voetbalzone

Van Gaal: ‘Hij mag God op de blote knieën danken dat ik hem liet spelen’

Jeroen van Poppel04 okt 2021, 17:27
Laatst bijgewerkt: 04 okt 2021, 17:27
Advertentie

Voor Louis van Gaal blijft Steven Berghuis zijn nummer één op de rechtsbuitenpositie. De aanvaller speelde de afgelopen periode bij Ajax steevast als nummer tien, maar is volgens de bondscoach van Oranje de enige echte rechterspits in zijn selectie. Van Gaal onthult dat hij ook Noa Lang, die bij Club Brugge op links speelt, als optie beschouwt voor de rechterflank.

Vlak voor de interlandperiode in september zat Berghuis bij Ajax op de bank achter Antony. "Hij heeft toen helemaal niet gespeeld, dus hij mag God op de blote knieën danken dat ik hem drie keer in het Nederlands elftal heb laten spelen", aldus Van Gaal op de persconferentie. Dat Berghuis vervolgens alleen nog als nummer tien in actie kwam bij Ajax, is voor hem geen probleem. "Het maakt niet uit dat hij bij Ajax op een andere positie speelt, want ik moet van Valentijn Driessen 1-4-3-3 spelen, dus dan moet ik wel een rechterspits hebben. En die heb ik anders niet."

Van Gaal hint ernaar Lang uit te gaan proberen op rechts. "Als je de selectie ziet, dan is iedere positie dubbel bezet. Er is maar één positie die niet dubbel bezet is, dat is de rechterspitspositie. Daar speelt Arnaut Danjuma al jaren niet meer. Noa Lang heeft gezegd in een gesprek dat hij daar heel goed uit de voeten kan. Maar hij speelt bij Brugge ook aan de linkerkant. Hoe dat gesprek was? Een goed gesprek. Ik kan spelers recht in de ogen kijken. Hij kan vragen stellen en ik kan vragen stellen."

Vervolgens wordt aan Van Gaal gevraagd of de mogelijkheid om Lang op rechts te gebruiken de reden was om hem de voorkeur te geven boven Danjuma. "Dat is een van de argumenten", aldus de bondscoach, die ook wordt gevraagd naar het 'provocerende gedrag' van Lang bij Club Brugge. De aanvaller werd zondag door zijn clubtrainer Philippe Clement verweten niet volledig gefocust te zijn. "Provocerend gedrag? Dat moet hij niet bij doen. Of ik daar met hem over ga praten? Ik denk dat hij wel bij mij komt. Dat denk ik. Dat ik niet naar hem hoef te komen."