Van Marwijk adviseert Schmidt ‘uit ervaring’: ‘Dat overkwam mij ook in de VAE'
Bert van Marwijk vindt dat Roger Schmidt meer moet luisteren naar zijn eigen gevoel. Het wisselbeleid van de trainer van PSV was het hoofdonderwerp van gesprek na de 0-4 thuisnederlaag tegen Feyenoord. Daags na de verliespartij komt de bondscoach van de Verenigde Arabische Emiraten in zijn column in De Telegraaf met het advies dat Schmidt zich in zijn besluitvorming niet moet laten leiden door data-analisten.
Van Marwijk vindt het opvallend dat Schmidt ‘veel waarde hecht aan de fysieke data’ van zijn selectie, en de voormalig bondscoach van Oranje trekt de conclusie dat de spelersgroep zelf ook weinig begrijpt van het wisselbeleid van de keuzeheer van PSV. “Dat snap ik dus niet. Ik zou het nog wel kunnen begrijpen dat je voorzichtig peilt bij een speler hoe hij zich voelt wanneer de data aangeven dat hij vermoeid is. Geeft de speler aan dat hij rust nodig heeft, kun je in overleg besluiten dat hij een uur meedoet. Maar ik vind het niet raadzaam om de fysieke data beslissingen voor je te laten maken.”
“Vooral omdat je niet te maken hebt met een robot maar met een mens bij wie geestelijk gevoel een grote invloed heeft op zijn fysieke welzijn. Daarom ga je ook niet met die data naar die speler toe en vraag je of hij moe is. Want dan kun je er zeker van zijn dat hij zich moe gaat voelen”, aldus Van Marwijk, die te kennen geeft op een gegeven moment in een vergelijkbaar scenario te hebben gezeten. “De praktijk heeft me geleerd dat wanneer spelers in vorm zijn ze veel meer kunnen opbrengen.”
“Zelf heb ik die ervaring ook”, vervolgt Van Marwijk. “In juni speelden we met de Emiraten vier interlands in twaalf dagen. Dat deden we in de verzengende hitte, het was warmer dan veertig graden. Onze data-analist kwam voor de laatste wedstrijd ook naar me toe om te melden dat enkele spelers in het rood zaten. Daar luister je natuurlijk naar, maar diezelfde spelers gaven me geen enkele indicatie dat ze moe waren. En uiteindelijk haalden ze in die vierde en laatste wedstrijd nog een hoger niveau dan daarvoor. Omdat we al die wedstrijden wonnen en de spelers zich prima voelden.”
“Daarom moeten we niet doorslaan, fysieke data mogen nooit leidend worden. Een speler kan volgens de data wel fit zijn maar tegelijkertijd kan hij uit vorm zijn en zich om die reden niet goed voelen. Laat je zo’n speler dan invallen voor je beste speler die volgens de data wat minder fit zou zijn? En wat doe je wanneer je fysieke data zeggen dat je een speler moet vervangen maar de wedstrijd op tactisch gebied om heel andere maatregelen vraagt?”, zo besluit Van Marwijk zijn column.