Voorgoed El Submarino Amarillo?
Villarreal Club de Fútbol is nu elf seizoenen achtereenvolgend actief in La Liga de las Estrellas, de Primera División. Het hoogste niveau in Spanje bleek een brug te ver voor de club in het seizoen 1998/99, maar direct het jaar daarop werd promotie weer afgedwongen. Sindsdien heeft de ploeg zich gevestigd als El Submarino Amarillo, ofwel: the Yellow Submarine. De naam duidt op het knalgele thuistenue en tegelijkertijd op de status van eeuwige underdog, vanuit welke positie Villarreal voortdurend blijft verrassen, zowel in Spanje als in Europa.
Eigenlijk is de gele motor gaan draaien sinds 2003/04, vanaf welk seizoen de ploeg niet meer weg te denken is uit de subtop van Spanje en in Europa geroemd werd vanwege haar consistente optreden. Hoogtepunt tot dusver: in 2007/08 werd Villarreal tweede in de Primera División, met tien punten meer dan Barcelona en slechts acht punten minder dan kampioen Real Madrid.
Nu, enkele wedstrijden voor het einde van seizoen 2010/11, staat Villarreal weer op een plaats die uitzicht biedt op Champons League-voetbal en bovendien recht doet aan het vertoonde spel. De ploeg moet slechts de giganten Barça, Real Madrid en rivaal Valencia voorlaten. Na een stabiele tweede plek vanaf het begin van het seizoen is Villarreal een beetje afgezakt en lijkt de concentratie wat te verslappen, juist in wedstrijden waar het om gaat. Spijtig is het dat de ploeg dit seizoen juist veel laat liggen tegen de grotere clubs, terwijl ze juist bekend staat om haar stuntcapaciteiten. Zo werd er onlangs kansloos verloren van Valencia en maakte de ploeg ook geen indruk tegen Barça. Gelukkig moet Real Madrid nog naar El Madrigal, waar El Submarino Amarillo haar naam weer eens eer aan kan doen.
Met een klein brokje historie en actualiteit ben ik terug bij mijn titel. Want is dat predicaat van underdog nog wel zo reëel? Gaan we niet voorbij aan een serie unieke prestaties die niet de verklaring 'stunt' maar 'schitterende prestatie' verdienen? Een vergelijking is gauw gemaakt en wel zo tekenend. El Madrigal kan 25.000 supporters kwijt, wat grofweg de helft van de bevolking van het stadje Villarreal is. De achterban is zeer lokaal, gezien ook de clubs Castellón en natuurlijk Valencia in die regio veel fans hebben. Zet dat eens in contrast met de vier miljoen inwoners van de metropool Barcelona, beschikkend over het overweldigende Camp Nou dat circa 100.000 man kwijt kan. Madrid is zelfs groter dan Barcelona, al valt de capaciteit van het Estadio Santiago Bernabéu met haar ca. 80.000 ietwat 'tegen'.
Het moge duidelijk zijn dat inkomsten uit de verkoop van kaartjes, horeca, shirts en andere supportersartikelen net even wat meer cijfers voor de komma opleveren bij teams als Barça en Real Madrid. De sportieve resultaten liggen minder ver uit elkaar. Dit seizoen benadert het voetbal van Villarreal, in alle bescheidenheid, zelfs dat van het grote, ongenaakbare Catalaanse voorbeeld. Natuurlijk is de aanwezigheid van enorme talenten als Guiseppe Rossi en Nilmar van groot belang. De aanval swingt, zeker door de steun van het sterke middenveld met spelers als Santiago 'Santi' Cazorla, Cani, Ruben Soriano en routinier Marcos Senna. Alleen de verdediging, met een aantal oude bokken en sowieso een ietwat dunne spoeling, is en blijft een zorgenkindje.
The Yellow Submarine heeft nog kans op de derde plaats, ondanks de jammerlijke nederlaag van afgelopen zondag tegen Sevilla (3-2). Het zal moeilijk worden om volgend jaar weer zo sterk voor de dag te komen, zeker omdat naar verluidt Barça zelf achter Rossi aanzit. Ook Nilmar is een gewilde aanvaller. Toch heeft Villarreal bewezen steeds weer over veerkracht te beschikken. Het verloor in voorgaande seizoenen spelers als Andrés Palop, Juliano Belletti, Nihat Kahveci, David Albelda, Juan Róman Riquelme, Robert Pirès en - last but not least - Diego Forlán.
Met het geld van de transfers die haast onvermijdelijk lijken zal Villarreal hopelijk doorgaan met het investeren in haar jeugdopleiding, de jongelingen van Villarreal B spelen reeds twee jaar in de Segunda Division; maar ook iets doen aan haar regionale en landelijke aantrekkingskracht. Een nieuw stadion lijkt geen overbodige luxe, gezien El Madrigal uit 1923 stamt en gewoonweg te klein is voor een topclub in spé. Toch past juist de bescheidenheid ook bij Villarreal en moet ze zichzelf zeker niet opblazen met onmogelijke ambities. Misschien is het zo gek nog niet om de eeuwige underog te zijn en moet je als El Submarino Amarillo gewoon doorgaan met het winnen van de groteren der aarde. Een echte Europese prijs of het ultieme, kampioen worden van Spanje, is nog ver weg. Maar wie weet.. Villarreal zou zo maar eens het FC Twente van Spanje kunnen worden.