voetbalzone

Waarom Denemarken een gevaarlijke outsider is: 'Dat is een groot voordeel’

Thijs12 jun 2021, 15:43
Laatst bijgewerkt: 12 jun 2021, 15:43
Advertentie

Nederlandse profvoetballers zijn overal ter wereld te vinden; van de illustere Premier League of LaLiga tot aan de allerkleinste competities. Zodoende is er minimaal één Nederlander actief in elk van de 24 landen die aan het EK deelnemen en met hen zoomen we in op de sfeer, de EK-selecties, hun eigen ervaringen en nog veel meer. In aflevering 2 vertelt de bij Ajax, NEC en FC Groningen opgegroeide Lars Kramer over zijn ervaringen in Denemarken. Daar werd hij in zijn tweede seizoen bij Viborg FF kampioen. Ook is hij opgenomen in het team van het jaar uit de 1. Division.

Door Thijs Verhaar

Viborg voldoet in heel veel opzichten aan het beeld wat Nederlanders van Denemarken hebben. Het amper 40.000 zielen tellende stadje is sereen rustig en omgeven door schitterend groen landschap. “Grote steden hebben we ook niet in het noorden, dus het is wel even wat anders dan ik in Amsterdam gewend was”, glimlacht de 21-jarige centrumverdediger. “Kopenhagen is natuurlijk wel een grote stad, maar ook daar is het niet zo chaotisch omdat de mensen over het algemeen veel rustiger zijn”, meent Kramer. Wel heeft het land als voordeel dat de coronamaatregelen een stuk minder streng zijn dan in Nederland. Eigenlijk is bijna alles al die tijd open gebleven en mag iedereen op de terrassen en in cafés ‘gewoon’ op grote schermen naar het EK kijken, waar dat in ons land voorlopig niet aan de orde is.

Sterker nog: waar de minimale huldiging van Ajax verfoeid werd, kon Kramer zich vorige maand met zijn ploeggenoten opmaken voor een stevig kampioensfeest. “In mijn eerste seizoen grepen we net naast promotie en nu was het gelukkig wel raak, dus iedereen was dolgelukkig toen de buit binnen was. Uiteindelijk hebben we het drie dagen achter elkaar kunnen vieren met de verschillende supportersgroepen. Daar zat de sfeer er goed in omdat het op het einde van de competitie nog wel spannend was tussen ons en de grote rivaal Silkeborg”, aldus Kramer. “We stonden allebei iets van 25 punten voor op de nummer 3 en zouden dus allebei promoveren naar het hoogste niveau, maar natuurlijk wil je dat het liefst als kampioen doen. Gelukkig zijn we daarin geslaagd en ik werd ook nog eens opgenomen in het team van het jaar, dus mijn seizoen kon niet beter.”

voetbalzone

Kramer is daarom met een uitstekend gevoel aan zijn vakantie begonnen, maar helemaal afstand nemen van zijn dagelijkse leven als profvoetballer zit er niet in. Tijdens het EK is hij bijvoorbeeld van plan om flink ‘huiswerk’ te doen. “Bij de Deense ploeg zitten behoorlijk veel jonge talenten die ik volgend seizoen in de competitie tegen ga komen, dus die ga ik goed in de gaten houden. Vooral Jonas Wind is er eentje die je als neutrale toeschouwer op je volglijstje moet zetten”, tipt de Nederlander. “Hij is als 22-jarige nu al de grote ster bij FC Kopenhagen en scoort ontzettend makkelijk.” Inderdaad staat de centrumspits na zeven interlands al op drie treffers, terwijl hij in de competitie met vijftien goals en acht assists ook van grote waarde was voor de nummer drie van de Deense Superligaen.

Diverse Europese subtoppers worden al met de aanvaller in verband gebracht, dus is de kans groot dat hij gelouterde collega’s van de nationale ploeg als Simon Kjaer, Kasper Schmeichel, Christian Eriksen, Pierre-Emile Hojbjerg en Kasper Dolberg achterna gaat. Dat zijn zo’n beetje de sterkhouders van het Deense elftal, dat volgens Kramer vooral leunt op zijn sterke defensie. “Zoals je van een ervaren ploeg mag verwachten is dat de grote kracht van het elftal. Die jongens weten allemaal wat er op hoog niveau gevraagd wordt en handelen daarnaar. Het is heel lastig om ze uit elkaar te spelen en dat vind ik als verdediger mooi om te zien.” In de laatste twintig interlands kreeg de Deense ploeg slechts veertien tegengoals te verwerken, waarvan er zes gemaakt werden in twee onderlinge EK-kwalificatieduels met België.

voetbalzone

Opvallend genoeg zitten beide landen nu weer bij elkaar in de poule, die verder bestaat uit Rusland en het op een EK debuterende Finland. “België is in principe een maatje te groot voor Denemarken, maar die andere twee landen moeten te doen zijn”, verwacht Kramer. Met zijn teamgenoten en Deense vrienden uit Viborg heeft hij talloze EK-poules ingevuld, waarbij hij de Scandinaviërs steevast door laat gaan naar de knock-outfase. “Voor mij zou het heel leuk zijn als ze dan later in het toernooi tegen Nederland uitkomen. Dan kan ik het vuurtje mooi een beetje opstoken bij mijn vrienden hier”, lacht de verdediger. Hij is tijdens de poulefase nog bij familie in Nederland en keert daarna terug naar Denemarken om daar de voorbereiding op het nieuwe seizoen aan te vangen.

