Wat als Vitesse omvalt? Zo vergaat het Nederlandse profclubs die failliet gingen
De toekomst van Vitesse is nog altijd allerminst zeker. Hoewel de aanstaand Keuken Kampioen Divisie-ploeg niet langer in Russische handen is, hangt het mogelijke intrekken van de proflicentie als het zwaard van Damocles boven de GelreDome. Indien er niet tijdig een nieuwe eigenaar wordt gevonden die bereid is de miljoenenschuld af te lossen, dreigt een faillissement en zal Arnhem zonder profvoetbal verder moeten. Voetbalzone zet de Nederlandse clubs die sinds de eeuwwisseling op de fles gingen op een rijtje.
Door Jan Hoeksema
Nu Valeri Oyf niet langer de aandelen van Vitesse in zijn bezit heeft, bevindt de club zich in ietwat rustiger vaarwater. Algemeen directeur ad interim Edwin Reijntjes en adviseur Paul van der Kraan hebben concrete toekomstplannen opgesteld en ingediend bij de KNVB, waarmee zij hopen de proflicentie voor Vitesse te kunnen behouden. In de persoon van John van den Brom is er daarnaast een trainer van formaat aangesteld voor Keuken Kampioen Divisie-begrippen. Dit alles wil niet zeggen dat het geel-zwarte varkentje gewassen is.
De belangrijkste voorwaarde voor het behouden van de licentie is nu het presenteren van een sluitende begroting voor komend seizoen. Daarvoor heeft Vitesse een investeerder nodig die bereid is miljoenen in de degradant te pompen. Wordt een geldschieter niet gevonden, dan valt het doek voor Vitesse alsnog.
De Arnhemse club zou bij lange na niet de eerste Nederlandse betaald voetbalorganisatie zijn die omvalt. Alleen al sinds de eeuwwisseling gingen vijf clubs Vitesse voor.
HFC Haarlem (2010)
In de eerste decennia van het georganiseerde Nederlandse voetbal is Haarlemsche Football Club Haarlem mondjesmaat succesvol. Het wint één landstitel (1946) en twee nationale bekers (1902 en 1912), maar verder is de club nooit een grote speler in de Eredivisie, al brengt het wel Ruud Gullit voort. In het seizoen 1989/90 degradeert Haarlem naar de Eerste Divisie en het zou hierna nooit wederkeren op het hoogste niveau.
In januari 2010 valt het doek voor de Roodbroeken. Haarlem kampt op dat moment al maanden met een enorme schuld, die uiteindelijk oploopt tot een bedrag van meer dan een miljoen euro. De gemeente wil niet langer geld in de club steken en een externe investeerder wordt niet gevonden, waardoor Haarlem ophoudt te bestaan.
Al snel na het faillissement worden de plannen om een herstart mogelijk te maken gesmeed. Voor een bedrag van 22.500 euro kan Nieuwe Haarlemse Football Club Haarlem, zo als de gloednieuwe vereniging moet gaan heten, de inventaris en merknaam van HFC Haarlem overnemen. Zo ver komt het niet.
De leden van Nieuw Haarlem besluiten te fuseren met de lokale amateurclub HFC Kennemerland, waarna Haarlem-Kennemerland ontstaat. Wat nog over was van het originele HFC Haarlem gaat verder in de Tweede Klasse, waarmee de club alleen nog bestaat in herinneringen en oude wedstrijdverslagen. Haarlem-Kennemerland is onderhand actief in de Vierde Klasse.
RBC Roosendaal (2011)
Vanaf het seizoen 1983/84, de eerste jaargang waarin de club betaald voetbal speelde sinds 1971, komt de Roosendaal Boys Combinatie zeventien seizoenen lang uit in de Eerste Divisie. Het pendelt tussen de middenmoot en onderkant van de ranglijst en heel af en toe vindt de club zich terug in de subtop van het tweede niveau van Nederland.
In het seizoen 1999/2000 promoveert RBC prompt naar de Eredivisie. Het eindigt als zesde in de Eerste Divisie, maar via de nacompetitie weet trainer Robert Maaskant, alias de Kroonprins, de club naar het hoogste niveau te begeleiden. In de Eredivisie doet Maaskant zijn bijnaam amper eer aan, daar RBC als rodelantaarndrager meteen degradeert.
