Waarom Lorenzo Insigne een contract van 44 miljoen euro kan tekenen
Lorenzo Insigne maakt komende zomer transfervrij de overstap van Napoli naar Toronto, zo maakte de club uit de MLS zaterdag bekend. Toronto profiteert daarmee van het aflopende contract van de aanvaller en wist hem richting Canada te lokken met een torenhoog salaris. Maar hoe kan Toronto voor de Italiaans international een bedrag op tafel leggen wat zelfs bij de grootste clubs van Europa voor duizelingen zorgt?
Door Chris Meijer
“Het is meer een keuze die goed is voor zijn leven dan voor zijn carrière. Een besluit als dit betekent dat je een ander type sport gaat beoefenen. Het is demonstratievoetbal, geen echte competitie. We moeten zien wat zijn prioriteiten zijn, van wie hij advies krijgt. Wij Italianen hebben moeite om deze stap te begrijpen, Giovinco deed het ook. Alleen zij die ooit in zo’n situatie hebben gezeten kunnen begrijpen in hoeverre een salaris je overhaalt om dit te accepteren”, zo reageerde Antonio Ottaiano - voormalig zaakwaarnemer van Insigne - in gesprek met Radio Marte op de transfer naar Toronto. Nee, wanneer je de voorwaarden van het contract van Insigne in Canada hoort, is het niet zo moeilijk om zijn keuze te begrijpen.
Insigne wordt met afstand de bestbetaalde speler van de MLS; op dit moment is dat nog Carlos Vela met een jaarsalaris van 5,5 miljoen euro. Transfermarktexpert Fabrizio Romano meldde dat Toronto Insigne een netto jaarsalaris van 11 miljoen euro gaat betalen, waar bovenop hij nog 4,5 miljoen euro aan bonussen kan gaan verdienen. Met het contract voor vier jaar dat klaarligt in Canada, kan Insigne zich zonder bonussen verzekeren van een totaalbedrag van 44 miljoen euro. “Het is best verrassend, want hij zit misschien nog wel in zijn beste jaren van zijn carrière”, beaamt Claudio D’Amato, die werkzaam is voor de Italiaanse tak van Goal en Napoli op de voet volgt. “Na het winnen van het EK en recent te hebben gespeeld in de Champions League is het wat vreemd om op je dertigste naar Canada te gaan.”
“Tegelijkertijd is dit de kans van zijn leven. Persoonlijk had ik Insigne nog wel een aantal jaar in Italië of in ieder geval in Europa willen zien”, vervolgt D’Amato. “Hij is de aanvoerder van Napoli, maar heeft altijd een ingewikkelde verstandhouding met de fans gehad. Wanneer hij een slechte wedstrijd speelt, is hij de eerste die kritiek krijgt. Hij is een Napolitiaan, juicht voor Napels en draagt alle druk op zijn schouders. Ik denk dat hij tussen 2018 en 2021 op zijn best is geweest, al wisselde hij goede maanden af met mindere. Ondanks alles wilde hij altijd blijven en geschiedenis schrijven, waardoor een vertrek voorheen nooit aan de orde was. De onderhandelingen over het verlengen van zijn aflopende contract zijn nooit echt van de grond gekomen, omdat er een te groot verschil tussen vraag en aanbod bestond en hij niet op één lijn zat met voorzitter Aurelio De Laurentiis.”
Doordat Insigne in het bezit is van een aflopend contract, werd zijn naam de afgelopen tijd in verband gebracht met onder meer Tottenham Hotspur, Internazionale, Lazio en AS Roma. Maakt hij de keuze voor Toronto om niet voor een andere Italiaanse club te hoeven kiezen? “Nee, dat denk ik niet”, antwoordt D’Amato. Napoli bood Insigne naar verluidt een jaarsalaris van 3,5 miljoen euro. “Het punt is dat er geen concrete aanbiedingen vanuit Italië lagen. Er was alleen sprake van geruchten en interesse. Toronto heeft hem een lawine aan geld aangeboden. De MLS heeft de laatste jaren veel naar Europa gekeken en de begeleiders van veel Italiaanse spelers hebben goede relaties met Amerikaanse clubs. Een club als Toronto heeft financieel gezien veel meer mogelijkheden dan veel Europese clubs, los van bijvoorbeeld Paris Saint-Germain en Manchester City.”
