voetbalzone

‘Van Hanegem en Cruijff waren daar doodziek van, de haat bleef daarna groot’

Robin Bruggeman24 mrt 2019, 09:28
Laatst bijgewerkt: 24 mrt 2019, 09:28
Advertentie

Ben Wijnstekers vindt dat Nederland de beste papieren heeft voor de kraker tegen Duitsland. “Ik denk dat Nederland de favorietenrol heeft en dat kan best een goed gevoel geven”, aldus de 36-voudig Oranje-international. Het Nederlands elftal speelt zondagavond de EK-kwalificatiewedstrijd tegen Die Mannschaft in de Amsterdam Arena, nadat eerder deze week Wit-Rusland met 4-0 werd verslagen.

Door Peter van Drunen

Wijnstekers merkt dat de vijandschap tussen Nederland en Duitsland de laatste jaren afgenomen is ten opzichte van zijn periode als international. “Het begon natuurlijk met de WK-finale van 1974. Die gasten van toen, Willem van Hanegem, Wim Jansen en Johan Cruijff, waren daar echt doodziek van. Op voetbalgebied is die haat daarna groot gebleven”, zegt Wijnstekers die refereert aan incidenten waarbij Frank Rijkaard tegen het hoofd van de Duitse aanvaller Rudi Völler spuugde, Oranje-doelman Hans van Breukelen de Duitse Lothar Matthäus de huid volschold en Ronald Koeman zijn achterwerk afveegde met het Duitse shirt. Wijnstekers: “Duitsland was altijd de tegenstander die je op wilde vreten en vernederen.”

De 63-jarige oud-Feyenoorder was aanvoerder toen Ronald Koeman in 1983 zijn debuut als speler van Oranje maakte. “Toen zag je in hem al een leider. Hij was continu aan het praten en gebaarde iedereen naar zijn plek. Altijd ging hij voorop in de strijd.” Wijnstekers, die zelf nooit van Duitsland wist te winnen, is onder de indruk van het huidige Nederlands elftal onder Koeman als bondscoach. “Kijk nou naar Memphis Depay. Iedereen had veel kritiek op zijn manier van spelen en zijn houding. Het is misschien een beetje frivool af en toe, maar dat betekent dat je goed in je vel zit. Ik vond hem heel sterk tegen Wit-Rusland.” Toch geniet Mister Feyenoord nog het meest van Frenkie de Jong. “Het is fantastisch hoe hij speelt in zijn simpelheid. Johan Cruijff zei altijd al dat het moeilijk was om simpel te spelen. Soms lijkt het niet zo bijzonder, maar die pass waarmee hij een of twee tegenstanders uitspeelt is zo belangrijk.”