Het seizoen daarop promoveren de Roosendalers voor de tweede keer in de clubgeschiedenis naar het hoogste niveau. Dit Eredivisie-avontuur duurt vier jaar, alvorens RBC in de jaargang 2005/06 voorgoed vaarwel zegt tegen de top van de Nederlandse voetbalpiramide.
Zoals bij zoveel clubs die behoren tot het meubilair van wat we nu de Keuken Kampioen Divisie noemen, krijgt RBC te maken met flinke tekorten. De schuld van vijf tot zes miljoen euro is verre van behapbaar en als gemeente Roosendaal laat blijken geen financiële steun te gaan verlenen, is de club al snel reddeloos. 8 juni 2011 gaat de geschiedenisboeken in als de laatste dag waarop RBC Roosendaal in leven is.
Een directe doorstart als amateurclub is niet mogelijk, maar vanaf het seizoen 2012/13 keert de vereniging onder de naam RBC - de regioduiding ‘Roosendaal’ verdwijnt uit de clubtitel - terug in het Nederlandse voetbal. De Oranjehemden reïncarneren in de Vijfde Klasse, waar ze meteen het kampioenschap en dus promotie veiligstellen. In de tien jaren daarna volgen nog eens vier promoties, waardoor de club vanaf het seizoen 2024/25 uitkomt in de Vierde Divisie. Sinds 2014 speelt RBC bovendien zijn thuiswedstrijden weer in het Atik Stadion, dezelfde thuishaven tijdens de hoogtijdagen van de club.
AGOVV (2013)
Alleen Gezamenlijk Oefenen Voert Verder, kortweg AGOVV, uit Apeldoorn was voor een handjevol spelers een stop op weg naar het internationale voetbaltoneel. Zo zet Dries Mertens zijn eerste stappen in het Nederlandse voetbal bij de Apeldoornse vereniging, maakt Nacer Chadli zijn betaald voetbaldebuut in het shirt van de Blauwen en maakt Klaas-Jan Huntelaar zijn eerste profdoelpunt in dienst van AGOVV. Zelf kent de club weinig sportieve hoogtepunten.
Sinds de invoering van de Ere- en Eerste Divisie presteert AGOVV nooit beter dan de zesde plaats op het tweede niveau in het seizoen 2009/10. De club bivakkeert veelal in het rechterrijtje van de toenmalige Jupiler League en ook in de KNVB Beker verrast AGOVV vriend noch vijand.
Grijs of niet, het bestaan van de Blauwen blijkt in 2012 in acuut gevaar te zijn. De club kampt met enorme tekorten, waaronder een belastingschuld van 400.000 euro. Een reddingsplan komt niet van de grond en een inzamelingsactie van fans levert met een bedrag van 50.000 euro bij lange na niet genoeg op. Op 17 januari 2013 gaat AGOVV op de fles, precies 39 dagen voor het honderdjarig jubileum van de club. Een wranger einde is moeilijk voor te stellen.
AGOVV beschikt op dat moment al over een amateurtak, maar door het faillissement van de profs komen ook de amateurs in het geding. Met behulp van externe investeerders kan de amateurtak blijven bestaan, waardoor AGOVV niet alleen overleeft in de harten van de fans. Het eerste team van de club komt vanaf dat moment uit in de Vierde Klasse, waar het dankzij een fiere promotie slechts één seizoen acteert.
Bij de definitieve teloorgang van AGOVV in 2013 spreekt de clubleiding de ambitie uit om zich zo snel mogelijk te nestelen in de top van het amateurvoetbal. In 2016 worden deze woorden kracht bijgezet, daar de club voor de tweede keer in drie jaar promoveert. De Tweede Klasse blijkt een grotere horde. Afgelopen seizoen, acht jaar na de laatste promotie, ruilen de Blauwhemden dat niveau in voor de Derde Klasse. De weg naar de top van het amateurvoetbal blijkt hobbeliger dan gehoopt.
