Voetballen in de spookstad van Tsjernobyl: ‘De tragedie zit in ons hart’
Voetbalzone publiceert de komende weken verhalen over clubs uit zogeheten spooksteden. Steden waarin om uiteenlopende redenen niet of nauwelijks meer ontwikkeling is en waaruit het laatste beetje leven is weggetrokken. Met in de eerste aflevering: het verhaal van Stroitel Pripyat, de club die ter ziele ging na de kernramp van Tsjernobyl, bijna 32 jaar geleden. Later volgen afleveringen over Qarabag FK, Gauchos de Epecuén, Castelunovo dei Sabbioni en Oradour-Sur-Glane.
Door Gijs Freriks
Dynamo Kiev
“Ik weet nog dat ik met de buurjongens in de tuin voetbalde en ons verteld werd dat we snel naar binnen moesten komen en de ramen moesten sluiten. We begrepen niet wat er gebeurd was, maar vandaag de dag voelen we allemaal de bitterheid die deze tragedie heeft opgeleverd. In onze harten zullen jullie altijd steun, begrip en zorg vinden. Ik hoop dat jullie zullen weten dat we meeleven. Altijd.” Dynamo Kiev nodigt al decennia ieder jaar kinderen uit die ziek zijn geworden door de kernramp van Tsjernobyl. Na een rondleiding in het Valery Lobanovsky Stadion wordt er een praatje gehouden door de trainer en enkele spelers van de club. In april 2007 was het doelman Aleksandr Shovkovsky die met de tranen in zijn ogen vertelde hoe hij de ramp had beleefd. Trainer Anatoly Demyanenko vulde aan: “De tragedie zit nog altijd in ons hart.”
Na de ramp werden de bijna vijftigduizend inwoners van de stad Pripyat geëvacueerd en velen kwamen in Kiev terecht. Vandaar dat Dynamo ieder jaar stilstaat bij de ramp die zich op 26 april 1986 voltrok. “Een week na de explosie vlogen we naar Frankrijk (Lyon, GF) voor de finale van de Europacup II tegen Atlético Madrid. We wonnen met 3-0 en die zege was een cadeau voor het hele land”, aldus Demyanenko, die als linksback de aanvoerder was van Dynamo en later trainer werd van de hoofdstedelingen. De eerste 31 slachtoffers stierven al tijdens de kernramp aan stralingsziekte, maar volgens Wereldgezondheidsorganisatie WHO zullen er uiteindelijk negenduizend inwoners van het gebied aan indirecte gevolgen van de radioactiviteit overlijden, voornamelijk aan vormen van kanker.
Mammoet
Ziekenhuizen verpleegden na de kernramp honderden baby’s met afwijkingen: waterhoofdjes, open ruggen, onvolgroeide ledematen, ontbrekende oogballen, extra benen, en zo meer. Er kwamen na de ramp zelfs kinderen gehandicapt ter wereld, kinderen van moeders die waren blootgesteld aan radioactieve straling en zo hun zoons en dochters hadden besmet. Nog altijd is de omgeving van Tsjernobyl besmet met verhoogde radioactiviteit en ligt er tweehonderd ton met nucleair afval in de reactor. Ter bescherming heeft het Nederlandse bedrijf Mammoet van Frans van Seumeren een ‘sarcofaag’ van 35.000 ton laten bouwen die begin februari over de reactor heen werd geplaatst. Deze overkapping moet de omgeving en ook de naburige landen beschermen tegen het radioactieve puin dat eventueel vrij zou kunnen komen.
Maar wat gebeurde er nou eigenlijk in de nacht van die fatale lentedag in 1986? Reactor nummer vier van de Vladimir Lenin-kerncentrale bij het stadje Tsjernobyl was op het einde van z’n eerste brandcyclus en moest worden bijgevuld. Hierbij werd een serie tests met het noodkoelingssysteem uitgevoerd, maar dat ging mis. Het vermogen van de centrale begon snel te dalen en bracht een kettingreactie teweeg: om 1:23:44 uur explodeerde de reactor waarbij dertig tot veertig keer meer ‘fall-out’ werd gegenereerd dan in Hiroshima en Nagasaki samen. Terwijl de inwoners sliepen, werden zij bedolven onder een deken van radioactiviteit. Die wolken dreven ook richting het noorden en richting Europa. Het meeste materiaal kwam terecht in een regio die nu in het noorden van Oekraïne en het zuiden van Wit-Rusland ligt.