De voornaamste vraag die nu in Europa leeft: hoe kan Toronto zo krankzinnig veel meer salaris bieden dan Napoli? Het antwoord is in de kern redelijk simpel, namelijk dat Toronto in handen is van een eigenaar met zeer diepe zakken. Toronto maakt deel uit van Maple Leaf Sports & Entertainment (MLSE), waaronder alle grote sportteams in de Canadese stad vallen. Naast de voetbalclub is MLSE eigenaar van de Toronto Maple Leafs, de Toronto Marlies (allebei ijshockey), de Toronto Raptors (basketbal) en de Toronto Argonauts (American football) en uitbater van de grootste sportcomplexen van Toronto, waaronder het in 2016 gerenoveerde BMO Field waar Toronto FC zijn thuiswedstrijden afwerkt en de Canadese nationale ploeg geregeld speelt. Alleen die portefeuille zorgt er al voor dat MLSE vele miljarden waard is.
MLSE noteert op jaarbasis een omzet van bijna zeshonderd miljoen euro, dat bijvoorbeeld verdiend wordt uit televisiekanalen die de wedstrijden van de Toronto Maple Leafs, de Toronto Marlies en de Toronto Raptors uitzenden, uit sponsordeals rond de sportteams binnen het imperium en uit de opbrengsten uit verschillende stadions in Toronto. Achter het toch al behoorlijk vermogende conglomeraat zitten mogelijk nóg rijkere aandeelhouders, met Rogers Communications, Bell Canada Enterprises - twee grote telecom- en mediabedrijven, goed voor een miljardenwinst - en miljardair Larry Tanenbaum. Dat MLSE veel te besteden heeft, valt in een oogopslag te zien na een blik op de torenhoge salarissen die bij de Toronto Maple Leafs en de Toronto Raptors worden betaald.
“Toronto heeft een van de sterkste ownership groups in de MLS, die zijn heel powerful. Qua salaris kunnen ze wel het een en ander doen”, beaamt Marcel de Jong. De in Nederland opgegroeide oud-verdediger speelde voor Helmond Sport, Roda JC, FC Augsburg en Sporting Kansas City, voor hij in Canada terechtkwam. In het land waarvoor hij 56 interlands achter zijn naam heeft staan stond hij onder contract bij Ottawa Fury, Vancouver Whitecaps en Pacific FC. “Toronto is een fantastische club, met een enorme fanbase. De eerste paar jaren in de MLS waren nog niet geweldig, maar de laatste zes à zeven jaar zijn ze een absolute topclub geworden. Over het algemeen is Toronto wel een van de topclubs in de MLS. Als je het vergelijkt met de Vancouver Whitecaps, nemen ze wat meer risico’s. Ze zijn bereid om te investeren. Alles is professioneler geworden: van het bestuur tot de technische staf tot de spelers. Zo zie je dat alles tijd nodig heeft om te groeien.”
Het heeft sinds de intrede van Toronto in de MLS in 2006 - als eerste Canadese club - even geduurd voor de echt grote namen naar Canada werden gehaald. Waar elders in de MLS namen als David Beckham, Thierry Henry en Freddie Ljungberg opdoken, moesten in Toronto aanvankelijk de toeschouwersaantallen worden opgekrikt met Mista, Danny Koevermans en Torsten Frings. Het aantrekken van Jermain Defoe wordt in de recente geschiedenis van Toronto beschouwd als een keerpunt. Toronto nam de 57-voudig Engels international in 2014 voor negen miljoen euro over van Tottenham Hotspur en kondigde zijn komst aan als de Bloody Big Deal. “Waarom kunnen wij niet groot worden?”, vroeg Tim Leiweke, toenmalig voorzitter van MLSE, bij de presentatie van Defoe. De titel Bloody Big Deal zou als een boemerang terugkomen, want Defoe kon nooit aan de hooggespannen verwachtingen voldoen. Na één seizoen - met 12 doelpunten in slechts 21 wedstrijden en waarin Toronto de play-offs misliep - hield Defoe het weer voor gezien en keerde hij terug naar Engeland.
