Van Dijk neemt voorbeeld aan Roger Federer in duels met aanvallers
De rol van een verdediger is de afgelopen jaren veranderd, merkt Virgil van Dijk. In het boek Thou Shall Not Pass: The Anatomy of Football’s Centre-Half, waarin auteur Leo Moynihan het functioneren van een centrumverdediger in het voetbal belicht, vertelt Van Dijk dat van verdedigers 'steeds meer wordt verwacht'. Ze hebben in de loop der jaren meer taken gekregen: verdedigers dienen nu ook te helpen in de opbouw en zich onder druk van tegenstanders te kunnen uitvoetballen, zegt de stopper van Liverpool en het Nederlands elftal.
"De positie is vandaag de dag veel belangrijker dan voorheen", vertelt Van Dijk, die momenteel herstelt van een zware kruisbandblessure en het EK aan zich moet laten voorbijgaan. "Zeker voor ploegen die graag in balbezit zijn, is het heel belangrijk om van achteruit te kunnen voetballen. De grote clubs zoeken spelers die comfortabel zijn aan de bal, ook in hun eigen strafschopgebied en daaromheen. Daar heb je veel aan als je onder druk staat. Vroeger werd van centrumverdedigers verwacht dat ze minder betrokken waren bij het spel. Ze moesten de bal simpelweg aan de middenvelders geven en daarna ervoor zorgen dat de organisatie achterin goed was, om tegendoelpunten te voorkomen. Maar nu is iedereen betrokken bij het spel."
"Je moet nog wel diezelfde taken uitvoeren, maar er wordt veel meer gevraagd van verdedigers. Ook de backposities zijn veranderd. Bij onze ploeg zijn de backs haast buitenspelers, maar ze moeten ook verdedigen", doelt Van Dijk op Liverpool. "Het voetbal heeft zich ontwikkeld en daar geniet ik van. Ik ben een speler die graag aan de bal is en hopelijk neem ik aan de bal beslissingen die het team vooruithelpen, zowel in verdedigend als aanvallend opzicht." Romantici denken soms weemoedig terug aan de tijd waarin verdedigers met name bekendstonden als ruwe bolsters, die het moesten hebben van hun gemene tackles in plaats van hun voetballende kwaliteiten. Is die tijd voorbij? "Ten eerste zijn er nu honderd camera's op ons gericht!", zegt Van Dijk met een knipoog. "Persoonlijk houd ik er niet van om anderen pijn te doen. Ik wil gewoon voetballen en fair winnen. Dat is wie ik ben. Ik ben niet iemand die op andere manieren gaat proberen te winnen."
"Sommigen denken dat ik het makkelijk laat lijken, maar geloof me: iedere wedstrijd is zwaar", voegt de Champions League-winnaar van 2018/19 daaraan toe. "We spelen tegen fysiek sterke spitsen uit de wereldtop. Ik heb nooit het gevoel dat het makkelijk gaat. Maar misschien wil ik wel dat mijn tegenstander dat denkt. Kijk naar Roger Federer: het lijkt alsof hij amper zweet tijdens het tennissen. Dat moet mentaal erg zwaar zijn voor zijn tegenstander, want die heeft het idee dat Federer niet eens zijn best hoeft te doen. Soms probeer ik ook in het hoofd van mijn tegenstander te kruipen. Niet door tegen hem te praten of hem te schoppen, maar door hem te laten denken dat hij echt beter moet gaan spelen als hij vandaag wil scoren. Je moet vertrouwen hebben in je eigen kwaliteiten, anders loopt iedereen over je heen. Je hoeft niet te schoppen of te schelden: er zijn andere manieren om een wedstrijd te winnen."