Verbeek botst in Enschede: ‘Terug naar het niveau waar we thuishoren’
Gertjan Verbeek is inmiddels ruim twee maanden werkzaam bij FC Twente, waar hij de ontslagen René Hake opvolgde. Tot een verbetering op de ranglijst heeft dat echter nog niet geleid, aangezien de Tukkers momenteel de zestiende plaats bezetten, terwijl er onder Hake nog op plek vijftien werd gebivakkeerd. De nieuwe trainer probeert daarnaast om zijn eigen werkwijze door te voeren in de Grolsch Veste en De Telegraaf stelt maandagochtend dat ‘Verbeek vooralsnog meer clashes heeft gehad dan dat er onder zijn leiding punten zijn behaald’.
De nieuwe aanpak van Verbeek heeft volgens de ochtendkrant geleid tot diverse meningsverschillen met collega’s uit de medische, technische en begeleidingsstaf. Technisch directeur Jan van Halst denkt echter dat het goed is dat de boel flink opgeschud wordt: “Natuurlijk moeten er mensen aan wennen. We hebben ervoor gekozen om de cultuur wat om te buigen. We willen terugkomen met FC Twente op het niveau waar we thuishoren. Daaraan levert Gertjan met zijn ervaring een wezenlijke bijdrage.”
Van Halst, die zelf enthousiast is over de samenwerking met Verbeek en stelt dat de twee over heel veel dingen hetzelfde denken, accepteert daarbij dat er af en toe flink gediscussieerd wordt: “In topsport is het nooit anders. Daar moet het altijd knetteren.” Twente sloot zondag een trainingskamp in Spanje af met een ruime 4-0 nederlaag tegen Werder Bremen en Verbeek lijkt in de tweede seizoenshelft ook niet op versterkingen van buitenaf te hoeven rekenen.
Van Halst geeft aan open te staan voor een echter versterking die binnen de beperkte financiële mogelijkheden van FC Twente past, maar laat weten het in principe met de huidige selectie te willen doen: “De van een blessure herstelde Harris Vuckic kun je zien als een versterking, want hij heeft bijna de hele seizoenshelft gemist.” Pas als een aantal overbodige spelers vertrekt, en er zo ruimte ontstaat in het salarishuis, zal Twente iets kunnen doen op de transfermarkt: “Kopen kunnen we sowieso al niet.”