“Voor mij is de Bloody Big Deal vooral een idee wat voor club we wilden worden, in plaats van dat het per se om Defoe draaide. Het ging meer om een signaal, dat er niet meer om ons gelachen hoefde te worden. We wilden duidelijk maken: misschien winnen we niet iedere wedstrijd, we doen niet alles goed en we maken wellicht fouten. Maar we gaan serieus genomen worden, we willen dat onze fans terugkomen”, zei Tim Bezbatchenko, voormalig general manager van Toronto, tegenover Sportsnet. Tegelijkertijd werden er bij Toronto lessen getrokken uit het mislukte huwelijk met Defoe, die er uiteindelijk voor zorgden dat Sebastian Giovinco begin 2015 naar Canada gehaald kon worden.
“Het belangrijkste is dat een speler levert en je kunt zeggen dat dit bij Jermain niet het geval is geweest, maar je kunt ook zeggen dat het ons in staat stelde om Jozy Altidore (hij maakte in ruil voor Defoe de overstap van Sunderland naar Toronto, red.) te halen. En door de lessen die we hebben geleerd, hebben we uiteindelijk ook Giovinco kunnen aantrekken. Zonder Defoe hadden we niet de middelen en kennis gehad om Giovinco succesvol te benaderen”, sprak Bezbatchenko. Giovinco werd transfervrij weggehaald bij Juventus. “We spraken met de speler en zijn familie over de club en de verschillen tussen Juventus, de Serie A, Toronto en de MLS: het heeft allemaal geholpen om de interesse van Seba aan te wakkeren. Ik moest hem uitleggen wat voor uitdagingen hij zou krijgen en hoe wij hem daarbij zouden helpen.”
De stap van Giovinco naar Toronto was enigszins vergelijkbaar met die van Insigne nu. Met een leeftijd van 27 was de 23-voudig Italiaans international zelfs jonger dan zijn landgenoot toen hij vanuit de Serie A naar de MLS verkaste. “Maar Insigne zit qua prestaties en recente successen wel nog op een hoger niveau dan Giovinco destijds”, zo plaatst D’Amato een kanttekening. Toronto slaagde er wel min of meer voor het eerst in een speler in de bloei van zijn carrière weg te halen bij een Europese topclub.
“Je ziet het nu een beetje veranderen: een paar jaar geleden was de MLS vooral een plek waar grote voetballers in de herfst van hun carrière nog even kwamen voetballen”, vertelt De Jong. Hij speelde totaal 52 wedstrijden in de MLS en is tegenwoordig director en head coach van Football Fundament, een voetbalschool in Vancouver. “Voetbal is de snelst groeiende sport in Amerika, dat zie je ook aan de clubs die erbij komen in de MLS. Het is gewoon heel aantrekkelijk om die stap in de bloei van je carrière te maken. Plus het is fantastisch om de ene week in Los Angeles, de andere week in Florida en dan weer in Miami te spelen. Dat is zo gaaf dat het heel aantrekkelijk is voor spelers om hierheen te komen.”
Giovinco kreeg een megasalaris van 7,3 miljoen euro voor een vijfjarig contract, significant meer dan de 2,2 miljoen euro die hij per jaar bij Juventus kreeg bijgeschreven. Maar voor dat forse bedrag bracht Giovinco Toronto ook de grote successen waar hij voor binnengehaald werd. Met Giovinco in de gelederen won Toronto in 2017 voor het eerst de MLS Cup, nadat een jaar eerder nog in de finale van de play-offs verloren werd tegen Seattle Sounders. Een jaar later was Toronto ook dicht bij de eerste internationale prijs, toen er in de finale van de CONCACAF Champions League werd verloren van Chivas Guadalajara.
