Warner Hahn: ‘In mijn goede periode werd ik gevolgd door grote clubs’
De carrière van Warner Hahn kent de nodige ups en downs. De Rotterdammer kwam via de jeugdopleidingen van Sparta Rotterdam en Ajax bij FC Dordrecht terecht en maakte daar een goede indruk in zijn eerste twee seizoenen. Dat succes werd beloond met een contract bij Feyenoord, maar hij kwam uiteindelijk nooit in actie in het eerste elftal. Na het nodige blessureleed en verhuurperiodes bij PEC Zwolle en Excelsior tekende hij in de zomer van 2017 een contract in Friesland. Bij sc Heerenveen is de inmiddels 26-jarige doelman een vaste waarde en verslaggever Justus Dingemanse van Voetbalzone zocht hem op in het Abe Lenstra Stadion voor een interview.
Warner, je hebt wat turbulente jaren achter je. Hoe gaat het momenteel?
“Ik ben weer aan het opkomen. Sinds de winterstop gaat het eigenlijk prima, gewoon stabiel. Voor de winterstop heb ik hele goede wedstrijden waarin ik punten pakte voor mijn team afgewisseld met duels waarin ik fouten maakte, zoals thuis tegen FC Utrecht waarin dat echt tot puntverlies leidde. Afgelopen zaterdag tegen Excelsior was weer een wedstrijd waar ik mijn niveau van voor mijn blessures wist te halen en dat voelt goed kan ik je vertellen. Voor een keeper is constant zijn het allerbelangrijkste, wat dat betreft speel ik liever wekelijks een zes dan dat ik van een vier naar een negen ga en vervolgens weer van een drie naar een negen. Het ging een poosje op en neer, maar ik heb het gevoel dat ik nu de juiste lijn te pakken heb en het weer de goede kant op gaat.”
Waar ligt jouw plafond?
“Dat weet ik oprecht op dit moment niet. In mijn eerste twee seizoenen bij FC Dordrecht ging het echt goed. Daarna ging ik naar Feyenoord en werd ik direct verhuurd aan Zwolle waar het ook lekker ging. Dan speel je in drie jaar, laten we zeggen, negentig wedstrijden achterelkaar en daarnaast speelde ik als vaste keeper ook in alle nationale jeugdelftallen tot en met Jong Oranje. Als je het me destijds gevraagd had, had ik gezegd: ‘Nou, dit kan weleens echt wat gaan worden’. Ik wilde graag de lijn van dat hoge niveau doortrekken, maar moest terugkomen bij Feyenoord en raakte vervolgens zwaar geblesseerd. Ik lag er een jaar uit en ben daarna een half seizoen naar Excelsior gegaan om te spelen en ritme op het hoogste niveau op te doen.”
En toen kwam Heerenveen?
“Ja, na goed overleg maakte ik de overstap. Helaas heb ik hier opnieuw tweemaal een stevige blessure gehad. Daardoor moet je steeds je verwachtingen bijstellen en vind ik het nu heel lastig te zeggen hoe ver ik het kan schoppen. Als ik van mijn goede wedstrijden er dertig in een seizoen zou spelen, dan worden er natuurlijk wel weer dingen mogelijk. Ik weet dat in mijn periode bij Zwolle en Jong Oranje clubs uit de grote competities mij volgden, maar in die tijd wilde Feyenoord me houden. Met mijn agenten heb ik veel contact over mijn toekomst en ontwikkeling, maar de focus ligt nu op het goed en constant spelen voor Heerenveen.”
Hoe vervelend is het als je ritme steeds onderbroken wordt door blessures?
“Het is fysiek en mentaal heel moeilijk terug te komen, dat vergeten mensen vaak. Ze denken dat als je drie wedstrijden speelt je er weer bij bent, maar ritme is enorm belangrijk. Zeker als keeper, omdat het allemaal zo precies komt. Het gaat bij mij vaak om een paar centimeter. Waar de bal mijn hand raakt is doorslaggevend voor de controle. Na mijn laatste blessure heb ik veel moeite gehad terug te komen op niveau en vooral met het terugkrijgen van consistentie. Dat is er nu gelukkig weer en ik ben nu wel fitter dan ooit. Ik ben ontzettend gretig. Het is moeilijk dat gevoel onder woorden te brengen.”
In hoeverre betrok je de moeizame periode van sc Heerenveen op jezelf?
“Ieder doelpunt dat we tegen krijgen betrek ik op mezelf, want ik sta er om die ballen tegen te houden. Dat is wel lastig, want vaak kun je er niet zoveel aan doen, maar voel je je alsnog verantwoordelijk. Met andere doelpunten denk je: 'Dit is gewoon een domme fout, dat had ik anders moeten doen.' Ik ben vooral blij dat ik nu speel en het weer goed gaat met het team. Iedereen had ons helemaal afgeschreven. Ik denk altijd: 'Laat iedereen lekker een eind weg schrijven en praten, wij zijn bezig als team.' Dat gaat gewoon langzaam de goede kant op.”
