voetbalzone

‘Voetballers vloggen, maar ik zou niet weten wat ik zou moeten vloggen’

Gijs Freriks04 mrt 2018, 21:50
Laatst bijgewerkt: 04 mrt 2018, 21:50
Advertentie

JAPEN - “Ik voetbalde in De Molenwijk altijd op straat. We kwamen uit de basisschool, lieten onze rugtassen in de doeltjes achter en speelden door tot de straatverlichting 's avonds aanging. We speelden vaak partijtjes van vijf tegen vijf. Het voetballen heeft er bij mij dus altijd wel ingezeten.” Djamel Leeflang voetbalde tot zijn zestiende op de pleintjes van Den Haag en sloot zich toen pas aan bij een voetbalvereniging: VV Wilhelmus. Hij had waarschijnlijk niet kunnen bevroeden dat hij nog uit zou groeien tot profvoetballer en avonturen zou meemaken in Indonesië, op Malta en de Malediven. De nu 25-jarige Leeflang plakte daar onlangs een hoofdstuk aan vast, want de middenvelder tekende op 20 februari een contract voor één jaar bij Perseru Serui in Indonesië.

Door Gijs Freriks

Leeflang is daarmee na zes jaar terug in Indonesië, want na dienstverbanden bij VV Wilhelmus, Forum Sport, RSV Hoekpolder, HSV DUNO en Vitesse Delft begon hij zijn profcarrière in de winter van 2012 bij Deltras Sidoarjo op Oost-Java. Met Perseru Serui, een club van het eiland Japen in de provincie Papoea, begint hij op 10 maart aan de competitie. “Ik wil ten minste tien doelpunten maken en tien assists geven”, zo vertelde hij bij zijn presentatie op de website van zijn nieuwe werkgever. Aan ambitie geen gebrek.

“Ik had veel verhalen over Papoea gehoord, maar ben er nog niet geweest. Na mijn komst ben ik op Java geland in Malang, waar de club zich tijdens een trainingskamp voorbereidt op het nieuwe seizoen. Het is hier goed geregeld: we slapen in een hotel en trainen in de ochtend en de middag. Alhoewel, het ligt er een beetje aan, want we zitten midden in het regenseizoen. Elke middag gaat het van drie tot vijf uur hard regenen en dan wordt de middagtraining soms geskipt. In dat geval ga ik vaak naar de sportschool. Ik ben fit, misschien wel iets té fit”, zegt de Hagenaar in een interview met Voetbalzone.

“Toen ik in augustus 2016 weer aansloot bij Qormi FC, ben ik daarna naar Ierland gevlogen voor een stage bij Limerick FC. Een club in de hoogste divisie van Ierland. Dat ging goed, alleen was het een probleem dat de competitie pas in februari zou beginnen. Ik zag het niet zitten om daar vier maanden op te moeten wachten. Toen kwam New Radiant voorbij”, doelt Leeflang op New Radiant Sports Club, de zesvoudig kampioen van de Malediven die zijn wedstrijden speelt in hoofdstad Malé. “Dat was een interessante optie. Er werd snel een akkoord bereikt en van januari tot augustus 2017 heb ik op de Malediven gespeeld. We wonnen de treble, een mooie ervaring. Daarop kreeg ik een aanbieding van een club die net was gepromoveerd naar de hoogste divisie van Malta: Lija Athletic.”

voetbalzone

“Dat vond ik interessant, want de competitie op de Malediven liep af en Malta was mij bekend. Ik kende het eiland, de wegen, mooie plekjes, enzovoort. Het was vertrouwd en dicht bij huis. Ik ben twee dagen thuis in Nederland geweest en ben daarna doorgevlogen, want de competitie stond op het punt van beginnen. En nu kwam deze kans voorbij met Perseru Serui. Het was echt iets wat ik graag wilde, want de Indonesische competitie heeft de potentie om een van de topcompetities in de regio te worden. De stadions zitten altijd vol en het niveau gaat vooruit. Een Michael Essien voetbalt nu zelfs hier. Bovendien is Indonesië een prachtig land. Ik voel me hier thuis. Malta is natuurlijk een Europese competitie, maar de tribunes zijn daar vrijwel altijd leeg. Dat is ook niet zo gek, want er wonen maar een half miljoen mensen. In Indonesië wonen er 250 miljoen.”