“Persoonlijk voelde ik me op mijn gemak bij Toronto. Het is een stad waar het leven heel gemakkelijk is. Op professioneel vlak loop je het risico om van de radar te verdwijnen. Ik raakte uit beeld bij de nationale ploeg. Als je bereid bent om die dingen op te geven, is het een ervaring die ik iedereen aanraad”, zei Giovinco in gesprek met de Corriere dello Sport. Na het vertrek van Giovinco naar Al-Hilal begin 2019 bereikte Toronto in het eerste jaar nog de finale van de MLS (waarin verloren werd van Seattle Sounders), maar de twee daaropvolgende seizoenen verliepen teleurstellend. In 2020 sneuvelde Toronto al in de eerste ronde van de play-offs en afgelopen jaar werd de eindronde van het MLS-seizoen niet eens bereikt. Daardoor was het hard nodig om het enthousiasme rond Toronto opnieuw aan te wakkeren.
Dat lijkt met de komst van Insigne gelukt. Alleen de geruchten zorgden er al voor dat de nodige supporters een nieuwe seizoenkaart hebben aangeschaft, een veelbelovend begin voor alle commerciële voordelen die aan het aantrekken van Insigne zijn verbonden. En Toronto lijkt nog niet klaar op de transfermarkt. De naam van Giovinco werd de afgelopen tijd in verband gebracht met een terugkeer naar Toronto. Hij is sinds afgelopen zomer transfervrij, nadat zijn contract bij Al-Hilal afliep. Voorlopig zou Giovinco echter te veel geld vragen en Toronto is niet van plan om van hem opnieuw een zogenaamde Designated Player te maken. De Designated Player Rule schrijft voor dat Amerikaanse clubs slechts drie spelers in de selectie mogen hebben die buiten het salarisplafond vallen.
Toronto heeft met Alejandro Pozuelo (jaarsalaris van 4,2 miljoen euro, vorig seizoen de nummer vier op de lijst met bestbetaalde spelers van de MLS), Jozy Altidore (jaarsalaris van 3,2 miljoen euro, vorig seizoen de nummer zeven op de lijst met bestbetaalde spelers van de MLS) en Michael Bradley (jaarsalaris van 1,3 miljoen euro) nog drie Designated Players onder contract staan. Een van hen zal in ieder geval genoegen moeten nemen met een lager salaris om zo plaats te maken voor Insigne. Mogelijk dat Bradley hiertoe bereid is, daar de vader van de voormalig middenvelder van onder meer sc Heerenveen en AS Roma (Bob Bradley) net is aangetreden als trainer én sportief directeur bij Toronto. Romano meldde dat er gesproken wordt met Altidore over het ontbinden van zijn contract. Dat zou 7 miljoen euro moeten kosten, maar de voormalig spits van AZ heeft een vergoeding van 4,5 miljoen euro aangeboden gekregen.
Momenteel wordt ook de naam van Andrea Belotti in verband gebracht met Toronto. De 28-jarige spits, die afgelopen zomer net als Insigne Europees kampioen werd met Italië, is bij Torino in het bezit van een aflopend contract. Een volledig Italiaanse aanval in Canadese dienst: dan moet de MLS in ieder geval in Italië toch wel gaan leven? “Het hangt ervan af hoeveel Italiaanse spelers die kant opgaan”, reageert D’Amato. “Normaal gesproken kijken we hier nauwelijks naar de resultaten in de MLS. Misschien dat de grote wedstrijden dan wat meer gaan leven, maar op dit moment is dat niet het geval. We zullen zien of Insigne daar verandering in kan brengen.”