uit transfers. De club is verder gaan kijken dan de grote namen, en stelde zorgvuldig een succesvolle selectie samen met leiders, volgers en rijzende sterren die naar de leiders opkijken. In het moderne voetbal, waar underdogs steeds beter opgeleid worden in het winnen van topploegen, is de Champions League niet meer op papier te winnen. De grootste namen winnen niet per se. Een goed team bouwen gaat om balans, de juiste cultuur en spelers die daarin samen floreren. Niet om op elke positie de beste speler. Nederlands orakel Johan Cruijff wist dit natuurlijk al zonder kippen. “Wat heb je nou liever? Eén goed elftal, of elf goede ééntallen?”

voetbalzone

We built this City
Huidig Champions League-winnaar Manchester City heeft dit sinds de overname in 2008 ondervonden. Alhoewel het succes makkelijk te bagatelliseren is met het feit dat the Citizens dat de club sinds de overname van Sheik Mansour in 2008 meer dan 2,3 miljard euro uitgaf. Dat het daartegenover iets meer dan 855 miljoen aan transferinkomsten genereerde, symboliseert de blanke cheque waarmee onder meer hedendaags trainer Josep Guardiola mag werken. Desondanks schuilt er meer achter het succes dan slechts bakken biljetten. Guardiola kan na dit seizoen, met de treble en het lied van Amerikaanse rockband Starship op de achtergrond, trots meezingen: “We built this City.”

Dat bouwen makkelijker is met een bodemloze financiële put, neemt niet het verschil in beleid tussen de clubs uit Manchester en Parijs weg. PSG stuurt Galtier, evenals trainers voor hem die teleurstelden in de Champions League, na één seizoen de laan uit. Daarmee komt de club bij zijn zevende hoofdtrainer sinds 2010/11. Daarvan bleef Laurent Blanc het langst: drie seizoenen. Guardiola is daarentegen de derde trainer van City sinds datzelfde seizoen. De Spanjaard gaat na de vakantie aan zijn achtste seizoen beginnen in Engeland. Dat terwijl hij in zijn eerste seizoen geen enkele prijs won; een ondenkbaar scenario in Parijs.

Uiteraard trok hij grote spelers aan, voor veel geld, maar achter de schermen was hij altijd bezig met het bouwen van een complete selectie. Aanvoerder Ilkay Gündogan en John Stones, waarvan met name laatstgenoemde lang niet altijd onomstreden was, waren twee van zijn eerste aankopen. Zij kregen, evenals de trainer zelf, lang de tijd om te rijpen tot de wereldtoppers van nu. Ook Wesley Sneijder erkende het verschil tussen kopen en bouwen tegenover Voetbalzone. “Een coach is belangrijk bij het smeden van het team. Hij kon veel spelers kopen, maar geen echt team.” Ook Jack Grealish benadrukte na de Champions League-finale hoe speciaal het was dit te presteren met ‘deze groep spelers en deze staf’. En ook hij, in 2021 voor ruim 100 miljoen euro gekocht, ondervond wat vertrouwen in het bouwproces hebben betekent. “Guardiola is een genie. Ik heb hem bedankt. Vorig jaar, toen ik hier voor veel geld heen kwam en crap speelde… Hij gaf mij de tijd en het vertrouwen om mij dit platform te geven en te presteren.”