Van flop in Nederland naar de Italiaanse nationale ploeg: ‘Het is super knap’
Gianluca Scamacca maakt deze interlandperiode andermaal deel uit van de nationale ploeg van Italië. De 22-jarige spits van Sassuolo werd door bondscoach Roberto Mancini opgeroepen als de vervanger van de geblesseerde Ciro Immobile en hoopt na zijn debuut in september nu zijn eerste interlanddoelpunt te kunnen aantekenen, al bleef hij vrijdag tijdens het WK-kwalificatieduel met Zwitserland (1-1) negentig minuten op de reservebank. Het zijn bijzondere mijlpalen voor Scamacca, die eerder in zijn nog prille carrière bij PSV en PEC Zwolle twee teleurstellende passages in Nederland kende.
Door Chris Meijer
Maarten Peijnenburg had voordat Scamacca in Eindhoven arriveerde al wel van hem gehoord. Hoe dat kwam? Enkele maanden eerder was de toenmalige aanwinst voor de jeugdopleiding van PSV gespreksonderwerp in het programma Voetbal Inside. René van der Gijp gierde het uit toen hij wedstrijdbeelden van de vijftienjarige Scamacca te zien kreeg. Met zijn 1,96 was de spits op dat moment een stuk groter dan zijn leeftijdgenoten. “Dat wordt een kanjer. Hij wordt uiteindelijk 2,37, let op mijn woorden. Jawel, goed man. Die kan nu al niet meer onder de douche”, lachte Van der Gijp. “Kijk, dit moeten we hebben! Hij is niet meer te stoppen! In thuiswedstrijden speelt hij op zijn knieën. Kijk, kijk, kijk! Kopen die gozer! Maakt niet uit hoe duur hij is!”
“Je had filmpjes met Van der Gijp, dat herinner ik me nog wel. Dat hij bij AS Roma drie koppen groter was dan iedereen. Hij werd een beetje vergeleken met Ibrahimovic”, vertelt Peijnenburg in gesprek met Voetbalzone. Scamacca tekende in januari 2015 kort na zijn zestiende verjaardag een driejarig contract bij PSV. Bij AS Roma zag hij onvoldoende perspectief om door te breken, waarna hij via partners van zijn toenmalige zaakwaarnemer Dario Paolillo werd aangeboden in Nederland. PSV had hem eerder al aan het werk gezien en besloot te happen, overigens tot woede van AS Roma. Het binnenhalen van Scamacca werd destijds als grote stunt gezien, daar hij ook met Ajax sprak en begeerd werd door verschillende Europese topclubs.
“Hij werd binnengehaald als groot talent. Zo zag hij er ook wel uit: lang, sterk, goed schot, technisch in orde. Hij had ook wel regelmatig zijn momentjes, dat hij een elleboog uitdeelde. Als hij het hem niet aanstond, kon hij vurig reageren. Op trainingen viel het wel mee, dat was vooral in wedstrijden”, zegt Peijnenburg, die elf jaar in de jeugdopleiding van PSV speelde en tegenwoordig het shirt van FC Eindhoven draagt. Hij vertelt dat Scamacca over het algemeen meer op zichzelf was bij PSV. “Ik zat meer in het groepje met Sam Lammers en Yanick van Osch, dus ik ging niet zoveel met hem om. Ik denk dat hij een beetje moeite had met de Nederlandse taal en zich hier thuis te voelen. Hij kon zich niet zo goed verstaanbaar maken. Als je de taal niet zo goed spreekt, wordt het ook wel lastig om je ergens goed thuis te gaan voelen.”
Peijnenburg maakte met Scamacca in 2015 het jeugdtoernooi van Viareggio in diens thuisland Italië mee, maar dat waren een van de weinige wedstrijden die de spits in zijn eerste anderhalf jaar in Eindhoven voor PSV Onder 19 speelde. “We hadden Sam in de spits staan. Om eerlijk te zijn was hij beter en completer dan Scamacca. Ik speelde liever met Sam in de spits dan met Scamacca. We zijn in Nederland ook van een bepaald soort spitsen. Wij houden heel erg van combineren, een spits die meevoetbalt. Hij had graag de bal aan de voet, om een actie te maken en te schieten. Hij was altijd heel erg op zoek naar het schot en de goal, ik denk dat dat een beetje Italiaans is. Als je Inzaghi in Nederland had neergezet, hadden heel veel trainers gezegd: ‘Ik vind hem in balbezit niet goed genoeg’. Daarom kwam hij misschien niet echt door, Sam was ook in de combinatie heel goed. Dat was het puntje waarop hij voorliep op Scamacca”, legt Peijnenburg uit. De inmiddels 24-jarige centrumverdediger vocht op de trainingen van PSV Onder 19 zo nu en dan directe duels uit met Scamacca.
“Hij was groot en sterk, maar wist voor mijn gevoel niet hoe hij zijn lichaam het best kon gebruiken. In Nederland wordt er heel anders gespeeld dan in Italië. Hij was niet echt een aanspeelpunt, ondanks zijn lengte. Je kon hem in die tijd wel goed bespelen, het was niet zo dat je niet aan de bal kon komen. Hij had zeker wel talent en kwaliteiten, vooral aan de bal vond ik dat hij een goede techniek had voor iemand met zijn lengte. Maar er moest ook nog wel wat gebeuren.” Nadat Lammers in de zomer van 2016 doorgeschoven werd naar Jong PSV, had Scamacca in een concurrentiestrijd met Joël Piroe ook niet altijd een basisplaats in de Onder 19. Voor hij na twee jaar weer terugging naar Italië, maakte hij namens Jong PSV nog wel zijn debuut in het betaald voetbal. Maar verder dan 35 speelminuten verdeeld over 3 invalbeurten en een directe rode kaart kwam Scamacca ook bij het beloftenteam van de Eindhovenaren niet.