“Ik heb sinds augustus 2016 dus eigenlijk aan één stuk door gevoetbald en ben fit. Ja, ik moet rekening houden met overbelasting, maar ik ga op een goede manier met mijn lichaam om, ga vaak naar de sportschool en let op mijn voeding.” Leeflang tekende voor één seizoen bij Perseru, al kon hij ervoor kiezen om een langduriger verbintenis aan te gaan. “Perseru is niet de grootste club van Indonesië en eindigde vorig seizoen als dertiende. Ik ben 25 en heb veel ambitie. Ik wil een goed seizoen draaien en stappen blijven maken. Misschien kan ik na dit seizoen dan een mooie stap maken, maar als het van beide kanten bevalt, zou bijtekenen ook een optie kunnen zijn. Ik begeef me nu toch weer in een nieuwe omgeving en we moeten dus eerst even zien of het allemaal bevalt. Maar het ziet er goed uit, want we hebben een prettige groep, alles is lekker georganiseerd en het niveau is goed.”

Is het niveau ten opzichte van jouw eerdere periode in Indonesië gestegen?
“Ik ben er natuurlijk niet heel lang actief geweest, maar ben de competitie wel op de voet blijven volgen. Ik vind deze competitie met name interessant vanwege de ambiance: de toeschouwersaantallen zijn hoog en het voetbal leeft als een gek. Toen ik hier tekende, werd ik op social media al door vele supporters ‘belaagd’ en ik word al herkend op straat. Kijk ook maar eens naar het bereik dat bijvoorbeeld lokale voetballers hebben op social media. Die zijn hier echte helden en daarnaast wordt al het voetbal hier live uitgezonden.”

“Door de hoge toeschouwersaantallen is de competitie ook financieel aantrekkelijk voor sponsoren. Het is een mooi product om te verkopen. Thailand en Maleisië zijn de topcompetities in de regio en China is natuurlijk hard gegaan, maar van China is het algemeen bekend dat ze diverse topspelers hebben gehaald. Op zo’n niveau zit het Indonesische voetbal nog niet, maar ik heb niet de indruk dat het voetbal elders in Azië net zo intens wordt beleefd als hier.”

voetbalzone

Je zegt dat de lokale voetballers populair zijn op social media en dat sponsoren het een aantrekkelijke competitie vinden. Denk je er daarom weleens over na om je naast het voetbal te verdiepen in de mogelijkheden die social media jou bieden?
“Ik heb er weleens over nagedacht, maar weet niet of het iets voor mij is. Sommige voetballers vloggen, maar ik zou niet weten wat ik zou moeten vloggen. Papoea is een mooi natuurlijk gebied, maar er valt niet heel veel te beleven. Ik zeg nooit ‘nooit’, maar ik heb er op dit moment geen plannen voor. Ik focus mij op de trainingen en wedstrijden en wil mij hier echt verder ontwikkelen. Ik zie dit namelijk echt als een ontwikkelingsjaar.”

Het was niet meer mogelijk om je bij Lija Athletic verder te ontwikkelen?
“In principe is elk jaar een ontwikkelingsjaar, maar in Malta heerst er toch een andere levensstijl. Er is meer te doen, het is een toplocatie om te leven: restaurants, genieten van je vrije tijd en uitgaansgelegenheden. Daar bedoel ik geen nachtclubs mee, maar een bioscoop bijvoorbeeld. Er is genoeg leuks te doen. In Papoea is dat toch veel minder. Ik heb de drang om beter te worden en om zo snel mogelijk het hoogste te bereiken wat ik aankan.”

Je lijkt naast voetballer ook vooral avonturier te zijn, aangezien je in Indonesië en op Malta en de Malediven hebt gespeeld. Hoe zie jij die combinatie?
“Ik ben niet opgeleid door een betaaldvoetbalorganisatie. Mijn verhaal is dat ik laat ben begonnen met voetballen, op mijn zestiende. Ik heb altijd op straat gevoetbald en speelde als tweedejaars-A nog met Hoekpolder in de vierde klasse. Vervolgens is het wel snel gegaan, want ik heb mijn kansen gepakt. Ik ging op mijn twintigste stage lopen bij een club in Indonesië en van daaruit ben ik de profwereld ingerold. Ik ben inderdaad een avonturier, maar ben ook realistisch en ken mijn kwaliteiten. Zo denk ik niet dat ik in een Europese topcompetitie terecht kan komen. Ik focus me op Azië en hoop er zo alles uit te halen.”

