Voormalig duurste Manchester City-aankoop glijdt af: 'Ik ben erg bezorgd'
De carrière van João Alves de Assis Silva, kortweg Jô, gaat steeds verder bergafwaarts. De 27-jarige aanvaller verdiende bij CSKA Moskou een overstap naar Manchester City en hij was op dat moment met een transfersom van 24 miljoen euro de duurste speler uit de geschiedenis van the Citizens. Jô speelt echter alweer drie jaar in zijn vaderland Brazilië en zijn vader maakt zich grote zorgen over zijn zoon.
Jô oogt verre van fit en is nu al een paar dagen niet op het trainingsveld van zijn werkgever Atlético Mineiro verschenen. De club gaat het contract van de linkspoot, dat in mei 2015 verloopt, volgens Xinhua in december ook vernietigen. "En op dit moment zijn er geen clubs die geïnteresseerd zijn in hem. Ik ben bezorgd. Ik heb hem verteld dat hij voorzichtig moet zijn, want anders eindigt hij net zoals Adriano", zegt vader Dario de Assis tegen Globo Esporte.
De nu 32-jarige Adriano was de absolute steraanvaller van Internazionale, maar raakte in 2007 na de dood van zijn vader bevriend met de fles en de kilo's vlogen er aan bij de voormalig Braziliaans international. In april 2009 kondigde hij aan voorlopig te stoppen omdat hij rust aan zijn hoofd wilde, maar Adriano pakte later de draad weer op bij Flamengo. Echter: net als in Rio de Janeiro faalde hij vervolgens hopeloos bij AS Roma, Corinthians, opnieuw Flamengo en Atlético Paranaense.
Landgenoot Jô heeft dit seizoen nog niet één doelpunt gemaakt in de Braziliaanse Série A en werd onlangs nog gespot in een nachtclub, terwijl hij al dagen niet meer op de training van Mineiro verschijnt. "En dit is niet de eerste keer dat hij zich slecht gedraagt. Ik hoop dat het niet opnieuw gebeurt. Hij heeft Mineiro veel te danken", reageert de vader van Jô. "Het wordt moeilijk voor hem terug te keren, maar hij moet sterk blijven. De enige die hij iets kan verwijten, is zichzelf. De coach heeft hem genoeg kansen gegeven."