voetbalzone

Voetbalpsycholoog oppert unieke vervolgstap voor oud-spelers: ‘Zou top zijn'

Kevin van Buuren08 jul 2023, 12:15
Laatst bijgewerkt: 08 jul 2023, 12:15
Advertentie

”Voetbal speel je met je hoofd, want de bal is vlugger dan je benen”, zei Johan Cruijff. Toch bewonderen we voetbal vaak op de oppervlakte. Spelers op het allerhoogste niveau hebben zogenaamd ogen in hun achterhoofd, maar wat gaat er allemaal in het hoofd om? In Mindgames kijkt Voetbalzone dit keer met Noors voetbalpsycholoog en -onderzoeker Geir Jordet naar de denkkracht van topspelers. “Ik wil meten wat men als onmeetbaar ziet.” In deel een van een drieluik: wat is de plek van psychologie in het moderne voetbal?

Jordet is professor op de Noorse School van Sportwetenschappen, waar hij onder meer les geeft in voetbalprestaties. Bij zijn introductie blijkt hij uniek in zijn soort. Naast psychologische begeleiding, doet Jordet ook veel onderzoek binnen de voetbalwereld. “Mijn werk heeft een academische component, waar ik onderzoek doe naar de psychologische aspecten van voetbalprestaties. De laatste jaren ben ik veel gericht op visuele perceptie en awareness van spelers, de impact van druk en het gedrag bij bijvoorbeeld penalty’s. Maar ook hoe spelers en coaches leren en ontwikkelen. Wat karakteriseert een coaching-milieu die is ontworpen om beter te worden?”

{embed}

{/embed}

Daarnaast is de psycholoog zelf ook coach. “In Nederland hebben ze tactische coaches. Zoiets doe ik ook op individueel niveau, maar altijd vanuit een psychologische invalshoek.” Echter doet hij dat niet alleen op traditionele wijze, in de vorm van stressmanagement en Louis van Gaals ‘imagineren’. "Sommige feedback baseer ik bijvoorbeeld op cognitieve factoren. Hoe een speler iets ziet, hoe hij beslissingen maakt, hoe hij communiceert met zijn team. Daarnaast ook het emotionele aspect: welke invloed een goede of slechte wedstrijd heeft. Maar het is allemaal heel erg op het voetbal gericht.”

De andere kant van het spectrum ziet hij ook, dat juist nauwelijks met voetbal te maken heeft. “Juist dingen die buiten het veld gebeuren. Hoe je als jonge speler een leven opbouwt in een cultuur die je niet kent, met een onbekende taal en ver weg van je familie. En toch verwacht men dat je op een bepaalde, zeer volwassen manier presteert. Met consequenties van dien als je faalt. Maar veel clubs zijn zich daar ook bewust van. Ik herinner me iemand bij Feyenoord, tien jaar geleden al, wiens taak het was om voor de buitenlandse spelers te zorgen. Mijn werk is slechts een klein deel daarvan, maar wel een belangrijk deel waar steeds meer spelers zich mee bezig houden.”

Een vak in ontwikkeling
Ondanks dat Jordet zich net iets anders manifesteert dan een traditionele sportpsycholoog, benadrukt hij dat het niet per se een modern verschijnsel is. “Het is er al heel lang. De eerste bekende psycholoog was op het WK 1958, bij Brazilië. Hij was een ramp, maar het team deed het wel goed”, verwijst hij naar het beruchte verhaal van psycholoog João Carvalhaes. De Braziliaan zei toentertijd dat de 17-jarige Pelé ‘duidelijk een kind’ was. “Hij heeft niet de vechtersmentaliteit.” Eenzelfde oordeel had hij over de zeven jaar oudere Garrincha. Uiteindelijk werd Pelé, die als reserve begon, de jongste deelnemer, doelpuntenmaker en winnaar van een WK-finale ooit. Samen met kompaan Garrincha werd hij opgenomen in het All-Star team van het toernooi. Mede door het beroemde antwoord van bondscoach Vicente Feola op psycholoog Carvalhaes: “Misschien heb je gelijk, maar jij weet niets van voetbal.”

voetbalzone

En die tendens is lang gebleven, soms nog steeds aanwezig in de sport. “Je kunt een goede psycholoog zijn, maar de voetbalindustrie en het milieu hebben een andere, speciale, lastige logica. En veel psychologen begrijpen dat niet goed genoeg”, zegt Jordet voordat hij een positieve kanttekening plaatst. “Duitsland werkt al sinds 2004 met dezelfde psycholoog. Die hebben toch aardige periodes gehad”, doelt hij onder meer op de WK-winst van 2014. “Teams als Arsenal en Manchester City hebben een cultuur van werken met psychologen. Nogmaals, niet altijd even succesvol, maar er wordt een traditie gebouwd. Een cultuur om de spelers heen dat dit een natuurlijk aspect is van het voetbal, en dat aandacht eraan besteden werkt.”

Wat dat betreft komt er ook een gunstige lichting door, volgens Jordet. “Wat er nu gebeurt, is dat spelers die 10-12 jaar geleden progressieve academies doorliepen, nu doorstromen naar eerste elftallen. In die tijd startten veel jeugdacademies met psychologen.” Dat die groep spelers al jong in contact kwam met het psychologische aspect, werpt nu vruchten af in de profwereld. “Spelers raakten er gewend aan. Nu worden de psychologen gespecialiseerder, met meer kwaliteit en meer voetbalervaring. Daardoor wordt het een natuurlijk onderdeel van voetbal. Clubs bouwen nu psychologie-afdelingen. Niet meer één specialist, maar een heel team. Daar zien we steeds meer groei in.”

voetbalzone

Jordet reageert ook positief, wanneer hem het scenario geschetst wordt dat oud-voetballers psychologische opleidingen gaan volgen. In plaats van het standaardtraject tot hoofdtrainer, zouden zij met al hun ervaring voetbalpsychologen kunnen worden. “Dat zou een fantastische stap zijn, maar zo’n opleiding kost ook veel tijd hè?” De Noor kent echter wel een treffend voorbeeld, al werd ook deze man hoofdtrainer. “Leif Gunnar Smerud is sinds 2014 bondscoach van Jong Noorwegen. Daarmee speelde hij op het EK dat nu aan de gang is. Hij was voetballer, haalde toen zijn coaching-diploma en heeft daarna nog een opleiding psychologie doorlopen.” Het 46-jarige coachingtalent speelde in Noorwegen en doorliep nationale jeugdelftallen, daarnaast is hij dus een gelicentieerd klinisch psycholoog. “Hij heeft Erling Haaland, Martin Ødegaard en al die topspelers gehad. Die hebben veel gehad aan zijn psychologische ervaring. Dat is ook een manier om het te doen. Coach worden en daarbij psychologie gebruiken.”

Tot slot wijst Jordet erop dat het vak in de voetbalwereld nog veel stappen moet maken. “Het zijn goede ontwikkelingen, maar we zijn er nog lang niet. Het is nog niet consistent genoeg. We maken niet gebruik van een coherent, helder model waaraan iedereen deelneemt. Omdat het ook een heel complex thema is.” Mede door zijn onderzoek wil hij dan ook bijdragen aan de ontwikkeling van het vak. In eerste instantie door het ontastbare tastbaar te maken: zaken als voetbalgogme, visie en inzicht. “Ik wil meten wat men als onmeetbaar beschouwt.”


In het volgende stuk gaat Geir Jordet het hebben over zijn inmiddels wereldberoemde concept ‘scanning’: waarom zien sommige spelers het spelletje beter dan anderen?