Vreemde WK-loting met sterke geur van manipulaties
De WK-loting in Sint-Petersburg stonk een beetje naar manipulaties. Als groepshoofd was ook Nederland voorbestemd voor een poule met vijf tegenstanders. Evenals Spanje, Duitsland, Engeland en Portugal. De commercie had dat bij voorbaat bepaald. Simpel, omdat de tv-rechten van deze wedstrijden lucratiever verkopen.
En zo landde Oranje in een groep met Frankrijk, Zweden, Bulgarije, Wit-Rusland en Luxemburg. Maar waarom met Frankrijk? De ploeg van coach Didier Deschamps geniet nog immer aanzien als één van de toplanden in Europa. In Brazilië strandden de Fransen weliswaar in de kwartfinales tegen Duitsland (0-1). Maar in de vier eerdere duels baarden ze voldoende opzien met een score van tien goals voor en twee tegen.
Ook Italië had volgens de pre-indeling geen recht op een status als groepshoofd. Wales dus wel, als ook Roemenië en Kroatië. Maar Wales heeft zich ooit maar één keer kunnen kwalificeren voor een eindronde, in 1958 op het WK in Zweden. Uitgerekend het enige toernooi, waarop Italië als uitzondering ontbrak. Voor de rest ging Italië onder meer viermaal aan de haal met de beker, het laatst in 2006.
De FIFA verspreidde de 52 Europese deelnemers over zes potten en liet zich daarbij leiden door de wereldranglijst. Nederland prijkt daarop nog altijd op de vijfde plaats, met Roemenië als achtste, Wales als tiende, Kroatië als veertiende, Italië als zeventiende en Frankrijk zelfs als 22ste. Dat moet derhalve de voorkeur voor een dreumes als Wales verklaren. De ploeg van steraanvaller Gareth Bale presteert zonder meer buitengewoon in de EK-serie: koploper in de poule, met een voorsprong van drie punten op België.
Maar puur afgaan op de FIFA-ranking trekt automatisch verhoudingen scheef. Als organisator van Euro 2016 sloot Frankrijk, uiteraard als eerste al geplaatst, zich aan bij de groep met Portugal, Denemarken, Servië, Armenië en Albanië. Puur ter voorbereiding en telkenmale met een vriendschappelijk karakter. Nochtans tellen de uitslagen mee in het klassement en dat breekt de Fransen nu op.
Net als Italië oefent Frankrijk het liefst tegen gerenommeerde opponenten. Zoals tegen Brazilië en België, die overigens alle twee in een nederlaag eindigden. Ook thuis tegen Albanië blameerde het team van Les Bleus zich. In dat opzicht deden de Italianen het iets minder slecht: gelijk tegen Engeland, maar weer verlies tegen Portugal. Het maakt voor de ranking niettemin het verschil, want Wales bijvoorbeeld spart zelden of nooit met dit soort tegenstanders en wordt slechts af en toe ingehuurd voor een uitzwaai-happening.
Zodoende kon het gebeuren dat België lachend de zwakste groep trof, maar dat Italië aan Spanje werd gekoppeld en Frankrijk vanaf september 2016 de eerste plaats moet uitvechten met onder meer Nederland. De twee treffen elkaar al eerder, op 25 maart volgend jaar in de aanloop naar het EK. Op weg naar het WK van 1982 in Spanje blokkeerden de Fransen nog de doorgang voor Oranje: 2-0 op 18 november 1981 in Parijs, met de beroemde vrije trap van Michel Platini net buiten bereik van doelman Hans van Breukelen. Tot verbijstering van aanvoerder Ruud Krol, naast hem op de doellijn, en bondscoach Kees Rijvers.
Het is nog veel te vroeg voor allerlei beschouwingen en speculaties over de kansen voor 2018. Eerst wacht nog Euro 2016, met in september en oktober een paar zware cols voor Oranje. Frankrijk koestert wel al een mogelijk belangrijk voordeel. Twee jaar terug veroverde het de titel op het WK onder 20 jaar in Turkije en die generatie dringt stilaan door tot de nationale selectie. Beloftes als Raphael Varane (Real Madrid), Eliaquim Mangala (Manchester City), Geoffrey Kondogbia (Inter), Paul Pogba (Juventus), Nabil Fekir, Alexandre Lacazette (beiden Olympique Lyon), Paul-George Ntep (Stade Rennes), Anthony Martial (AS Monaco) en Antoine Griezmann (Atletico Madrid) zijn allemaal 24 jaar of jonger en nog niet eens halverwege hun ontwikkeling.
De uitslag van de WK-loting in Rusland kreeg aldus een extra dimensie mee. Het Nederlands voetbal kan zich een absentie in Frankrijk niet veroorloven. Het zou in dat geval wel eens de inleiding kunnen zijn voor een periode van magere jaren, zonder deelneming aan twee opeenvolgende toernooien.
LEX MULLER
Sportjournalist sinds mensenheugenis. Schrijft al sinds 1966 over voetbal. Bezocht WK's vanaf 1974. Werkte tot 1994 voor kranten, waaronder twintig jaar bij het Algemeen Dagblad. Switchte daarna naar de televisie, maar legt zich sinds 1 januari 2011 volledig toe op sport op internet.