Vivianne Miedema luidt noodklok: ‘Het niveau in de Eredivisie moet omhoog’
De Oranje Leeuwinnen bereikten als regerend Europees kampioen de finale van het WK Vrouwen in Frankrijk, waarin zondag werd verloren van de Verenigde Staten (2-0). De Eredivisie Vrouwen steekt echter schril af bij de successen van de ploeg van bondscoach Sarina Wiegman. Vivianne Miedema, zelf actief voor Arsenal, snapt wel waarom de meeste internationals voor buitenlandse clubs uitkomen. Het blijkt simpelweg een geldkwestie te zijn.
“Alles valt of staat met geld en dat hebben we al heel vaak geroepen. Ja, dat zie je nu in Engeland en ook in Spanje, waar ze er geld in stoppen. Dan zie je ook direct dat de Engelse competitie misschien wel is uitgegroeid tot de beste competitie ter wereld. Dat gaat in Nederland natuurlijk niet zo een, twee, drie gebeuren. Het verschil tussen Premier League-clubs in Engeland en de Eredivisie-clubs in Nederland is bizar groot. Het niveau in de Eredivisie moet wel omhoog”, zo verklaart Miedema aan FOX Sports.
“De KNVB neemt het vrouwenvoetbal sowieso heel erg serieus, dat zie je eigenlijk aan alles wat zij doen en hoe zij het vrouwenvoetbal omarmen. Daar zullen de komende tijd ook weer dingen in gebeuren”, vult Sari van Veenendaal, uitgeroepen tot Beste Keepster van het WK, Miedema aan. Van Veenendaal, die na de WK-finale de Golden Glove kreeg uitgereikt, staat eveneens onder contract bij Arsenal.
“Er is even een financiële impuls nodig, zodat mensen keuzes kunnen maken”, luidt ook Wiegman de noodklok. “De faciliteiten top maken, een staf kunnen aanstellen die de volledige focus heeft op het team. En speelsters ruimte bieden om ook daadwerkelijk de keuze te kunnen maken, om zo een goede focus te hebben op het voetbal. Maar ook in talentontwikkeling. Daar zijn al stappen in gezet de afgelopen tien jaar. Er zijn nog steeds geen gelijke kansen tussen meisjes en jongens in de opleiding, en dat kan verbeteren. Er zijn onwijs veel gepassioneerde mensen die hun hele ziel en zaligheid in de ontwikkeling van meiden stoppen. Maar daar kan nog wel wat hulp in gebruikt worden.”