Wenger over horrorblessure: ‘Het is de ergste die ik ooit heb gezien’
De blessure van Santi Cazorla is de ergste blessure die Arsène Wenger ooit gezien heeft. De Spanjaard staat sinds oktober 2016 aan de kant, nadat hij een achillespeesblessure opliep in de Champions League-wedstrijd tegen Ludogorets. Er werd gevreesd voor het einde van de loopbaan van de middenvelder, maar daar wil Wenger niet aan denken.
In een jaar tijd is Cazorla acht keer geopereerd en doktoren hebben in die periode serieus overwogen om de voet van de Spanjaard te amputeren. In zijn rechtervoet zat een levensbedreigende infectie. Tijdens een van de operaties was het noodzakelijk om een stuk huid van zijn onderarm, waar de naam van zijn dochter op getatoeëerd was, rondom zijn enkel aan te brengen. Daarbij is de 32-jarige middenvelder ook acht centimeter van zijn achillespees kwijtgeraakt.
“Het is de ergste blessure die ik ooit heb gezien”, vertelt Wenger in gesprek met Engelse media. “Het begon met pijn in de achillespees en het ging van kwaad tot erger. Ik weet hoe graag Santi voetbalt en elke dag buiten wil zijn en ik heb enorm veel medelijden met wat er met hem is gebeurd, want het is ongelooflijk. Ik heb hem een maand geleden gezien, hij was hier, en ik zei tegen hem dat hij zich zo goed mogelijk moet voorbereiden.”
“Hij heeft bekwame medische mensen om zich heen en hij probeert te trainen. Ik heb hem de laatste tijd niet gesproken, maar ik hoop dat hij terugkeert. Ik heb hem uit de selectie gelaten, in de hoop dat hij in januari beschikbaar zou zijn.” Op de vraag of Wenger twijfelt of Cazorla ooit nog weer zal gaan spelen, reageert hij: “Laten we daar niet over praten, maar ik hoop dat je ongelijk hebt.”