Van Dijk vreesde voor zijn leven en stelde testament op: ‘Dat bleek cruciaal’
Virgil van Dijk was er aan het eind van het seizoen 2011/12 slecht aan toe. De verdediger van Liverpool, destijds twintig jaar, draaide goed mee bij FC Groningen, maar werd op een gegeven moment ziek. “Virgil was ziek, maar we wisten niet in welke mate. Eerst dachten wij dat hij de griep had”, memoreert Dick Lukkien, destijds assistent bij Groningen, in gesprek met FourFourTwo.
“Hij zat een paar dagen thuis en had veel pijn”, vervolgt de huidige oefenmeester van FC Emmen. Van Dijk werd naar het ziekenhuis gebracht. Daar kon men echter niets constateren, waardoor Van Dijk weer naar huis werd gestuurd. “De pijn verergerde en toen zijn moeder op bezoek ging, had zij gelijk door hoe ernstig de situatie was.”
“Zij nam hem naar een ander ziekenhuis. Dat bleek cruciaal”, aldus Lukkien. Van Dijk had een blindedarmontsteking, een buikvliesontsteking en een nierinfectie, waardoor Van Dijk meteen op de operatietafel moest liggen. Van Dijk stelde in 2012 al dat zijn leven toen op het spel stond. De verdediger had al een testament opgesteld in het geval hij kwam te overlijden.
Van Dijk moest het restant van het seizoen missen en kon na de zomerstop weer in actie komen voor de Trots van het Noorden. “Ik was geschokt”, zegt Lukkien over het moment dat Van Dijk zich weer meldde. “Toen hij terugkeerde bij de club, was hij van een grote vent veranderd in een verschrompeld persoon. Gelukkig kon hij vrij snel herstellen.”