Officieel om geen ‘paniek’ te zaaien, gingen de autoriteiten pas na 36 uur over tot evacuatie van de nabijgelegen steden en dorpen. West-Europa kreeg pas lucht van de ramp nadat radioactiviteitmeters in Zweden en Finland een ongewoon hoge meting hadden gedaan. “Toen de meldingen uit Zweden kwamen, dachten we aan een incident met een kernonderzeeër”, blikte Pieter Winsemius in 2011 in gesprek met Vrij Nederland terug. Hij was toentertijd Nederlands Minister van Milieu. “Maar toen ook Finland verhoogde stralingen doorgaf, viel die mogelijkheid af. Wat was er in hemelsnaam aan de hand? Ik maakte me ongerust.” Op 29 april, drie dagen na de ramp, bevestigde een nieuwslezer van staatspersbureau TASS dat er inderdaad ‘schade’ was aan een reactor in Tsjernobyl waarbij ‘slachtoffers’ waren gevallen.
Stroitel Pripyat
De kernramp van Tsjernobyl betekende ook het einde van Stroitel (‘bouwer’) Pripyat, de lokale voetbalclub. Pripyat was een levendig stadje dat speciaal was opgetrokken voor de arbeiders van de kerncentrale een aantal kilometer verderop. Zulke steden werden ook wel atomgrads genoemd. Pripyat stond bekend als een ‘stad van de toekomst’ en won diverse prijzen voor de beste architectuur. Er woonden bijna vijftigduizend mensen die bijna allemaal in of voor de centrale werkten en de voetbalvereniging werd halverwege de jaren zeventig opgericht. Omdat er in de centrale 24 uur per dag in ploegendiensten gewerkt werd, was het onmogelijk om te bouwen aan een vast elftal. Daarom werden er veel spelers weggehaald bij Chistohalivka, een club op vier kilometer ten zuiden van Pripyat die bekendstond als een van de beste teams uit de regio.
Wat begon als een amateurploeg die enkel voetbalde voor afleiding en ontspanning, groeide uit tot een club met ambitie. Stroitel betaalde beter dan naburige teams en haalde onder anderen Stanislav Goncharenko naar de club. Hij speelde in de jeugd bij Temp Kiev en maakte op negentienjarige leeftijd de overstap van Spartak Kiev naar Stroitel. Goncharenko werd beschouwd als een van de grootste talenten van de Sovjet-Unie en bleef twee seizoenen bij Stroitel. Hij ging in 1982 verder bij Zvezda Kirovograd en zette niet veel later vanwege een knieblessure noodgedwongen een punt achter zijn carrière. Goncharenko groeide daarna uit tot een van de succesvolste zaalvoetbaltrainers ooit van Oekraïne, want hij pakte landstitels, haalde de halve finale van het WK in 1996 en bereikte in 2001 de finale van het EK.
Goncharenko was niet de enige grote naam die naar de vijfdeklasser vertrok. De Sneeuwvlokken legden Anatoly Shepel vast als trainer. Hij was aanvaller bij Chornomorets Odessa, Dynamo Kiev en Dynamo Moskou en speelde één interland voor de Sovjet-Unie. De investeringen pakten goed uit, want Stroitel promoveerde twee keer en wilde vervolgens ook de stap maken naar het tweede niveau van de Sovjet-Unie. Om die ambities kracht bij te zetten, liet Stroitel een stadion bouwen. Het Avangard Stadion met vijfduizend kuipstoeltjes zou op de Dag van de Arbeid officieel worden geopend met een bekerwedstrijd tussen Stroitel en Mashinostroitel uit Borodianka, een nederzetting bij Kiev. Tijdens de afsluitende training van Mashinostroitel landde er een helikopter op het trainingsveld. Mannen in beschermende kleding stapten uit.
Zij lieten coach Viktor Zhilin weten dat hij de training kon stilleggen en dat de wedstrijd niet zou doorgaan. Verdere uitleg kregen Zhilin en zijn spelers niet, maar later werd ook hen dus duidelijk dat er zich een ramp had voltrokken bij de kerncentrale nabij Pripyat. Een van de voetballers die de wedstrijd had moeten spelen, is Aleksandr Vishnevsky. Hij woonde in een van de hostels bij de kerncentrale en voetbalde tevens bij Pripyat. Met een verslaggever van de krant Sovsport keerde Vishnevsky in het najaar van 2012 voor het eerst terug in Pripyat. Ook hij zag hoe deze voormalige ‘modelstad’ was verworden tot een spookstad. Van het stadion was ook weinig meer over: in de hoge zegge waren de resten van de kleine tribune te zien, stoeltjes waren de grond ingegroeid en op het speelveld stonden bomen.
“Ik wilde een dag voor de wedstrijd vanuit mijn dorp naar Tsjernobyl gaan. Ik zou in het hostel overnachten en de volgende dag de wedstrijd spelen. De bus kwam alleen niet opdagen. Toen ik op eigen houtje Tsjernobyl had bereikt, zag ik dat er een groot ongeluk was gebeurd”, zei Vishnevsky. “Of ik bang was? Nee, dat was ik ook niet toen ik een colonne gepantserde brandweerauto’s en ambulances zag die op weg waren naar de centrale. Niemand, ook ik niet, kon zich namelijk voorstellen wat er werkelijk was gebeurd…” De bijna vijftigduizend inwoners van Pripyat werden in bussen geëvacueerd en naar sauna’s gebracht om zich te verschonen. Onderweg werd er meerdere keren gestopt om de bus van een wasbeurt te voorzien. De autoriteiten verzekerden dat de inwoners na een dag of drie weer naar huis konden.
