Van Russische connecties tot ruzie met Amerikanen: de teloorgang van Vitesse
Op maandag 16 augustus 2010 houdt toenmalig Vitesse-voorzitter Maasbert Schouten misschien wel de best herinnerde persconferentie uit de geschiedenis van het Nederlandse voetbal. Hij waarschuwde de aanwezige pers, alvorens hij oreerde over de titelaspiraties van de Arnhemmers. Bijna 5.000 dagen later is Vitesse vier speelrondes voor het einde van het seizoen al zeker van degradatie uit de Eredivisie en is het voortbestaan van de club zo onzeker als het maar kan. Hoe heeft het zo mis kunnen gaan voor FC Hollywood aan de Rijn?
Door Jan Hoeksema
“Beste vertegenwoordigers van de media: niet schrikken. Vitesse gaat vanaf nu voor de landstitel.” Het zijn woorden die de afgelopen weken veelvuldig door het hoofd zweven van de gemiddelde Eredivisie-liefhebber. Hoe onwerkelijk het nu ook lijkt, ooit werden deze teksten uitgekraamd door een hyperambitieuze Vitesse-preses.
Het waren de woorden van Maasbert Schouten, die op een persconferentie werd vergezeld door de toenmalig kersverse eigenaar van Vitesse, Merab Jordania. De Georgiër, die zich dankzij Russisch geld had ingekocht in Gelderland, heeft in 2010 grootse plannen met de club.
Project 2013
Vitesse moet binnen drie jaar meestrijden om de landstitel in Nederland. Dit ijverige project, ‘Project 2013’ genaamd, leidt de Arnhemmers in de weg naar de Eredivisie-top. Dat is, althans, de bedoeling. Vitesse moet de Champions League in en zal meedoen om de nationale prijzen. Als blijkt dat Project 2013 te ambitieus is - Vitesse eindigt in het eerste seizoen onder het eigenaarschap van Jordania als vijftiende - worden de ambities bijgesteld: pas in 2014 hoeft Vitesse mee te doen in de Nederlandse top.
Heel even lijkt het erop dat de plannen van de nieuwe geldschieter haalbaar zijn. In het seizoen 2012/13 behaalt de club een verdienstelijke vierde plek in de Eredivisie, vijf punten achter nummer drie Feyenoord en nummer twee PSV. Richting het einde van 2013 gaat het alsnog mis. Jordania staat zijn aandelen af en de Rus Aleksandr Tsjigirinski is de nieuwe eigenaar. De Georgische ex-geldschieter krijgt een stadionverbod toebedeeld, nadat hij algemeen directeur Joost de Wit zou hebben bedreigd.
Tsjigirinski houdt het vijf jaar vol in Arnhem en ziet Vitesse in 2017 de eerste TOTO KNVB Beker uit de clubgeschiedenis winnen, alvorens hij zijn aandelen overdoet aan de eveneens Russische Valeriy Oyf. Laatstgenoemde blijft eigenaar van Vitesse tot hij in 2022 zijn aandelen van de hand doet, onder druk van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. De zwart-gelen kunnen dan op zoek naar een nieuwe geldschieter.
Later komt naar buiten dat Jordania, Tsjigirinski én Oyf vermoedelijk door Roman Abramovich, voormalig eigenaar van Chelsea, naar voren zijn geschoven. Oyf bevestigt in 2023 geld van de Abramovich te hebben ontvangen om in Vitesse te investeren. Het onderzoek van het Ministerie van Economische Zaken naar mogelijk illegale Russische invloeden bij Vitesse is nog altijd lopende.
Een Amerikaan vervangt een Rus
Vooralsnog zijn de Russische tijden in het GelreDome Vitesse niet fataal geworden. Dat na het vertrek van Oyf de meest desastreuze buitenlandse investeerder zich nog moet melden in Arnhem, is tamelijk bijzonder, maar niets minder dan de waarheid. Al heeft het daar in de beginperiode onder de Amerikaanse zakenman Coley Parry geen enkele schijn van.
De frontman van Common Groep, een investeringsgroep uit de Verenigde Staten, begint zijn periode bij Vitesse compleet anders dan Jordania. Parry predikt rust bij zijn aanstelling in september 2022, al is hij stilletjes niet veel minder ambitieus dan zijn Georgische voorganger. De Amerikaan denkt in Vitesse een veilige investering te hebben gevonden. “Er is vanuit Amerikaanse investeerders de afgelopen jaren een rush geweest om op de Europese markt te komen. Maar het gaat erom dat je de juiste club hebt en wij denken die gevonden te hebben. Degradatie is een sportief interessant concept, maar zakelijk gezien een ramp. Daarom is het heel belangrijk in welke club je investeert”, vertelt een glazen bol-loze Parry bij zijn presentatie.
De Amerikaan wordt binnengehaald door Peter Rovers, die tussen maart 2023 en februari 2024 op interim-basis de algemeen directeur is. Zijn vertrek kan niet los gezien worden van het afkeuren van de overname van de Common Group, wat vier dagen eerder gebeurde. De licentiecommissie van de KNVB laat op 14 februari weten niet akkoord te gaan met die overname, omdat er ‘geen inzicht is gegeven in de herkomst van het (aan te trekken) geld van de Common Group’. Vanaf dat moment daalt de hoop in een succesvolle samenwerking met Parry en zijn investeringsgroep drastisch.
