Van Haaren: ‘Op zeker moment mocht ik zelfs niet meer op het terrein komen’
Toen Ricky van Haaren over de jeugdvelden van Varkenoord dwarrelde, keek Wim Jansen tevreden toe en kon je hem al wijzend horen fluisteren dat hij de allerbeste was. Inmiddels is diezelfde Ricky 25 jaar oud en zijn diens optredens in de hoofdmacht van de Rotterdammers beperkt gebleven tot 683 minuten. In de zomer van 2012 verliet hij zijn jeugdliefde wegens gebrek aan perspectief en vertrok via Toulon, waar hij verrassend werd verkozen tot revelatie van het prestigieuze jeugdtoernooi, naar Venlo. Vervolgens verliep zijn route via Den Haag, Dordrecht, Boekarest en Sanliurfa terug naar Nederland waar hij zich opnieuw via FC Dordrecht in de kijker wil spelen.
Voetbalzone ging op bezoek bij Ricky en sprak met hem over zijn tijd bij Feyenoord, zijn avonturen in het buitenland en de manier waarop hij zijn toekomst voor zich ziet. Eerder verscheen deel één over zijn jeugd bij Feyenoord. Vandaag vertelt hij over de andere clubs waar hij in Nederland speelde en zijn avonturen in het buitenland bij Dinamo Boekarest.
Je vertrok bij Feyenoord en die zomer werd je prompt verkozen tot toernooirevelatie in Toulon...
“Ja, ik speelde een goed toernooi en kreeg die prijs. Door die onderscheiding kwam er veel interesse uit het buitenland. Zo kon ik naar de Serie A en dacht meteen: dat ga ik doen. Mijn zaakwaarnemer vroeg me toen: ‘Waarom ging je ook alweer weg bij Feyenoord?’ waarmee hij me deed inzien dat de kans dat ik in het buitenland ook op de bank of tribune terecht zou komen erg groot was. Je komt daar dan toch binnen als een nobody met een prijsje op een jeugdtoernooi. Ik was gratis en talentvol; dat maakte me interessant en een goedkoop gokje. Ik kon er leuk verdienen, zeker in vergelijking met mijn contract bij Feyenoord, maar voor de Serie A was het niet bijzonder veel. Bij VVV-Venlo kreeg ik ook een mooi aanbod en zou ik zeker gaan spelen, daar heb ik toen voor gekozen.”
Hoe was dat, om na zo’n lange tijd in Rotterdam te gaan voetballen in Venlo?
“Qua speelminuten was het een goed jaar, maar sportief was het een stuk minder. Ik leerde daar wel in een ander systeem te spelen en meer op resultaat te focussen, maar we degradeerden dat seizoen. Door een clausule in mijn contract kon ik vertrekken en met mijn spel had ik de interesse gewekt van ADO Den Haag. Daar tekende ik een contract en speelde in het begin redelijk veel. Toen Maurice Steijn opgevolgd werd door Henk Fraser belandde ik op een tweede plan. Hij vroeg me geduld te hebben en zei dat ik goed bezig was. Ik zou de plek van Danny Holla krijgen bij diens vertrek, maar toen werd er een nieuwe jongen gehaald en ben ik op Fraser afgestapt.”
Toen heb je gezegd dat je naar FC Dordrecht wilde?
“Nou, ik vroeg of het een optie was om verhuurd te worden. Dat wees hij eerst van de hand omdat hij het een kleine groep vond en dacht me veel te gaan gebruiken. In de eerste week van de competitie ging hij echter het gesprek met me aan en zei nagedacht te hebben en dat ik alsnog verhuurd mocht worden, als ik dat wilde. Al met al heb ik bij ADO niet helemaal kunnen laten zien wat ik wilde, hoewel ik vond dat ik niet minder was dan de jongens die wel opgesteld werden. Onderaan de streep wilde ik gewoon weer spelen en toen dat niet daar kon, moest het ergens anders.”
Na een seizoen in Dordrecht dook je opeens op in Roemenië, hoe kwam je daar terecht?