Ook Vishnevsky kreeg te horen dat hij de omgeving zo snel mogelijk moest verlaten: “Ik mocht alleen de meest noodzakelijke dingen meenemen. Ik demonteerde mijn motorfiets voor de reserveonderdelen en wilde mijn voetbalkleding en voetbalschoenen in het hostel ophalen. Tegen die tijd was de stad echter al compleet geplunderd: mijn kleding en schoenen waren gestolen. Ik had echte schoenen van adidas. Met een foto van Paul Breitner op de tong (…) De mensen konden niet geloven dat ze hun huizen moesten verlaten en konden het niet aanzien dat hun vee werd afgevoerd. Het was onmogelijk je voor te stellen dat je je huis voor altijd moest verlaten, zeker voor de ouderen die er al hun hele leven woonden. Velen van hen zijn later teruggekeerd, ondanks het verbod. Ze worden de zelfkolonisten genoemd.”
Call of Duty
Sinds 2011 is het eerder zo hermetisch afgesloten gebied rond Tsjernobyl opengesteld voor toeristen en fans van Call of Duty zullen het stilstaande reuzenrad misschien wel herkennen. Dat is namelijk een beroemd gevechtsdecor in de game Modern Warfare Remastered. Toeristen laten zich graag bij dit verroeste reuzenrad fotograferen en ook de met gras overwoekerde botsautootjes en schommelbootjes zorgen voor een al even macaber als intrigerend decor. In tegenstelling tot naburige dorpjes als Zalesye en Kopachi werd Pripyat niet door bulldozers onder de grond begraven. De enige sporen van deze met de grond gelijk gemaakte dorpen - meer dan 75 in totaal - geven de in Pripyat opgestelde wegwijsbordjes die hun naam dragen met daardoor een grote diagonale rode streep. Hiernaast kunnen bezoekers in een brievenbus op het plein een brief stoppen die is bedoeld voor een adres dat niet meer bestaat. ‘Brieven aan het verleden’, schreef Sovsport daarover.
“Een paar dagen nadat ik was geëvacueerd naar Kiev, las ik in de krant dat Stroitel tegen Voskhodom (zonsopkomst, GF) uit Kiev zou spelen. Die wedstrijd wilde ik wel zien. Ik was toen nog niet volledig op de hoogte van wat er gebeurd was en dus ging ik gewoon naar het stadion, dat zich op de linkeroever van de Dnjepr bevond, in de regio Darnytsia. Toen dacht ik: ‘heb ik misschien iets gemist?’ Want ik was de enige bij het stadion. Er was niemand anders, er was niemand bij de poort en de kalklijnen waren ook niet op het gras aangebracht”, aldus Vishnevsky. Na de kernramp bleef Stroitel overigens nog wel bestaan als voetbalclub, maar dan als Stroitel Slavutych. Slavutych was een stad die na de kernramp werd gebouwd om de inwoners van Prypjat een nieuw thuis te geven. De stad kon gebouwd worden omdat acht verschillende Sovjetrepublieken ieder een wijk ontwierpen en bouwden.
Velen keerden echter niet terug, ook Vishnevsky niet. Hij bleef in de oblast Kiev. “Er was geen toekomst meer. Het was voor mij niet mogelijk om terug te keren naar mijn vertrouwde dorp en ook de voetbalclub werd opgeheven.” Slavutych speelde sinds 1986 nog enkele wedstrijden tegen clubs uit de voorsteden van Kiev Vyshgorod, maar in 1988 was het definitief einde verhaal. Vishnevsky werkte tijdens zijn voetbalperiode bij Stroitel op de ‘afdeling bouwbeheer’ in de kerncentrale en ging later aan de slag als dosimetrist, een zorgdeskundige die gespecialiseerd is in de planning en berekening van de geschikte stralingsdosis bij patiënten. Tegenwoordig is hij actief in een sportschool in Kiev en coacht hij een voetbalteam dat meedoet aan de competitie van de regio Chernihiv.
Benefiet
Vishnevsky betreurt nog altijd dat de wedstrijd in de halve finale van de Beker van Kiev op die bewuste dag van 27 april 1986 niet is doorgegaan. Hij had graag in het Avangard Stadion-gespeeld, zo vertelde hij aan Sovsport: “Maar er was geen tijd meer voor…” Toch speelden Stroitel en Mashinostroitel nog één keer tegen elkaar, want op 27 april 2006 werd er in de hoofdstad een soort herdenkingswedstrijd afgewerkt. De voetballers die nog in leven en niet te ziek waren, maakten hun opwachting, zo ook Vishnevsky. De opbrengst van de wedstrijd ging naar de slachtoffers van de kernramp. Stroitel won met 3-2.