Viervoudig international denkt niet aan Oranje: ‘Het EK zit niet in mijn hoofd’
Ondanks de 0-2 nederlaag tegen Barcelona zaterdag, gaat het de laatste weken voortvarend met Sevilla en Karim Rekik. De verdediger, die tegen Barcelona halverwege de wedstrijd binnen de lijnen kwam voor Diego Carlos, komt steeds vaker aan spelen toe in het elftal van trainer Julen Lopetegui. Het heeft er echter niet toe geleid dat de mandekker zicht focust op het EK met Oranje.
Rekik kwam dit seizoen tot dusver zes keer in actie in competitieverband, waarvan drie keer als invaller. In acht van de laatste negen officiële wedstrijden kwam hij aan spelen toe. Woensdagavond neemt hij het met Sevilla wederom op tegen Barcelona, als beide ploegen elkaar treffen in de return van de halve finale in de strijd om de Copa del Rey. “De laatste maanden maak ik veel minuten. Dat is soms in de basis en af en toe ook als invaller”, vertelt de verdediger in gesprek met ESPN. “Mijn focus ligt met Sevilla op de competitie en de beker.”
Sevilla doet ook nog mee in de strijd om de Champions League, waarin het halverwege februari onderuit ging tegen Borussia Dortmund (2-3). De return in Duitsland staat volgende week op het programma. “Als Oranje erbij komt, is dat natuurlijk hartstikke mooi. Maar daar denk ik op dit moment eerlijk gezegd niet aan. Op dit moment zit het EK niet in mijn hoofd”, gaat Rekik verder. De viervoudig international speelde zijn laatste interland op 10 oktober 2017, toen Oranje op weg naar het WK in de Johan Cruijff ArenA met 2-0 te sterk was voor Zweden.
Voor Rekik betekent het zijn eerste seizoen bij Sevilla, dat hem in oktober voor vier miljoen euro overnam van Hertha BSC. De bij Feyenoord opgeleide centrumverdediger denkt nog vaak terug aan zijn tijd bij PSV, waarmee hij in het seizoen 2014/15 kampioen werd in de Eredivisie. “Als het kan kijk ik iedere wedstrijd van PSV. Tegen Ajax heb ik ook gekeken. Dan zit ik gewoon als supporter op de bank. Ik heb twee mooie jaren bij de club gehad en ben daar kampioen geworden. Ik heb altijd thuis gevoeld bij de club en in de stad.”