Van ‘t Schip over scheids na twee 'dubieuze' penalty's: 'Volgens mij...'
John van ’t Schip is na afloop van het Europa League-duel tussen Olympique Marseille en Ajax (4-3) tevreden over het spel dat de Amsterdammers hebben laten zien. Dat vertelt hij bij Veronica. Bij de twee penalty’s die Marseille kreeg, beide benut door Pierre-Emerick Aubameyang, zet hij zijn vraagtekens.
“Ik vind dat we een goede wedstrijd hebben gespeeld, als team. Het was natuurlijk een heksenketel hier. Als je ziet hoe we in de wedstrijd zitten en terugkomen, zelfs met tien man…”, begint Van ’t Schip zijn analyse.
Ajax kreeg twee penalty’s tegen tijdens de wedstrijd. Allereerst in de eerste helft, toen Steven Bergwijn de bal op eigen helft zomaar inleverde, waarna Jorrel Hato dat met een lichte duw op Ismaïla Sarr probeerde te corrigeren. Aubameyang schoof de penalty ijzig kalm binnen.
Ook vlak voor tijd ging de bal op de stip: doelman Diant Ramaj hield een bal binnen die anders een doeltrap zou opleveren. De bal kwam zo gevaarlijk terug in het strafschopgebied. De keeper van Ajax wilde het corrigeren, maar tikte daarbij Sarr tegen het hoofd: penalty voor Marseille. Aubameyang tekende vanaf de strafschopstip voor een hattrick: 4-3.
Van ’t Schip zet zijn vraagtekens bij beide penalty’s. “We krijgen twee dubieuze goals tegen. Twee penalty’s. De eerste was heel licht. De scheidsrechter maakte volgens mij z’n Europese debuut, dus die stond misschien ook een beetje onder hoogspanning”, doelt hij op de Italiaan Simone Sozza.
“Maar er zat meer in”, vervolgt de trainer over het duel van Ajax. “We zijn natuurlijk teleurgesteld over het feit dat we uitgeschakeld zijn in de Europa League. Maar we zitten er nog steeds in. Als we thuis winnen van AEK, met het publiek erachter, gaan we in ieder geval verder in Europa. Dat is het doel.”
“We hebben veel goede mogelijkheden zelf gekregen, ook op de 3-4. Het is jammer dat we niet in ieder geval gelijk hebben gespeeld, al had dat voor de rest niet zoveel uitgemaakt. Meer voor het moraal. Ondanks dat heb ik tegen de jongens gezegd dat ze wel echt als een team hebben gestaan en voor elkaar hebben gevochten. En dat we dat mee moeten nemen naar de volgende wedstrijden”, besluit Van ’t Schip.