voetbalzone

‘Vijf mensen schreeuwen Allahu Akbar en dan lees je dat er grote onrust is’

Chris Meijer17 feb 2018, 23:15
Laatst bijgewerkt: 17 feb 2018, 23:15
Advertentie

JERUZALEM - Voetballen en wonen in een land waar het mooi weer is, was altijd een doel voor Jeroen Tesselaar. Met een avontuur in Israël ging deze wens vorige zomer in vervulling voor de 29-jarige verdediger, die inmiddels via Hapoel Ramat Gan bij Hapoel Katamon Jeruzalem terecht gekomen is. Het land bleek ook een inspiratiebron voor zijn tweede grote passie: fotografie.

Door Chris Meijer

Als het even kan, trekt Tesselaar erop uit met zijn camera. Het is een passie die hij altijd heeft gehad en inmiddels deelt hij foto’s via zijn eigen website. “Op mijn zestiende kocht ik mijn eerste camera. Het is begonnen met vogelfotografie en daar ben ik een beetje vanaf gestapt. Nu is het straatfotografie, landschapsfotografie. Ik ben niet een doorsnee voetballer wat dat betreft. Ik houd bijvoorbeeld ook niet van voetbal kijken, dat doe ik bijna nooit. Ik kijk liever een documentaire dan dat ik negentig minuten lang ga zitten kijken, veel te lang. Ik vind het zelf heel leuk om te voetballen, maar dat is het”, zegt Tesselaar in gesprek met Voetbalzone.

“Ik ben toen altijd wel blijven fotograferen, soms iets minder, soms iets meer. Ik had nu toevallig een nieuwe camera gekocht, dus dan ben je wat meer op pad. Ik kreeg met veel nieuwe indrukken te maken toen ik in Israël kwam. Je ziet bijvoorbeeld veel orthodoxe joden lopen, bezoekt de tombe waar Jezus ligt, ziet allerlei verschillende heilige plekken en woestijnen. Het is een hele nieuw omgeving om te fotograferen, dus je wil alles graag vastleggen”, stelt de verdediger. Tesselaar speelt sinds november 2016 in Israël. Hij zat destijds zonder club nadat zijn contract bij De Graafschap in de zomer afliep.

De interesse van Hapoel Ramat Gan speelde al langer, maar het duurde lang voordat Tesselaar naar Israël afreisde voor een stage. Toen de verdediger in Israël arriveerde, had men binnen één dag gezien dat hij een versterking zou zijn voor de club. “Het duurde lang voordat ik daar naartoe kon en achteraf hoorde ik waarom: ze snapten niet dat ik vanuit de Eredivisie naar het tweede niveau in Israël wilde, dus ze dachten dat er iets mis was. Maar er was niks mis”, legt Tesselaar uit. “Ze hadden op dat moment een wedstrijd en ze wilden niet dat de linksback mij zou zien, omdat ze bang waren dat hij slecht zou spelen daardoor. Dus toen heb ik een training met de Onder-19 afgewerkt, daarna met het eerste elftal. Nog voordat ik getekend had, speelde ik mee in een bekerwedstrijd. Het werd direct verlenging en ik speelde 120 minuten, terwijl ik vijf maanden niet had gevoetbald.”

Twijfelde je niet om het avontuur in Israël aan te gaan?
“Ik wilde altijd al in een land voetballen waar het lekker weer is. Ik heb vier jaar in Schotland gezeten en daar is het niet bepaald het warmste weer. Dat is precies het tegenovergestelde van hier. Vroeger dacht ik al: als ik profvoetballer word, zou ik wel in een land willen spelen waar het lekker weer is. Nou ja, dat is het hier. Het is ook een heel mooi land: mooie stranden, woestijnen, veel historische plekken.”

Had je op dat moment andere mogelijkheden?
“Ik heb wel wat dingen afgezegd, bijvoorbeeld de Jupiler League. Ik wilde op dat moment gewoon niet naar de Jupiler League. Dan ging ik liever naar het buitenland, dus ik heb gewoon gewacht. Dat duurde wel lang, de stage bij Hapoel Ramat Gan heeft zes weken gespeeld. Op dat moment waren er geen andere mogelijkheden in het buitenland. Ik zou naar Schotland gaan om daar oefenwedstrijden te spelen, maar dat was in dezelfde periode als mijn stage hier. Toen ze me een contract aan wilden bieden, zat ik met mijn zaakwaarnemer in het kantoor bij de onderhandelingen. Ik heb nog nooit meegemaakt dat ik echt bij de onderhandelingen zat, maar ik verstond er niks van. Het geeft wel weer een beetje transparantie, haha.”