Hoe kijk je naar de kritiek die keepers soms krijgen in de media?
“Het is soms lastig, ook als je bijvoorbeeld het commentaar op tv hoort. Dan hoor ik: ‘Die keeper loopt te grabbelen!’ en denk ik bij mezelf: 'Sorry hoor, volgens mij was dat best een aardige redding van die keeper', of: 'In die situatie zou ik ook wegblijven.' Als doelman moet je in korte tijd een beslissing maken en de rest kijkt het honderd keer terug. Het is sowieso opportunistisch. Als een aanvaller twee doelpunten maakt, maar ook drie keer faalt in een een-op-een, hoor je daar vaak niemand over. Tegelijkertijd is het zo dat als ik vier keer een een-op-een pak en vervolgens een knullig doelpunt tegen krijg iedereen het daar wél over heeft. Dat is lastig aan het keepersvak.”
Hoe ga je mentaal met fouten om?
“Als ik een fout maak, probeer ik er van te leren door de actie te analyseren met de keeperstrainer, maar het is ook belangrijk snel weer verder te gaan. Leuk hoor, al die mensen op sociale media met het account op slot reageren dat je er geen reet van kan, maar wat moet je ermee? Ik ben zelf iemand die altijd probeert te zeggen wat hij vindt en denk dan altijd: 'Zeg het gewoon in mijn gezicht.' Dan heb ik respect voor je en kan ik het er mee eens of oneens zijn. Maar achter iemands rug om of op sociale media? Dat schiet niet op.”
Je staat nog tot 2020 onder contract. Praten jullie al over eventuele verlenging?
“Nee, dat is nog helemaal niet aan de orde. Als ze het nu zouden vragen, zou ik ook zeggen: ‘Joh, we kijken even in de zomer’. Het hangt ook allemaal af van hoe het dit seizoen verder gaat. De praktische werking van contracten vind ik sowieso altijd iets bijzonders in het voetbal. Je tekent voor een bepaalde tijd bij een club, maar stel dat ik zou zeggen tegen een club: ‘Jongens ik ga hier drie jaar voetballen en daarna verder kijken’, dan word je al snel weggezet als iemand die niet aan het belang van de club denkt. Andersom kan het natuurlijk ook zijn dat een club na twee jaar van je af wil en dan word je gevraagd te vertrekken terwijl je nog een contract hebt. Het is altijd lastig want er spelen veel belangen: clubbelang, teambelang en eigenbelang.”
Hoe staat het met je ambities?
“Ik zou heel graag nog een keer in het buitenland willen voetballen. Begrijp me niet verkeerd: als de top drie komt, zou dat fantastisch zijn. Als bijvoorbeeld Feyenoord me weer zou willen hebben doe ik dat honderd procent zeker, maar als het om een positie als reserve gaat ga ik liever naar het buitenland. Met zo’n rol zijn de keepers na een jaartje wel klaar. Doelman zijn draait natuurlijk maar om één plek, waar andere voetballers vaak ook nog wel op andere posities kunnen spelen. Alle keepers van de eerste tot de vierde willen allemaal spelen en die frustratie is moeilijk te parkeren. Het ligt ook aan leeftijd. Als ik 36 ben en mooie dingen heb meegemaakt in het buitenland, is ergens derde keeper worden vast niet zo’n issue meer.”
Hoe kijk jij dan bijvoorbeeld naar de positie van Jasper Cillessen?
“Hij speelt alleen in de beker, maar traint wel met jongens die jij op Football Manager niet eens kunt halen omdat ze te duur zijn. Daar traint hij dagelijks mee en gaat overal naartoe. Kampioen worden, Champions League spelen en misschien zelfs winnen dit jaar. Dat zijn dingen waarvan je denkt: 'Fantastisch om bij te zijn.' Hetzelfde geldt voor zo’n Kostas Lamprou die nu zoiets bij Ajax meemaakt. Voor het salaris van Cillessen is back-up zijn waarschijnlijk ook wel wat langer leuk, maar je moet vroeg of laat wel ergens gaan spelen. Je vroeg mij wat mijn top is, nou die van hem lijkt mij wereldtop. Als hij straks een nieuwe stap maakt, is hij er echt klaar voor en moet hij laten zien dat hij ook kan wat Marc-André Ter Stegen doet. Steeds constant een 7,5 spelen op dat niveau is razendknap en zó moeilijk voor een keeper.”