V/d Vaart ziet 1 ding duidelijk worden tegen Schotland: ‘Hij moet altijd spelen’
Rafael van der Vaart is van mening dat Denzel Dumfries de vaste rechtsback van het Nederlands elftal moet zijn, zo laat hij zondag weten tijdens NOS Studio Voetbal. De analist was niet onder de indruk van het spel van Jeremie Frimpong tegen Schotland (4-0 zege) en vindt dat Dumfries een vaste plek verdient in Oranje.
Frimpong mocht het afgelopen vrijdag tegen Schotland eens vanaf het begin laten zien van bondscoach Ronald Koeman. Tijdens de wedstrijd bleek dat Frimpong meer als rechtsbuiten stond opgesteld, maar ook daar kon de Ghanese Nederlander niet echt indruk maken. Na ruim een uur spelen werd Frimpong afgelost door Dumfries.
“Wat voor mij vooral duidelijk is geworden, is dat Dumfries altijd moet spelen”, opent Van der Vaart. “Natuurlijk doet Frimpong het fantastisch bij Bayer Leverkusen, maar Dumfries is gewoon de rechtsback van het Nederlands elftal. Dat is voor mij echt duidelijk geworden.”
“Frimpong pakte ook niet echt zijn kans”, reageert presentator Sjoerd van Ramshorst. “Nee, maar dat is wel een goede speler en hij heeft de tijd natuurlijk nog, maar op dit moment hoeven we hierover niet te twijfelen”, vindt Van der Vaart, die het verder geen grootse wedstrijd vond van het Nederlands elftal.
“Het was heel matig”, aldus Van der Vaart. “Het is eigenlijk ongelooflijk dat je 4-0 wint, want het had ook gewoon 0-4 kunnen worden. Uiteindelijk zag je op het laatst nog wel wat goede momenten, maar het was eigenlijk gewoon een matige wedstrijd.”
Van der Vaart heeft zich verbaasd over het niveau wat sommige spelers bij Oranje niet kunnen aantikken, waar ze dat bij hun clubs wel doen. “Simons, Frimpong, Koopmeiners en noem ze maar op. Die spelen bij hun club fantastisch, maar in Oranje oogt het allemaal een beetje vlak.”
“We hebben zoveel kwaliteit, maar het loopt nu gewoon niet lekker”, aldus Van der Vaart. “Ik kan heel erg genieten van al die spelers, maar samen lukt het gewoon niet. Daar komt de frustratie van Koeman ook vandaan, denk ik.”