Tesselaar kende een uitstekend eerste seizoen bij Hapoel Ramat Gan, dat tot het einde van het seizoen meestreed om promotie naar het hoogste niveau. In het slot van het seizoen kreeg hij te maken met een achillespeesblessure “De trainer wilde me sowieso op het veld hebben, dus toen heb ik de laatste vier weken niet getraind en alleen wedstrijden gespeeld. Dat vond de trainer prima. Ik heb doorgespeeld tot het moment dat we niet meer konden promoveren”, vertelt Tesselaar. Dankzij zijn goede prestaties bij Hapoel Ramat Gan was er de nodige belangstelling voor de verdediger. Diverse clubs uit de Ligat Ha'Al, het hoogste niveau in Israël, informeerden naar Tesselaar en tot twee keer toe ketste een transfer op het laatste moment af.

voetbalzone

“Ik wil nog steeds graag in de Ligat Ha’Al spelen, maar het is vrij lastig om die kant op te gaan. Je mag daar zes buitenlanders in de selectie hebben, maar die willen ze wel voor posities in de as: een spits, een keeper, een centrale verdediger. Het liefst hebben ze een links- of rechtsback uit Israël, zodat ze de buitenlanders in de as kunnen zetten”, legt de linkerverdediger uit. Clubs in de Liga Leumit mogen zelfs maar drie buitenlanders in de selectie hebben. “Die moeten dan ook beter zijn dan wat ze al hebben. De teams die het goed doen in de competitie, zijn ploegen waar buitenlanders de kar trekken. Ze verwachten veel meer van buitenlandse spelers. Als je altijd hard werkt en goed je best doet, weten ze wat je in huis hebt. Ze moeten niet van mij gaan verwachten dat ik vier man uit ga spelen en vervolgens scoor.”

Na het seizoen trok Tesselaar naar Nederland om daar de zomer door te brengen. Trainer Lior Zade had Hapoel Ramat Gan inmiddels verruild voor Hapoel Katamon Jeruzalem en stak niet onder stoelen of banken dat hij Tesselaar graag mee wilde nemen. “De trainer belde me om de dag of hij liet andere mensen bellen, oud-teamgenoten bijvoorbeeld. Hij deed alles wat je maar kon bedenken om me te bereiken. Ik heb begrepen dat de trainer tegen de technisch directeur heeft gezegd dat hij me koste wat het kost wilde hebben, ongeacht wat ik vroeg. Dat is toch leuk als een trainer je zo graag bij de club wil hebben?”

Zodoende kwam Tesselaar terecht bij Hapoel Katamon Jeruzalem, een bijzondere club. Supporters van Hapoel Jeruzalem richtten de club elf jaar geleden namelijk uit protest op en destijds begon men op het vijfde niveau van de Israëlische voetbalpiramide. Dit jaar wil Hapoel Katamon Jeruzalem naar het hoogste niveau promoveren. Het oorspronkelijke Hapoel Jeruzalem degradeerde afgelopen jaar naar het derde niveau, waardoor de ‘supportersclub’ dit seizoen voor het eerst hoger speelt dan de club waarvan de fans zich afscheidden. Op dit moment is de club van Tesselaar de enige fanowned club in de hoogste twee divisies van Israël. “Ook door het verhaal van de club heb ik voor Hapoel Katamon gekozen. Ik dacht: als ik niet via weg A naar het hoogste niveau kan, dan ga ik wel via weg B.”

voetbalzone

Hoe merk je als speler dat de club fanowned is?
“De supporters zijn heel erg betrokken: iedereen die binnen de club werkt, is een supporter. Natuurlijk zeggen ze dat bij iedere club, bij Ajax zegt iedereen ook dat hij of zij een supporter is. Maar dat is toch anders dan hier. Je gaat hier bijvoorbeeld eten bij een chef-kok, in een duur restaurant. De eigenaar die je dan doordeweeks in zijn pak door het restaurant ziet lopen, staat in het weekend zonder shirt schreeuwend op de tribune. Dat is toch mooi? Die drempel is lager. Uitwedstrijden zijn voor ons soms gewoon thuiswedstrijden, dan zitten er meer supporters van ons dan van de thuisclub.”