SC Veendam (2013)
SC Veendam wordt lange tijd gezien als de tweede profclub van Groningen. Het ‘kleine broertje’ van FC Groningen is slechts twee seizoenen actief op het hoogste niveau: in 1986/87 en in 1988/89. In de rest van zijn geschiedenis bivakkeert Veendam in de marge van het betaald voetbal.
In 2009, na het wegvallen van een belangrijke sponsor, verkeert de voormalig werkgever van Johan Derksen in financieel zwaar weer. Jaren later blijkt uit een reconstructie van het Dagblad van het Noorden dat Veendam lange tijd op de been is gehouden door ‘mannen met veel geld’. “Zwart geld ook. Soms hadden die mannen plannen, soms belangen”, schrijft de noordelijke krant in 2014 terugblikkend. Als een van de grootste geldschieters overlijdt, wordt duidelijk hoe penibel de financiële staat van Veendam is.
Al in 2010 dreigt een faillissement voor het eerst. Ternauwernood wordt dit afgewend, maar de gesteldheid van de clubkas verbetert nooit. Drie jaar later verschijnt het faillissementsspook wederom in Oost-Groningen en ditmaal is het einde van Veendam, ondanks een landelijke actie van oud-speler en clubicoon Henk de Haan die 190.000 euro ophaalt, onvermijdbaar.
Het plan om door te gaan als amateurclub vindt geen doorgang en dus houdt Veendam volledig op te bestaan. Het stadion van de club, De Langeleegte, wordt heden ten dage bespeeld door de amateurs van VV Veendam 1894, de vereniging die zich in 1974 afsplitste van SC Veendam en waarvan het vlaggenschip in de Derde Klasse actief is.
Achilles ‘29 (2018)
Het profbestaan van Achilles ‘29 uit het Gelderse Groesbeek is van korte duur. De toenmalige Jupiler League bestaat na de faillissementen van AGOVV en Veendam in 2013 uit slechts zestien ploegen en dus besluit de KNVB twee teams uit de top van het amateurvoetbal te vragen of zij interesse hebben in promotie naar de Eerste Divisie. In eerste instantie weigert zowel VV Katwijk als Achilles, maar na het versoepelen van de proflicentie-eisen door de KNVB gaat de vereniging uit Groesbeek overstag, waardoor de jaargang 2013/14 het eerste seizoen van Achilles in het profvoetbal is.
De stap van Topklasse naar de Jupiler League blijkt groot, gezien het feit dat de Witzwarten hun eerste jaar profvoetbal afsluiten als hekkensluiter. De twee seizoenen daarop zijn met een achttiende en vijftiende plaats minder dramatisch, alvorens Achilles in het seizoen 2016/17 weer onderaan eindigt. Ongekend bittere nasmaak voor de Groesbekers: in die jaargang degradeert de nummer laatst van de Jupiler League naar de Tweede Divisie. De proftak van Achilles blijft, ondanks dat de club niet langer op professioneel niveau actief zou zijn, op papier in stand.
Vanaf dan is het verval van de Heikanters groot. De stap naar het profvoetbal heeft Achilles miljoenen gekost en eenmaal terug tussen de amateurverenigingen degradeert de club drie keer op rij. Daarnaast wordt begin 2018 de proftak van Achilles, daaronder valt het eerste elftal en het beloftenteam, failliet verklaard. De club verkeert dan al tijden in financieel zwaar weer en kan onder meer de salarissen niet meer betalen.
Door het faillissement zijn alle spelers en stafleden vanaf januari 2018 transfervrij. Weinigen kiezen ervoor om te blijven en de sportieve teloorgang van Achilles gaat onverminderd hard verder. In het seizoen 2022/23 degradeert het naar de Tweede Klasse, het zevende niveau van de Nederlandse voetbalpiramide. Daar lijkt de vrije val te stagneren, aangezien Achilles zich dit seizoen zonder moeite handhaaft met een vierde plek. Het is maar de vraag of de Groesbekers met deze voorkennis in 2013 ook akkoord waren gegaan met de stap naar het profvoetbal.