Van Wolfswinkel beslist derby met twee doelpunten
De derby tussen Vitesse en NEC is gewonnen door de thuisploeg uit Arnhem. Twee doelpunten van Ricky van Wolfswinkel in de tweede helft van de wedstrijd maakten zondagmiddag het verschil in GelreDome (2-1) en de aanvaller is nu bij acht van de laatste dertien competitiedoelpunten van Vitesse direct betrokken geweest (zes treffers en twee assists).
Van Wolfswinkel opende na 51 minuten de score: hij kopte raak na een perfect aangesneden vrije trap van Lewis Baker en maakte zijn vijftiende officiële treffer van het seizoen. Hij maakte er later dus nog een en daardoor kon Vitesse dus drie punten bijschrijven. Die waren ook bijzonder welkom, want de thuisploeg stond in het seizoen 2010/11 voor het laatst op mínder dan veertig punten na 27 speelronden. Door de overwinning op NEC bezet het Vitesse van trainer Henk Fraser nu met 42 punten de vijfde plaats in de Eredivisie, maar FC Twente kan later op de zondag nog langszij komen.
Vitesse was over het geheel bezien de bovenliggende partij, maar maakte niet bijster veel indruk. In de eerste helft viel de gastheer wel aan, maar werden er weinig kansen gecreëerd. De beste mogelijkheid was voor Van Wolfswinkel, die er na een kwartier niet in slaagde om een harde voorzet van Adnane Tighadouini tot assist te promoveren. NEC verdedigde met name en kwam zelf amper aan aanvallen toe, maar na de openingstreffer van Van Wolfswinkel veranderde dat en halverwege de tweede helft werd het zelfs 1-1.
Ferdi Kadioglu vond in het strafschopgebied de ruimte voor het schot en krulde de bal vervolgens in de verre hoek van doelman Eloy Room: 1-1. Vitesse baalde als een stekker, ook omdat Nathan een paar minuten voor de gelijkmaker nog een uitstekende kans op de margeverdubbeling had laten liggen. NEC drong na de 1-1 verder aan, maar kwam niet meer verder dan een kans voor Mohamed Rayhi. Aan de andere kant zorgden Baker en Nathan voor dreiging, alvorens Van Wolfswinkel er vanaf elf meter 2-1 van maakte. De spits mocht aanleggen na een handsbal van Michael Heinloth.