“Na hoeveel jaar is hij vertrokken?”, vraagt Peijnenburg zich af. “Daarna ben ik hem een beetje uit het oog verloren. Ik weet dat hij naar Sassuolo ging. Maar als je het me zou vragen, zou ik eigenlijk niet weten waar hij nu speelt.” Sassuolo - nu nog altijd de werkgever van Scamacca - nam hem voor vijf ton en een doorverkooppercentage over van PSV. Anderhalf jaar, een uitleenbeurt bij Cremonese en een succesvol EK met Italië Onder 19 later was de spits plotseling terug in Nederland, toen PEC Zwolle hem samen met zijn ploeg- en landgenoot Alessandro Tripaldelli op de laatste dag van de transferwindow huurde van Sassuolo. Gerard Nijkamp, destijds technisch directeur bij PEC, sprak van ‘een boom van een spits, kopsterk en met een neusje voor het doel’. “Het zijn twee talentvolle spelers, die niet voor niets sinds jaar en dag uitkomen voor de vertegenwoordigende elftallen van Italië. De jongelingen zijn nu in een fase aanbeland, dat ze een podium nodig hebben om zich te laten gelden. Wij bieden ze graag deze kans.”
“Ze zijn via Mino gekomen, volgens mij. Er kwamen in de jaren ervoor wel meer huurlingen. Hachim Mastour van AC Milan, bijvoorbeeld. Zij stonden te boek als grote talenten, maar ze aardden niet echt. Het was voor PEC misschien een gok, het kan goed of slecht uitpakken”, herinnert Rick Dekker zich tegenover Voetbalzone. Zowel Tripaldelli als Scamacca werd vertegenwoordigd door Mino Raiola, die destijds een goede band onderhield met PEC. De belangen van Scamacca worden overigens tegenwoordig niet meer behartigd door Raiola. “Ik kreeg weinig hoogte van die gasten, die Italianen waren veel op zichzelf met z’n tweeën. Ze trokken veel met elkaar op en spraken amper Engels. Tripaldelli helemaal niet, Scamacca nog een beetje.”
“Het scheelt wel als je Engels spreekt. Yuta Nakayama kwam toen ook bij ons en die sprak ook geen Engels. Leg er dan maar eens contact mee. Dat is lastig! Hij ging op Engelse les en kon op een gegeven moment een gesprek voeren, dus dat helpt ook wel om je plek te vinden”, zegt Dekker. De 26-jarige middenvelder speelde tussen 2014 en 2020 voor PEC Zwolle, voordat hij de overstap naar zijn huidige club De Graafschap maakte. Dekker noemt de huurperiode van Scamacca ‘in meerdere opzichten geen succes’. Het seizoen was al aan de gang toen Scamacca arriveerde en hij slaagde er daarna niet in om Mike van Duinen uit de basiself te spelen.
De balans van Scamacca na nog geen halfjaar bij PEC: 315 speelminuten, 10 wedstrijden, 1 basisplaats, 0 doelpunten, 0 assists. “Ik kan me herinneren dat hij best aardig kon voetballen, maar verdedigend vrij weinig deed. Zijn kwaliteiten kwamen er niet altijd uit. Wij hebben niet de echte Scamacca gezien bij PEC, zo is het ook. Het is ook niet zo lekker om op je negentiende in een ander land in een ploeg te komen die niet draait. We hadden niet veel punten, het zat tegen degradatievoetbal aan. Je bent er zelf ook bij wat je er in steekt, dat was van zijn kant niet bijster veel. Maar goed, hoe meer je die jongens begeleidt, hoe beter het met ze gaat. Ik denk dat clubs daar over het algemeen in tekortschieten.” Na het ontslag van trainer John van ‘t Schip, een opgelopen knieblessure én de komst van Lennart Thy werd er voortijdig een einde gemaakt aan de huurperiode van Scamacca bij PEC. ‘Het uitzicht op speelminuten richting de tweede seizoenshelft nam de laatste weken in rap tempo af’, zo vatte PEC de situatie samen. Dekker: “Voordat we in de winter op trainingskamp gingen, was hij alweer weg.”
Hoe anders is de situatie van Scamacca nu. Hij beleefde na zijn moeizame passage in Zwolle wél succesvolle huurperiodes bij Ascoli (in de Serie B) en Genoa (in de Serie A). Bij laagvlieger Genoa speelde hij zich vorig seizoen met totaal 12 doelpunten in 29 officiële wedstrijden in de kijker bij onder meer Benfica, AC Milan en Juventus. In september - na zijn terugkeer bij Sassuolo, dat niemand zag voldoen aan de vraagprijs van 25 miljoen euro - volgde de eerste uitnodiging voor de nationale ploeg van Italië, voor wie hij in de interland tegen Litouwen (5-0 zege) zijn debuut maakte. Bondscoach Mancini riep hem deze interlandperiode opnieuw op voor de WK-kwalificatiewedstrijden tegen Zwitserland (1-1, afgelopen vrijdag) en Noord-Ierland (maandagavond), als vervanger van de geblesseerde Immobile.
“Het is super knap, hij is nu een grote speler in Italië. Ik krijg het allemaal wel mee, maar ik volg het niet voor honderd procent. Wel mooi voor hem. Wat dat betreft heeft hij het beter gedaan dan ik”, lacht Dekker. Ook voormalig PSV-ploeggenoot Peijnenburg is verrast door de stormachtige ontwikkeling van Scamacca: “Ik had niet verwacht dat hij in de nationale ploeg van Italië zou gaan spelen op zijn 22e. Eigenlijk wist ik niet eens dat hij was opgeroepen, het is dat je het me nu vertelt.”