Je bent in Den Haag geboren en opgegroeid. Wat mis je aan die stad?
“Den Haag is nog altijd mijn thuisstad, de stad waar ik van houd en waar ik ben opgegroeid. Maar ik begrijp ook dat de wereld groot is en de mogelijkheden grenzeloos. De kansen die ik nu krijg, zou ik later waarschijnlijk niet meer krijgen en bovendien: Den Haag loopt niet weg. Ik mis mijn familie wel, maar het is het wel allemaal waard. Ik kan leven van het voetbal en reis de wereld over. Ik zie misschien meer van de wereld dan een prof uit een Europese topcompetitie. Een speler van Ajax zal de exotische plekken op de Malediven niet zo snel ontdekken. Ik ben heel blij dat ik deze kansen krijg, want die zijn niet vanzelfsprekend.”

voetbalzone

Dat de zaken in het leven niet vanzelfsprekend zijn, drong in juli nog maar eens tot Leeflang door. Hij bekeek de oefenwedstrijd tussen Ajax en Werder Bremen en zag Abdelhak Nouri in elkaar zakken op het veld. Als eerbetoon aan het twintigjarige talent besloot hij met rugnummer 34 te gaan voetballen bij zijn toenmalige club Lija Athletic. “Ik kan me identificeren met die jongen. Hij is eveneens een straatvoetballer uit de grote stad en heeft een Marokkaanse achtergrond, net als ik. Mijn vader is Marokkaans. Wat ik vooral bijzonder vind, is het positivisme en het plezier in het voetbal dat hij uitstraalde. Dat zie je niet zo snel meer. Het gaat er tegenwoordig allemaal heel serieus en professioneel aan toe, maar die jongen straalde gewoon plezier uit. De enige profvoetballer bij wie ik datzelfde plezier heb gezien, was Ronaldinho.”

“Wat Nouri is overkomen, is verschrikkelijk hartverscheurend. Heel Nederland leeft met hem mee. Dat zag je ook wel aan de beelden op Geuzenveld, toen zijn vader vanuit het dakje van de auto de menigte toesprak. Ik keek later de uitzending van Soufiane Touzani met Nouri en Donny van de Beek terug. Daarin zie je Nouri als een groot en puur talent dat lacht, vrolijk is en tegelijkertijd ongelooflijk goed kan voetballen. Ik was oprecht blij toen hij scoorde tegen Willem II. Het was prachtig dat hij aan Lasse Schöne vroeg of hij de vrije trap mocht nemen. Wat hem is overkomen, dat gun je je ergste vijand nog niet. Het kwam in mij op om met zijn rugnummer te gaan voetballen. Andere spelers deden dat ook, zoals Adnane Tighadouini, maar dat wist ik toen nog niet. Nu zoveel voetballers met het nummer van Nouri op hun rug spelen, lijkt het een beetje alsof Nouri over de hele wereld nog met ons meevoetbalt.”

“Het is een eerbetoon aan die jongen, meer kan je ook niet doen. Een gebedje, maar dat is het ook wel. Op Malta wisten ze niet helemaal wat er aan de hand was, het was toch vooral Nederlands nieuws. Nadat ik een berichtje op social media had gezet met wat uitleg, kwamen de spelers in de kleedkamer wel naar mij toe. Ze vonden het allemaal heel erg. We zijn voetballers, het kan ons allemaal overkomen. Ik heb geprobeerd om uit te leggen wat voor groot talent die jongen was en hoezeer hij van het voetballen genoot, maar als ik beelden van hem zie en zie hoe vrolijk hij is, dan wordt het alleen maar pijnlijker. Nouri flitst vaak door mijn hoofd. Ik hoop dat hij volledig zal genezen en neem hem in mijn gebeden mee.”