“Ja, dat was best een bijzondere keuze. Nadat ik in de laatste wedstrijd in de Eredivisie de winnende goal tegen Ajax maakte, meldden een boel clubs zich. Ik wilde echter alles rustig op me af laten komen en niet overhaast een keuze maken. Daar heb ik wel wat mooie dingen mee laten liggen, want daarna werd het lang stil. Met het verstrijken van de tijd realiseerde ik me dat ik snel een beslissing moest nemen en toen toonde Dinamo Boekarest interesse. Ik kende de club van naam, het klonk interessant en ik ben er gaan kijken. Ik had een goed gesprek met de technisch directeur, die verrassend genoeg veel van me wist en me goed bekeken had. Dat deed me besluiten voor twee jaar te tekenen.”
Maar het avontuur in Oost-Europa werd ook niet bepaald een succes, toch?
“Binnen een maand was de directeur die me zo goed bekeken en gekocht had weg. Meteen kregen ik en twee, drie andere spelers te horen: jullie kunnen op zoek naar een andere club. Ik koos ervoor dat niet te doen; ik was er pas net en vond het raar meteen te vertrekken. Dat staat niet echt lekker op je cv en in Nederland denken ze dan ook: ‘Wat komt hij alweer doen?’. Boekarest is best een moderne stad waar men redelijk goed Engels spreekt. Ik woonde er alleen en trok veel met andere spelers op die ook alleen waren. We gingen vaak na de training naar een winkelcentrum of ergens eten. Het team bestond uit zes of zeven buitenlanders en de rest was Roemeens.”
Laat me raden: toen je weigerde te vertrekken begon het gelazer?
“Op een gegeven moment moest ik steeds rondjes lopen in een poging me weg te krijgen. De trainer zei recht in mijn gezicht: ‘Als je hier blijft wordt het niet leuk’ waarop ik antwoorde ‘Dat zie ik dan wel weer’. Tegen die houding kon hij ook niet echt. Als ik zei: ‘Ik weet dat ik hier kan spelen’, zei hij weer: ‘Ik stel je toch niet op’. Desondanks besloot ik te blijven en het af te wachten. Hij waarschuwde me dat hij me er bij zou houden tot de transferdeadline en me dan uit het team zou zetten. Die belofte hield hij. Op een gegeven moment mocht ik zelfs helemaal niet meer op het terrein komen en kreeg ik geen trainingskleren meer, enzo. Ben ik lekker bij het zwembad gaan zitten. Toen de resultaten minder werden trad de echte directeur naar voren, beval de coach de spelers te gebruiken die hij betaalde en mocht ik wel weer opkomen opdraven.”
Gezellige bedoening. Kreeg je intussen wel gewoon betaald?
“Ja, de club stond onder toezicht van de FIFA, dus ze moesten wel. Ze mochten maximaal een maand achter lopen met het salaris en dat deden ze dan ook. In september werd het toezicht opgeheven en toen gingen ze moeilijk doen. Kreeg ik het af en toe. Toen ik weer wedstrijdjes speelde ging het weer wat beter. Ik had ook weinig te kiezen, want na de deadline kon ik niet meer weg en dus heb ik er maar alles aangedaan aan spelen toe te komen en fit te blijven. In december zat ik weer op de bank.”
Kon je onder die omstandigheden nog wel een beetje presteren dan?
“Mijn prestaties boeiden sowieso niet echt. Na verloop van tijd begon ik de taal een beetje te begrijpen en die Roemeense jongens mochten mij wel en zagen natuurlijk ook wat er gebeurde. Normaal gesproken kiezen dat soort gasten in die landen vaak voor de trainer, maar opvallend genoeg stonden ze aan mijn kant. Soms stonden we een wedstrijd voor en werd ik vijf minuten na rust gewisseld. Dan zeiden die jongens: dat wisten we al. Had de coach voor de wedstrijd al op de bank tegen de assistent gezegd: ‘Die haal ik er na rust meteen weer uit’.
“Toen realiseerde ik me ook wel, ook al schiet ik er drie in, het maakt niets uit. Op dat moment ben ik naar het bestuur gestapt en gezegd: ‘Jullie wilden in augustus al van me af, laten we wat regelen’. Dat ging toen vrij snel, hoewel ze in eerste instantie niet wilde meewerken. De eigenaar vond me goed en zag wat ik kon, maar begreep ook wel dat het geen zin had als de trainer me niet liet spelen.”