voetbalzone

Van Halst: ‘Hij staat bovenaan in de pikorde bij Ajax, dat zie je aan alles’

Daniel Cabot Kerkdijk30 apr 2019, 07:00
Laatst bijgewerkt: 30 apr 2019, 07:00
Advertentie

Ajax hoort dit seizoen bij de beste vier clubs van Europa en hoopt ten koste van Tottenham Hotspur de finale van de Champions League te bereiken. In de optiek van Hedwiges Maduro en Jan van Halst zijn het aankoopbeleid van directeur voetbalzaken Marc Overmars én de aanwezigheid van routiniers in de selectie van Erik ten Hag belangrijke factoren in het succes van Ajax.

Maduro komt zelf uit de jeugdopleiding van Ajax en speelde tussen 2004 en 2007 in het eerste van de Amsterdamse club. “Het zijn kleine dingetjes waardoor ze jou hun vertrouwen laten voelen en druk bij je wegnemen”, lichtte de voormalig middenvelder annex verdediger bij NPO Radio 1 toe. Hij geeft een mooi voorbeeld. “Zlatan Ibrahimovic zei altijd tegen me dat ik elke bal bij hem moest inleveren, dan speelde ik volgens hem altijd een voldoende. Dan moet je lachen en dat haalt druk bij je weg. Dat kunnen alleen ervaren spelers doen.”

Van Halst werd ooit zelf, mede door zijn ervaring, door Ajax in huis gehaald. “Maar weet je wat het is. Je kunt wel ervaring halen, maar je moet ook meteen de baas zijn”, benadrukt de oud-middenvelder. “En Dusan Tadic is meteen de baas. Hij staat bovenaan in de pikorde, dat zie je aan alles.” Dat de hiërarchie binnen de selectie van Ajax klopt, is ook een verdienste van Ten Hag. Na een moeizaam begin lijkt hij ook de critici te hebben overtuigd, al had het in de optiek van Maduro allemaal niet zo hoeven lopen.

“Ik heb me echt geërgerd aan mensen die alleen keken naar zijn uitstraling en hem beoordeelden op zijn accent”, verzuchtte Maduro. “Dat slaat echt nergens op. Wat maakt dat uit? Als je echt kijkt naar de prestaties van iemand, dan kun je een mening hebben en een discussie starten. Maar niet over hoe iemand praat..." Van Halst vindt het ‘een teken van bekrompenheid in het westen van het land om zo te oordelen en te veroordelen’. “Alles wat niet uit de Amsterdamse kring komt, moet daar knokken.”