voetbalzone

‘Voor veel jongens is het een nadeel, Room speelt nu nooit meer bij PSV’

Robin Bruggeman07 jun 2018, 14:30
Laatst bijgewerkt: 07 jun 2018, 14:30
Advertentie

Woensdag werd besloten dat beloftenteams in de Eerste Divisie volgend seizoen niet meer met spelers van ouder dan 23 jaar mogen spelen, waardoor Diederik Boer waarschijnlijk voor altijd de oudste speler blijft die namens een beloftenteam uitkwam op het tweede niveau. De voormalige doelman van Ajax was vorig jaar 36 jaar en 216 dagen toen hij met Jong Ajax met 1-4 won bij VVV-Venlo. Boer heeft sowieso al zijn twijfels bij het acteren van de beloftenteams in de Eerst Divisie.

“Het is heel dubbel. Voor spelers van Ajax die terugkomen van een blessure is het hartstikke goed dat ze in de eerste divisie kunnen spelen. Maar ik kan ook begrijpen dat clubs die meedoen om het kampioenschap er niet op zitten te wachten dat ze op maandag zes, zeven spelers van het eerste tegenkomen”, legt hij uit aan het Algemeen Dagblad.

Boer merkt dat de regels nu weer op de schop gaan en geeft aan dat er in eerste instantie wellicht beter over nagedacht had moeten worden. De huidige sluitpost van PEC Zwolle denkt dat het eigenlijk beter is als er een aparte beloftencompetitie komt: “Om al het gezeur en gezeik te voorkomen is dat de beste oplossing. Het is een lastig onderwerp.” Voor Boer zelf en de aanstormende talenten is het goed om op een bepaald niveau te kunnen spelen: “Maar ik kan me voorstellen dat anderen zeggen ‘ga op het dak zitten met je tweede elftal’.”

PSV deed nog een poging om een uitzonderingsregel op te laten nemen voor keepers, die vaak bij de beloften wedstrijdritme proberen om te doen. Boer snapt dat de nieuwe regels voor problemen zorgen bij ervaren reservekeepers van topclubs: “Voor veel jongens is het een nadeel. Eloy Room komt bij PSV nooit meer aan spelen toe. Hij moet het straks doen met ingelaste oefenwedstrijden.” Hij betwijfelt echter of dit veel invloed zal hebben: “Als je de kans krijgt om naar Ajax of PSV te gaan, ga je toch. Voor mij had het honderd procent niets uitgemaakt.”