Weghorst: ‘Voor het niveau waarop ik speelde, was ik enorm professioneel’
Wout Weghorst kende een opmerkelijke weg naar het profvoetbal. De spits, tegenwoordig in dienst van VfL Wolfsburg, kwam in 2011 pas op negentienjarige leeftijd bij een profclub terecht, na een goed seizoen bij de amateurs van DETO Twenterand. In gesprek met 11Freunde vertelt Weghorst over de opmerkelijke weg, die hem voorlopig in de Bundesliga en bij Oranje bracht.
“Doordat ik als tiener enorm groeide, had ik motorische problemen. In Nederland kijken scouts voornamelijk naar de technische kwaliteiten van spelers. Ik was geen hele technische speler. Dat is de reden dat ik waarschijnlijk nooit ben opgevallen, ik ben in ieder geval nooit uitgenodigd voor een stage”, legt Weghorst uit. “Mensen zeiden tegen mij: ‘Jij? Een profvoetballer? Onmogelijk, dat kan niet!’ Toch bleef ik op vrijdagavond thuis en ging vroeg naar bed terwijl mijn vrienden op stap gingen. Ik speelde bij een dorpsclub, maar lette op mijn voeding als een topsporter. Voor het niveau waarop ik speelde, was ik extreem professioneel.”
“Dat was niet altijd leuk, maar ik was ervan overtuigd. Ik wist dat ik er meer voor moest laten dan andere spelers”, vervolgt de 26-jarige spits. Willem II kaapte hem uiteindelijk weg bij DETO, nadat hij een tijdje had meegetraind met het Heracles Almelo van Peter Bosz. “Ik zag bij Willem II een grotere kans om in het profvoetbal terecht te komen, maar ik speelde daar bijna nooit in het beloftenteam. Na een jaar vertrok ik naar FC Emmen, waar ik een amateurcontract tekende. Het begon te lopen, ik scoorde en trok de belangstelling van ADO Den Haag. Een profcontract, alles erop en eraan, terwijl ik in Emmen nog op amateurbasis speelde.”
Toch verkoos Weghorst een profcontract bij Emmen boven een stap naar ADO, als blijk van dank richting de club uit Drenthe. Een jaar later kwam hij bij Heracles Almelo alsnog in de Eredivisie terecht. “Er werden vaak vraagtekens gesteld bij mijn karakter. Soms terecht, maar soms ook onterecht. Als jonge jongen had ik vaak problemen met tegenstanders. Ik heb hard aan mezelf gewerkt en ben een stuk rustiger geworden. Dat de mensen in Nederland niet direct verliefd worden op een spits als ik, wist ik als tiener al. Daarom was de voldoening alleen maar groter toen ik Oranje wist te halen. Ineens stond ik met jongens als Virgil van Dijk op het veld.”
In Wolfsburg ontvangt Weghorst geregeld lof voor instelling. “In Duitsland wordt er anders tegen me aangekeken dan in Nederland, dat is prettig. Ik doe nog steeds veel extra werk, in de voorbereiding heb ik extra getraind. Dat was heel moeilijk, maar ik had het nodig”, geeft Weghorst aan. Hij scoorde tot dusver 13 keer in 28 wedstrijden voor Wolfsburg. “Alles gaat veel sneller en is intenser dan in de Eredivisie. De spelers zijn in Nederland misschien technischer, maar je krijgt daar ook een stuk meer ruimte. Ik heb niet het gevoel dat ik mijn plafond bereikt heb. Vorig seizoen was ik dominant, ik scoorde 28 keer bij AZ. Ik heb het gevoel dat ik hetzelfde kan bereiken bij Wolfsburg.”
Weghorst volgde de Bundesliga naar eigen zeggen als kind al, wat te maken had met zijn idool Niels Oude Kamphuis. “Hij was heel lang de buurman van mijn oom. Dus als ik bij hem op bezoek was, keek ik altijd direct of Niels thuis was. Als hij er was, trapte we een balletje”, zegt de spits over de oud-middenvelder van onder meer FC Twente en Schalke. “Nederlandse spitsen hebben me nooit zo getrokken. Jari Litmanen was vroeger mijn favoriet. Ondanks dat ik nog klein was en niet zoveel van voetbal wist, was ik gefascineerd door zijn stijl. Er hingen posters van hem in mijn kamer en ik vond Ajax een tijdje cool.”