Merk je vaker dat er sprake is van een ander temperament?
“Eigenlijk niet, al maak je wel andere dingen mee. We hadden een laatst een jongen die werd weggestuurd. Hij kreeg ruzie met de trainer tijdens de training, nou dat kan gebeuren. Maar de trainer zei gelijk dat zijn contract ontbonden werd, omdat het niet de eerste keer was dat hij voor onrust zorgde. Vijf minuten later kwam die jongen terug naar het kantoor van de trainer om hem uit te schelden, dat heb ik ook nog nooit meegemaakt.”

Hoe is het leven in Israël en in Jeruzalem?
“Als hier iets gebeurt, staat het direct op de voorpagina. En dan vaak gebeurt er helemaal niks. Mijn neef was hier twee weken geleden, toen het gedoe met Trump aan de gang was. Hij was toevallig in de oude stad, op vrijdag na het middaggebed. Iedereen begon te rennen, dus hij is meegerend. Op gegeven moment kwamen ze uit bij de Damascus Gate, de poort naar het oude centrum. Als er iets gebeurt, gebeurt het daar. Er stonden vijf mensen Allahu Akbar te schreeuwen, verder stonden er mensen, politie en pers te kijken. Dan lees je ’s avonds in de Nederlandse media dat er gigantische onrust was en demonstraties plaatsvonden. Dan gaat het om vijf man... Als dat het is... Dat gebeurt heel vaak, er is sprake van ongegronde angst. Ik kan nu vanuit mijn huis de muur zien die tussen Israël en Palestina staat, dus ik woon echt op de rand. De ene keer doe ik mijn boodschappen in het Joodse gedeelte en de andere keer in het Arabische gedeelte. Best wel bijzonder, en raar. Wie kan zeggen dat hij op zo’n plek woont? Het is mooi om op deze manier veel van de wereld te zien.”

voetbalzone

Zijn avontuur in Israël is overigens niet zijn eerste periode in het buitenland, want tussen 2011 en 2015 speelde hij vier jaar in Schotland. Toen zijn contract bij AZ afliep, kwam Tesselaar voor de keuze te staan: verder in de Jupiler League of een stage afwerken bij St. Mirren. Hij koos voor het laatste en kreeg een contract bij the Buddies, waar hij twee periodes speelde. Daarnaast kwam de verdediger uit voor Kilmarnock. “Na vier jaar vond ik het wel mooi geweest in Schotland. Op gegeven moment wil je wat anders. De Graafschap kwam ook pas toen ik al een maand zonder club zat. In de Eredivisie had ik nog nooit gespeeld, dus dat was een mooi avontuur. Dat is ook wat je altijd al wilde. Het is bij mij ook niet zo dat ik tien keuzes heb, je moet gewoon een beetje geluk hebben. Tot nu toe als ik opnieuw had moeten kiezen, had ik dezelfde keuzes gemaakt.”

Als het aan Tesselaar ligt, komen er in de komende jaren nog wat meer landen bij op zijn cv. “Je ziet een beetje dat iedereen gaat backpacken, maar de manier hoe ik iets kan zien is door er te gaan voetballen”, vertelt hij. “Ik denk dat ik nog wel een jaar hier blijf, minimaal. Maar je weet het nooit, het blijft voetbal. Als je het goed doet in Israël, ga je naar topclubs als Maccabi Tel Aviv, Hapoel Beër Sheva of Maccabi Haifa. Het maakt me echt niet uit waar ik terecht kom, ik vind alles mooi. Wat dat betreft laat ik me verrassen, van Amerika tot Australië tot Azië, het maakt mij niet zoveel uit.”

Dan na je carrière aan de slag als fotograaf?
“Het is heel lastig om in de fotografie je geld te verdienen, dan moet je net als in het voetbal geluk hebben. Ik heb op de fotoacademie gezeten voordat ik naar Schotland ging en je ziet dat mensen die bij mij in de klas zaten amper aan de bak komen. Ik heb mijn website puur opgezet omdat ik het leuk vind dat mijn foto’s ergens staan en dat mensen ze kunnen zien als ze dat willen. Ik doe er verder niet echt wat mee. Ik vind het leuk om af en toe een fotootje op Instagram te zetten en dat is het, verder is het puur voor mezelf.”