De Common Group heeft, ondanks de goede bedoelingen, Vitesse namelijk weinig goeds gebracht. Gedurende het gehele overnameproces van Parry heeft de club niet afdoende geld tot beschikking om een Eredivisie-waardige selectie neer te zetten. Transfersommen werden er amper meer betaald voor spelers, aanwinsten kwamen op transfervrije of huurbasis.
De licentiecommissie ervaart gedurende die tijd al dat het mis is bij Vitesse en deelt meermaals een boete uit aan de Arnhemmers. Voor het grootste gedeelte van de gemaakte kosten kan Vitesse lange tijd terecht bij pinautomaat Parry, maar zodra hij in de smiezen krijgt dat hij de club niet in handen krijgt, is de Amerikaan niet langer bereid geld in de degradatiekandidaat te pompen.
De introductie van de nieuwe algemeen directeur ad interim Edwin Reijntjes en adviseur Paul van der Kraan maakt het voor Parry alleen maar moeilijker. Met name Reijntjes ziet in dat de samenwerking met de Common Group Vitesse niet verder gaat helpen en zet in op een toekomst zonder Parry en co, tot frustratie van het investeringsgezelschap. Zij schakelen een advocatenkantoor in om de strijd met Vitesse aan te gaan.
Er wordt ook nog gevoetbald
Te midden van alle overnameschermutselingen is de ondermaatse selectie van de Arnhemmers bezig aan een dramatisch seizoen in de Eredivisie. Vitesse begint aan het seizoen met Phillip Cocu als hoofdtrainer, maar hij houdt in november 2023 de eer aan zichzelf na een 3-1 nederlaag tegen sc Heerenveen. Edward 'Edje-interim' Sturing neemt het van hem over. Vanzelfsprekend eerst op interim-basis, en vanaf december als volwaardig hoofdtrainer.
Onder Sturing gaat het Vitesse niet makkelijker af. Slechts één ploeg (FC Volendam) krijgt meer goals tegen dan de Arnhemmers, maar het grootste probleem bevindt zich voorin het elftal. We spreken april, vier wedstrijden voor het einde van het seizoen, en alle spitsen van Vitesse staan op welgeteld nul gemaakte doelpunten. Zelfs Marco van Ginkel, die vanuit het middenveld goed is voor vier doelpunten dit seizoen, weet in de wedstrijden die hij in de punt van de aanval geposteerd staat, geen enkele keer het net te vinden.
Het enige lichtpuntje in de selectie van Vitesse is, weinig verrassend, een huurspeler. De Algerijnse Anis Hadj-Moussa wordt richting het einde van de winterse transferwindow gehuurd van Patro Eisden, een van de clubs die wél eigendom is geworden van Parry’s Common Group. Hadj-Moussa valt op met zijn dribbels, één-op-één acties en snelheid, maar kan niet voorkomen dat zijn tijdelijke werkgever na dertig speelrondes kansloos onderaan staat.
De puntenstraf die Vitesse op vrijdag 19 april krijgt van de licentiecommissie van de KNVB - een historisch hoge straf van achttien punten in mindering, waardoor Vitesse op negatief één punt staat in de Eredivisie - is haast symbolisch te noemen. Zonder de sanctie vanuit de bond was Vitesse ook gedegradeerd. Zelfs trainer Sturing heeft tegen die tijd het laatste sprankje hoop op handhaving al vaarwel gezegd.
Verheugd met de straf
De achttien minpunten - de zwaarste straf uit de geschiedenis van het Nederlandse betaald voetbal - die Vitesse krijgt toebedeeld, zijn volgens de licentiecommissie het gevolg van ‘het meermalen niet voldoen aan de eisen uit het licentiereglement, gedurende een langere periode’. In de praktijk wordt de club verweten informatie te hebben achtergehouden en onjuiste informatie te hebben verstrekt omtrent het overnameproces van de Common Group.
Vitesse acteert komend seizoen voor het eerst in 35 jaar niet op het hoogste niveau van Nederland, maar dat is voor de mensen in Arnhem het minste van hun zorgen. Sterker nog, de Vitessenaren zijn opgelucht: de eerste slag om Vitesse is niet verloren gegaan. Gevreesd werd voor het intrekken van de proflicentie, maar de club leeft nog.
Tegelijkertijd overheerst de realiteit. Er zullen meer slagen komen en deze kunnen fataal zijn. De zaak-Parry, en daarmee het vinden van nieuw eigenaarschap, is nog lang niet afgerond. Vanuit de overheid loopt er nog altijd een onderzoek naar de Russische connecties die Vitesse kent. Een mogelijk nieuwe straf hangt als zwaard van Damocles boven de club. En niet in de laatste plaats zal er komend seizoen, al dan niet op een treetje lager, gevoetbald moeten worden. Er zal met weinig tot geen geld een selectie neergezet worden, waarmee de Keuken Kampioen Divisie bestreden wordt.
Desondanks komt het nieuws van vrijdag bij Vitesse binnen als overwegend positief. De club krijgt de kans om op het tweede niveau opnieuw te beginnen, mits de openstaande dossiers opgelost worden. In Arnhem zal niemand voor komend seizoen een topklassering verwachten. Men is allang gelukkig met het gegeven dat profvoetbal in Arnhem voor nu veiliggesteld is.