“Of ik dan mijn hele balkon Oranje zou maken en vlaggen ophang om te laten zien dat ik voor Nederland ben? Nee hoor. Zo uitbundig ben ik niet, maar ik zou wel m’n oranje shirt aantrekken. Ik ben en blijf wel een Nederlander, dus dat moet gewoon kunnen”, aldus Kramer. Hij stelt dat de Denen over het algemeen hoog opgeven van het Nederlands elftal en het zit ook niet in hun aard om de confrontatie te zoeken. “Er zullen best landen zijn waarbij je beter niet in je Oranje shirtje over straat kunt tijdens het EK, maar hier vindt iedereen het prima. Denen zijn heel relaxte mensen. Heel rustig en ingetogen ook, dus je ziet hier niet zoveel vlaggetjes op straat als bijvoorbeeld in Nederland wel het geval is. De mensen houden wel echt van voetbal, maar uiten dat niet zo uitbundig. Of nja; ze laten zich in positieve zin lekker gaan als het goed gaat, maar zijn veel milder dan in Nederland als de resultaten tegenvallen.”

voetbalzone

Denemarken speelt alle drie zijn groepsduels in Kopenhagen en het is volgens Kramer volkomen uitgesloten dat het thuispubliek de Denen uit gaat fluiten als ze in eigen huis niet thuisgeven op het EK. “De mensen gaan hier heel anders met teleurstellingen om, houden dat meer bij zichzelf.” De spelers van de nationale ploeg zullen volgens hem nooit zoveel kritiek krijgen zoals bijvoorbeeld Marten de Roon nu ten deel valt na enkele mindere optredens in het Nederlands elftal. “Die druk is hier echt veel minder dan bij Oranje, dus dat is wel een groot voordeel”, meent Kramer, al kan je de situatie volgens hem ook anders uitleggen. “Als een Memphis Depay goed speelt bij Oranje en scoort, wordt hij ook veel uitbundiger opgepept door het publiek, dus het is maar net hoe je het bekijkt.”

Diezelfde Depay komt vaak aan bod als Kramer met zijn teamgenoten praat over de kansen van Oranje. Vooral de grote sterren van de nationale ploeg zijn een geliefd onderwerp in de kleedkamer van Viborg, maar ook de afgevaardigden uit de Eredivisie komen geregeld ter sprake. “Er zijn natuurlijk heel veel Denen via de Eredivisie doorgebroken, dus dat is hier een populaire competitie”, legt Kramer uit. Zelf speelde hij één duel in de hoogste Nederlandse afdeling, als achttienjarige tegen Feyenoord. “Dat was top, maar echt aanhaken zat er op die leeftijd nog niet in voor mij. Daarom heb ik heel bewust voor Viborg gekozen. Hier speel ik elke week op een goed niveau. De club wil doorstoten naar de top van de Superligaen, dus met de promotie hebben we de eerste stap te pakken. Voor mij kan het dus heel interessant zijn om hier nog een jaar te blijven, al begint er ook wel wat interesse uit andere competities op gang te komen.”

voetbalzone

Kramer stelt dat hij de afgelopen twee jaar veel zekerder is geworden op het veld. Foutjes door concentratieverlies kostten hem uiteindelijk de kop bij FC Groningen, maar volgens hem zijn ze nu verleden tijd. “Met mijn huidige niveau denk ik dat ik me wel staande zou kunnen houden in de Eredivisie. Ik speel met veel vertrouwen, dus dat denk ik zeker.” De 1.92 meter lange centrumverdediger had zelfs een beetje hoop dat hij met Jong Oranje mee had gemogen naar het jeugd-EK. “Ik keek met een schuin oog naar de voorselectie, want wat mij betreft zit er weinig verschil tussen wekelijks goed spelen in Denemarken of in de Eredivisie", aldus de zesvoudig international van Oranje Onder-20. "Maar dat is misschien ook niet eerlijk van mij, want de andere jongens doen het gewoon heel goed in Nederland en Sven Botman presteert fantastisch in Frankrijk”, looft Kramer. “Uiteindelijk heb ik hen als supporter gevolgd, zoals ik straks ook het ‘grote’ Oranje ga volgen.”

De Nederlandse talenten strandden uiteindelijk in de halve finale tegen Jong Duitsland, nadat ze een ronde eerder stuntten tegen topfavoriet Jong Frankrijk. “Daarmee hebben ze weer eens laten zien dat ook de underdog altijd een kans heeft”, aldus Kramer. Hij hoopt dat het Nederlands elftal en de Deense ploeg daar lering uit trekken, want beide gaan het volgens hem heel zwaar krijgen als ze een absoluut topland treffen. “Ik verwacht vooral heel veel van Frankrijk. Daar zit zoveel kwaliteit en nu Karim Benzema er weer bij is, denk ik dat ze heel mooi voetbal op de mat zullen leggen. Hoe langer Oranje dat land mis kan houden, hoe beter. Ik kan me nog goed herinneren hoe zeer ik genoten heb van de WK’s in 2010 en 2014. Laten we hopen dat het weer zo’n mooi toernooi wordt.”