Verdediger van Cambuur wint advies in bij Claude Makélélé en Arsène Wenger
Maxim Gullit timmert aan de weg bij SC Cambuur. De twintigjarige verdediger maakte in de zomer de overstap van AZ en kwam sindsdien tot vier invalbeurten in de Eredivisie, waarvan de laatste drie allemaal plaatsvonden in de afgelopen drie wedstrijden van Cambuur. De 1.91 meter lange linksback houdt niet zo van de vergelijkingen met zijn vader Ruud, maar is er wel op gebrand om eveneens de wereldtop te halen.
Gullit junior spreekt zijn vader elke dag en vraagt regelmatig om advies, bijvoorbeeld over zijn transfer naar Cambuur. Bij AZ waren de kansen op speeltijd voor Gullit beperkt. Hij maakte wel deel uit van de A-selectie, maar toen de vaste linksback Owen Wijndal geblesseerd was, koos trainer Pascal Jansen voor Thijs Oosting, een aanvallende middenvelder die werd omgeturnd tot vleugelverdediger. "Ik ben hier gekomen omdat ik op meer kansen hoopte. Tot nu toe blijkt die keuze een goede geweest te zijn."
In Leeuwarden is Alex Bangura inmiddels de eerste keus, maar Gullit heeft wel meer uitzicht op speeltijd dan in Alkmaar. "Ik wil bij Cambuur zoveel mogelijk spelen en daarna een mooie stap maken", vertelt hij aan de NOS. "En via daar de wereldtop halen en Champions League spelen. Ik zie dat gebeuren, ik weet zeker dat dat gaat lukken." Om beter te worden, wint Gullit advies in bij personen met ervaring in de top. "Mijn vader is analist bij de Qatarese sportzender beIN Sports en soms ga ik mee als hij daar moet werken. Dan zitten Arsène Wenger en Claude Makélélé daar ook. Dan praat ik met hun over spelsituaties of specifieke verbeterpunten."
Wenger had een tip voor Gullit voor een succesvolle carrière. "Altijd hard blijven werken, zowel binnen als buiten het veld. En ik probeer dat advies ook op te volgen en hoop dat anderen dat ook zien", vertelt Gullit, die dit seizoen één volledige wedstrijd speelde: hij deed negentig minuten mee tijdens de 0-5 zege op de amateurtak van Ajax in de TOTO KNVB Beker. Cambuur gaat vrijdagavond op bezoek bij Willem II.