Van Gaal krijgt te veel met overwinning bij Arsenal

Louis van Gaal heeft zijn eerste uitoverwinning als coach van Manchester United binnen. De oefenmeester zag zijn ploeg zaterdagavond drie punten pakken bij Arsenal, dankzij een eigen doelpunt van Kieran Gibbs en de vierde seizoenstreffer van Wayne Rooney (1-2). United klimt dankzij deze overwinning over Arsenal heen op de ranglijst, maar Van Gaal kan moeilijk zeggen dat zijn ploeg de zege verdiende in het Emirates Stadium. Arsenal was een stuk beter dan United, maar David de Gea liet zich lange tijd niet passeren en werd daarvoor beloond met drie zeer welkome punten.

Arsène Wenger zal balen als een stekker, want zijn ploeg verdiende absoluut meer. Arsenal kreeg voldoende kansen om te scoren en in de eerste helft was het eigenlijk constant wachten op de openingstreffer van the Gunners. De thuisploeg was direct na de start veel sterker dan United en Danny Welbeck en Jack Wilshere zorgden voor het eerste gevaar, voordat laatstgenoemde de score na een klein kwartier spelen had moeten openen. Na een slechte uittrap van De Gea ging Wilshere alleen op de keeper af, maar zijn schot was matig, waardoor De Gea zijn fout kon herstellen. Uniteds verdediging zag er allesbehalve stabiel uit en de zorgen van Van Gaal werden nog groter toen Luke Shaw wegens een blessure al vroeg in de wedstrijd gewisseld moest worden.

Met Ashley Young als vervanger binnen de lijnen verbeterde United zich niet. Arsenal was duidelijk de bovenliggende partij en Welbeck en Alex Oxlade-Chamberlain beproefden hun geluk, maar De Gea gaf geen krimp. Vervolgens had Wilshere geluk dat hij geen rode kaart kreeg, toen hij het aan de stok kreeg met Marouane Fellaini en de Belg een kopstoot probeerde te geven. Scheidsrechter Mike Dean stond erbovenop had en Wilshere weg moeten sturen, maar deed dat vreemd genoeg niet. United kwam hierna zowaar wat beter in de wedstrijd en de eerste mogelijkheid van de bezoekers was voor Ángel Di María, die de bal net naast de voor hem verkeerde kant van de paal draaide.

Ook Rooney en Chris Smalling werden nog gevaarlijk namens United, maar omdat zij niet scoorden, en het hakje van Welbeck aan de overkant van het veld mislukte, werd er met de brilstand op het scorebord gerust. Na de thee bleef Arsenal aandringen en Welbeck brak nog een keer door, maar De Gea kwam op tijd zijn doel uit om de 1-0 te voorkomen. De keeper zag de openingstreffer vervolgens aan de andere kant vallen: Gibbs en Wojciech Szczesny kwamen bij een voorzet in botsing, waarna de bal bij Antonio Valencia kwam. Hij ramde de bal voor het doel en Gibbs was zo ongelukkig dat hij het leder tegen zich aan kreeg en zo een eigen doelpunt maakte.

Arsenal moest een keeperswissel doorvoeren, omdat Szczesny bij de botsing met Gibbs geblesseerd was geraakt, en zo maakte Damián Martinez zijn debuut in de Premier League. De Argentijn merkte dat Arsenal meteen op zoek ging naar de gelijkmaker en Santi Cazorla kreeg daar een goede kans voor, maar zijn inzet werd gekeerd door De Gea. Invaller Olivier Giroud (terug na maandenlang blessureleed) kopte nog net over en zes minuten voor tijd counterde United naar 0-2: Di María speelde de bal breed op Rooney, die Uniteds eerste uitzege van dit seizoen leek veilig te stellen. In blessuretijd had Di María vervolgens de 0-3 moeten maken, maar hij miste een enorme kans, en door een heerlijke goal van Giroud werd het vervolgens toch weer spannend. Tijd voor de gelijkmaker bleek er echter niet meer te zijn.