Wat als?
Het is koud, donker en regenachtig in Utrecht. Het weer uit duidelijk zijn teleurstelling over het resultaat gisteravond tegen PEC Zwolle. Vanuit mijn studentenkamer kijk ik naar buiten en begin te dromen over gisteravond. Wat als de scheidsrechter Adam Sarota niet vroegtijdig naar de kant had gestuurd met een rode kaart? Zelf ben ik een Ajacied, maar in onze ‘groeps-WhatsApp’ en op Facebook uiten vele vrienden van mij hun mening over deze beslissing op onvriendelijke wijze. Had FC Utrecht deze wedstrijd wel gewonnen als de Australiër op het veld had mogen blijven staan? We zullen het nooit weten.
‘Wat als’ telt niet in de sport. Hoe vaak hebben wij dit al tegen elkaar gezegd? Langzamerhand begint mij duidelijk te worden dat niet alleen in de sport, maar in het hele dagelijks leven de ‘wat als-vraag’ meermaals per dag gesteld wordt. Ik droom weg richting de andere voetbalclub die in mijn hart gesloten zit: Nottingham Forest. Vijf jaar geleden was ik in Australië op reis en ontmoette daar twee typische Engelse gasten. De ene leek op Joe Cole en de andere leek op Lee Bowyer. Joe en Lee waren helemaal weg van Nottingham Forest en keken deze wedstrijden live om drie of vier uur ’s nachts. Ik ben gegrepen door hun enthousiasme en sindsdien fervent volger van the Reds.
De roemruchte historie van Nottingham Forest is bekend in het hoofd van iedere voetballiefhebber. Forest heeft onder de legendarische Brian Clough tweemaal de Europa Cup I gewonnen en werd direct kampioen na promotie richting de First Division, voorloper van de Premier League. Nottingham Forest is tot op heden de enige voetbalclub dat vaker de beste was van Europa, dan de beste in eigen land. Maar wat als de club niet zo in verval zou zijn geraakt? Wat als de club vroeger de keuze had gemaakt hetzelfde beleid te voeren als pak ‘m beet Manchester United? Nottingham had alle ingrediënten in huis om nog steeds een dominante grootmacht te zijn in het hedendaagse voetbal. De club heeft bekende Nederlandse spelers in de gelederen gehad, zoals Bryan Roy of en Pierre van Hooijdonk. Maar hadden dit ook Jaap Stam of Robin van Persie kunnen zijn?
Ik begin langzaam uit mijn dagdroom te ontwaken en denk terug aan een paar felle discussies met vrienden van mij in het verleden. Prominent vooraan in mijn dagdroom komen de beelden van Arjen Robben weer naar boven. Iedere lezer van mijn clubexpert zal deze zin minimaal driemaal hebben uitgesproken: Wat als Robben had gescoord? Ik begin gelukkig te glimlachen, omdat dit mij doet denken aan een lied van Joop Visser over de penalty van Marco van Basten in 1992, tegen het campingelftal van Denemarken. Scoorde Borussia Dortmund-verdediger Felipe Santana niet uit buitenspelpositie in de kwartfinale van de Champions League vorig seizoen? Had Real Madrid anders Málaga geloot en had José Mourinho dan misschien we la Décima gewonnen? Waren The Doors groter geweest dan de Beatles als Jim Morrison nog geleefd had? Wie durft zijn hand in het vuur te steken voor voetballers als Robbie de Wit, Willy Dullens of Rubén de la Red? Waren deze jongens wel zo groot geworden als wij nu beweren?
Het is en blijft een schitterend fenomeen om hierover te filosoferen. Natuurlijk hebben wij geen enkele invloed op deze ‘mythes’ , maar het zit in de mens om iedereen op een bepaalde waarde te schatten. Vroeg gestopte of vervallen clubs, sporters, acteurs of zangers – met welke reden dan ook – zullen altijd door ieder oog anders bekeken worden. Van bijvoorbeeld Johan Cruijff of Wilt Chamberlain is geen discussie over cijfers te vinden. Deze mannen hebben de ruimte voor discussie gesloten door gewoon te blijven doen waar zij zo fenomenaal goed in waren. De dood, een slepende blessure of bijvoorbeeld slecht leiding geven aan een organisatie zal voor ons altijd ruimte geven tot prachtige dialogen. En dit zeg ik met veel respect.
Uit mijn dagdroom ontwaakt, kijk ik nog eenmaal op het internet naar de stand van de Championship. Nottingham Forest staat inderdaad op een play off-plaats. Wat als het allemaal nog goed komt?