Van Hanegem pakt Ajacied aan: ‘Alsof hij met een bajonet in zijn rug is geprikt’
Willem van Hanegem is niet te spreken over het spel dat Steven Bergwijn de afgelopen weken op de mat heeft gelegd. De Kromme schrijft in zijn column van het Algemeen Dagblad dat de aanvaller van Ajax speelt alsof hij ‘met een een bajonet in zijn rug is geprikt’. Tegelijkertijd pakt de columnist ook Owen Wijndal aan, die wordt bestempeld als ‘miskoop’.
“Iedereen weet dat ik in principe erg gecharmeerd ben van de voetballer Steven Bergwijn”, zo begint Van Hanegem. “Maar het lijkt er bij hem niet bepaald op dat hij zijn terugkeer naar de Eredivisie een goede keuze vond. Er lukt wel heel erg weinig bij hem, het spelplezier is er ook duidelijk niet. Ik zie het bij meer spelers, hoor, ook bij heel veel andere clubs. Die lopen er allemaal bij alsof ze met een bajonet in hun rug het veld op zijn geprikt. Dat heeft Feyenoord totaal niet.”
“Bij Ajax vonden ze het wel grappig dat Owen Wijndal op het eigen clubkanaal bloedserieus vertelde dat hij met Bergwijn zo’n lekker linkerkantje vormt”, vervolgt Van Hanegem. “Wijndal had tijdens dat interview eigenlijk moeten zeggen: tot op heden kunnen de supporters van Ajax mij beschouwen als een volkomen miskoop. En mijn samenwerking met Bergwijn, daar hebben de mensen nog niets goeds van gezien. Wijndal zat verdikkeme vooral op de bank en als hij wel samen met Bergwijn op het veld stond, zag ik zelden iets leuks komen vanaf links.”
Op de persconferentie na afloop van het gewonnen duel met Vitesse (1-2) reageerde trainer John Heitinga ook kort op de uitlatingen van Wijndal, die zei met Bergwijn ‘de beste linkerkant van Nederland’ te vormen. “Ik vind de linkerkant van Paris Saint-Germain en die van Real Madrid ook wel aardig", zei Heitinga met een knipoog. "Goed, het is geen slimme opmerking, maar dat weet Owen zelf ook wel. Het is wel iets dat we hebben besproken. Ik heb hem gezegd dat het niet slim is en hij het moet laten zien. Laat eerst maar eens zien dat je de beste linkerkant hebt van Arnhem, dan van Nederland en uiteindelijk van Europa. We moeten het ook niet groter maken dan het is. Er zit ook een stukje jeugdigheid in.”